Bertien van Manen liet de poëzie van het dagelijks leven zien
Bertien van Manen overleed op zondag 26 mei 2024 op 89-jarige leeftijd. Van Manen werd beroemd met haar bewust onprofessionele kiekjes van het dagelijks leven van de mensen die ze bezocht, met name in Rusland en in China. Wij publiceren hier het artikel dat Elsje van Ree schreef voor Pf Fotografie Magazine in 2018.
Door: Elsje van Ree
Door de jaren heen
Bertien van Manen is al sinds de jaren ‘70 actief als fotograaf. Alle veranderingen in de fotografie heeft ze meegemaakt. Het is nogal een verschil, werken als fotograaf 45 jaar geleden of nu. Er is zoveel veranderd, technisch, maar ook inhoudelijk. Van Manen is vooral bekend om haar documentaire fotografie, visual storytelling, het echte leven, puur, zonder trucjes of franje. Dit jaar is haar beeldmateriaal opnieuw uitgegeven en staat op de shortlist van de Arles Book Prize 2018.
Bertien van Manen heeft als fotograaf een grote naam opgebouwd. In het Stedelijk Museum Amsterdam hangen haar foto’s bij de tentoonstelling Art and Counterculture 1967-1970. In november 2017 kwam het bekroonde boek I Will Be Wolf uit met foto’s uit 1975, gemaakt in Boedapest. Het boek bevat foto’s die nooit eerder te zien zijn geweest, geselecteerd uit haar archief door Stephen Gill, een Engelse fotograaf en goede vriend.
Bertien van Manen begon haar carrière na een kleine expo van foto’s van haar kinderen tijdens de vakantie. Vervolgens werkte ze als assistent bij Theo Noort, mode- en reclamefotograaf om vervolgens als zelfstandige te gaan werken voor Viva en voor een modellenbureau. De grote ommekeer kwam toen Van Manen het boek The Americans zag van Robert Frank, de Amerikaanse fotograaf die het andere gezicht van de Verenigde Staten liet zien. Hij reisde rond en fotografeerde wat hem voor de lens kwam, zonder aandacht voor techniek, maar wel voor wie hij tegenkwam of wat er gebeurde. Soms waren zijn foto’s onscherp of slordig.
Bewuste ‘kliekjes’
Bertien van Manen: “Ik was onmiddellijk verkocht. Ik dacht: dit is wat ik wil, zo wil ik werken. Geen imitatie van Robert Frank, maar wel die manier van werken. En die inspiratie ben ik eigenlijk nooit kwijtgeraakt. In I Will Be Wolf zie je de omslag misschien wel het duidelijkst. Het is veel vrijer. Ik hou van een beetje slordig. Ik heb een hekel aan teveel aandacht voor techniek, het gaat me om de kracht van het beeld. Daar wil ik mee bezig zijn. In die tijd heb ik veel in opdracht gefotografeerd, voor Avenue, Vrij Nederland, Panorama. Reportages met sfeerfoto’s, portretten. Het waren de jaren ‘70. In die tijd kon veel meer dan nu. Daar zie je ook veel van terug in de foto’s van Easter and oak trees dat in 2013 uitkwam. De foto van dat jongetje met een sigaretje is mijn neefje. Daar deden we toen niet zo moeilijk over.”
De jaren ‘70 was de tijd van de opkomst van het feminisme, ‘Baas in eigen buik’, Dolle mina, Rooie Vrouwen, de Feministische Uitgeverij Sara. Levendige tijden die een sfeer in zich droegen van vernieuwing, verandering en onbeperkte mogelijkheden. Bertien van Manen zocht naar projecten waar ze langer aan kon werken. De eerste in de lange reeks die nog zou volgen was het project Vrouwen te gast, over buitenlandse vrouwen in Nederland, uitgegeven door Sara.
Gehaakte kleedjes
Van Manen: “De eerste reis naar Rusland ging naar Donbass. Ik reisde samen met een journaliste van de Morning Star, een Engelse communistische krant. Met mijn verzoek om te fotograferen bij ‘gewone’ mensen konden ze geen kant op. Er werd uiteindelijk voor mij iets georganiseerd: een lange witte tafel, gedekt met heel veel gerechten en daarachter een vrouw in traditionele klederdracht. Wat later, ten tijde van Gorbatsjov en Jeltsin, ging het beter. Ik had Russisch geleerd omdat niemand iets anders sprak dan Russisch. Dat heb je dan wel nodig om contact te leggen. Je reist op de bonnefooi, ik had soms geen idee waar ik was. Ik ben vaak in Siberië geweest, daar was het altijd koud en de mensen waren bang voor het Westen. Alles speelde zich binnenshuis af, aan de keukentafel. Tapijten aan de wand, gehaakte kleedjes op de telefoon, prachtig.”
“Mijn boek A hundred summers, a hundred winters is mijn belangrijkste boek over Rusland, maar ook het boek Let’s sit down before we go gaat over reizen door Rusland. Die titel heeft betrekking op een gewoonte in Rusland afscheid te nemen voorafgaand aan een reis. Het stamt nog uit de tijd dat reizen in Rusland gevaarlijk was en lang duurde. Even samen bidden voor de goede afloop. De vrouw in het rode badpak is Lyalya Kuznetsova, een collega en goede vriendin.”
Ook voor Let’s sit down before we go heeft Stephen Gill de selectie gemaakt. Hij kon vrijuit kiezen uit het immense archief van Bertien van Manen. Het betreft foto’s van reizen naar onder andere Rusland, Moldavië, Kazachstan, Oezbekistan, Oekraïne en Georgië. Het is uitgegeven in 2011.
De kop van de vis
Van Manen: “Na Rusland zat ik een tijdje in een dip. Wat nu? De curator van de Photographers Gallery in Londen gaf me de raad: ga naar China. Daar gaat het gebeuren in de komende jaren. En dat heb ik gedaan. Ik ben er wel een keer of veertien geweest. Ik ben ook daar begonnen met de taal: Chinees leren. Toen ik de eerste keer in China was en in mijn beste Chinees aan een vrouw vroeg waar de bushalte was, sloeg dat niet aan. Ik heb toen besloten het maar achterwege te laten en heb gebruik gemaakt van de hulp van jonge studenten. Die vonden het wel spannend, zo’n westerse vrouw, en zij konden mij vertellen hoe ik me moest gedragen. Het is allemaal zo anders. Bijvoorbeeld als je gaat eten en er wordt vis opgediend met de kop naar je toe dan betekent het dat jij, de gast, als eerste moet eten. Iedereen zit daar op te wachten. Maar ik voelde me daar niet thuis. Het waren mooie plaatjes als kalenderplaatjes, maar dat was niet wat ik wilde, ik wilde het echte leven. Het heeft lang geduurd maar op een gegeven moment wist ik het. Ik ben er voor het laatst zo’n vijf of zes jaar geleden geweest.” In 2001 zijn haar foto’s van China uitgebracht in het boek East Wind, West Wind. De foto van het dansende koppel dat helemaal in zichzelf opgaat komt uit dit boek.
De rode vaas
In 2002 begon Van Manen aan het project Give me your image, een fotoproject van familiefoto’s in interieurs. Ze reisde ervoor door heel Europa, naar volslagen vreemden of naar families die zij nog kende van vroegere reportages. Met deze familiefoto’s liep ze door het hele huis op zoek naar de beste plek, zoals het rode kastje met de witte deurtjes en de rode vaas waar de foto van Sofia het mooist tot haar recht kwam. In al zijn eenvoud een ontroerende foto waar je een verhaal bij denkt. Zoals bij alle foto’s van Bertien van Manen. Ze gaan over mensen, over hun emoties, over onverwachte en niet bedachte momenten. Mensen zoals ze zijn, situaties zoals ze zich voordeden op het moment dat ze daar was. Opmerkelijk genoeg blijven de foto’s tijdloos ook al zijn ze soms van veertig jaar geleden.
In 2014 kwam het boek Moonshine uit, met foto’s van Amerikaanse mijnwerkersvrouwen uit Kentucky en Tennessee. Bij uitzondering werken daar vrouwen in de mijnen, wat leidt tot veel verzet onder mannelijke collega’s. Het zou het imago schaden. De titel Moonshine heeft betrekking op de illegaal gestookte whiskey. Op de foto uit dit boek zien we Alan. Hij is homo en wordt als zodanig niet geaccepteerd. Daarom woont hij met zijn vriend en hun hondjes in een stacaravan op een caravanpark. Die hondjes mochten alles. Van Manen mocht bij Alan slapen. Toen ze ’s morgen opstond stapte ze in de poep van een van de hondjes.
In 2016 verschijnt het boek Beyond maps and atlasses. Van Manen reist dan rond in Ierland, het land van de verhalen, de legendes en de mythen. Ze reflecteert op de sfeer en de atmosfeer. Het is het enige boek van Van Manen waarin bijna geen mensen voorkomen.
Schatkamer
Na het jaar 2000 zijn er zeven boeken uitgekomen met werk van Bertien van Manen. Twee ervan zijn samengesteld uit het enorme archief dat in de loop van meer dan 45 jaar fotograferen is opgebouwd. De overige boeken zijn recent gefotografeerd en samengesteld. Boeken die gaan over mensen in alle mogelijke situaties, op alle mogelijke momenten. Foto’s die soms herkenbaar vele jaren geleden zijn gemaakt maar die aan impact niets verloren hebben.
Opmerkelijk is dat alle boeken een poëtische titel hebben, soms ontleend aan een gedicht. Zo is I Be Wolf een regel uit het gedicht Grief van Jozsef Atiila, een Hongaarse dichter. Het geeft aan hoe Bertien van Manen tegenover het leven staat. Met oog voor menselijkheid, voor de schoonheid maar ook voor de broosheid van het leven. Het laat je niet onberoerd, hoe lang je ook kijkt. Haar archief bevat nog heel veel schatten die niemand ooit heeft gezien, getuige de prachtige en bijzondere selecties die Stephen Gill maakte voor I Will Be Wolf en Let’s sit down before we go. Het archief van Bertien van Manen is een schatkamer.