Hands on: Sony A7S II
De Sony A7S II is geïntroduceerd op de IBC in Amsterdam, een van de grootste beurzen op video en filmgebied in de wereld. Dat geeft al direct aan waar een groot deel van de toekomstige A7S II zich mee bezig houdt. Pf kreeg tijdens de IBC de mogelijkheid om een pre-productie versie uit te proberen.
Voor een groot deel zijn de specificaties van de A7S II natuurlijk al bekend. De body is dezelfde als die van de A7 II en de A7R II. De body is zwaarder en robuuster dan de oude A7 body. Ook de vijfassige beeldstabilisatie lijkt bekend. Toch heeft de A7S II weer een aantal kenmerken die afwijken van zijn generatiegenoten.
In tegenstelling tot de A7R II beschikt de A7S II, voor zover we konden nagaan, niet over een BSI sensor. De A7S II heeft een 12 megapixel sensor, net als zijn voorganger. Het geringe aantal pixels zorgt er vermoedelijk voor dat een BSI-architectuur van de sensor maar weinig meerwaarde heeft. De gevoeligheid is gelijk gebleven aan die van de originele A7S. Toch claimt Sony een 2 stops betere gevoeligheid dan de A7R II. Die doet niet veel onder voor de originele A7S. Als de A7S II dus duidelijk beter presteert dan de A7R II, dan moet er toch het een en ander aan verbeterd zijn. Zodra we een productie-exemplaar hebben, zullen we dit zo gauw mogelijk testen. Wat we al wel konden uit proberen was de scherpstelling, die tot -4EV gaat. Dat betekent dat je kan scherpstellen op onderwerpen die met het blote oog nauwelijks nog te zien zijn. Sony had hiervoor een testopstelling gemaakt op de IBC, en inderdaad stelde de camera goed scherp op een onderwerp in een zwarte doos waar vrijwel geen licht op viel. Nu kon de ‘oude’ A7S ook al bij weinig licht scherpstellen, maar de autofocussnelheid was dan niet heel erg groot. De nieuwe A7S II leek weinig problemen te hebben met het weinige licht en het lage contrast. Sony claimt een 2x hogere autofocussnelheid ten opzichte van de A7S, en op basis van de eerste indrukken lijkt dat aardig te kloppen.
Opvallend is dat de A7S II niet over fasedetectie beschikt. De camera heeft een ander patroon aan AF-velden dan de A7 II en de A7R II. De A7S II heeft negen blokken van 16 autofocusvelden die een redelijk groot deel van het beeldveld beslaan, maar niet zo ver naar de rand komen als bij bijvoorbeeld de A7R II. En het zijn dus allemaal contrastdetectie punten. Of dat te maken heeft met een optimalisatie voor video is nog niet helemaal duidelijk, maar dat lijkt voorlopig de meest voor de hand liggende reden. De autofocus is in ieder geval snel en trefzeker, en is veel beter dan de contrastdetectie autofocus van bijvoorbeeld de eerste generatie A7R. Sony heeft op dit punt ook duidelijk flinke progressie geboekt.
Een belangrijke vooruitgang voor filmers is dat S-log2 en S-log3 nu met een gevoeligheid van 1600 ISO kunnen worden gebruikt. Op de A7S was dat 3200 ISO, waardoor je bij het filmen bij daglicht stevige ND-filters nodig had om nog een beetje met grote diafragma-openingen te kunnen werken. De A7S II werkt nu dus met een stop lagere gevoeligheid.
Een ander, niet onbelangrijk detail, is dat de A7S II nu ook via de USB-poort gevoed kan worden terwijl de camera in gebruik is. Dat was op de originele A7S niet het geval. Het probleem van de beperkte accu-capaciteit kan zo met een powerbank gedeeltelijk omzeilt worden. Vooral voor bij het filmen met de A7S II is dit een goede oplossing. Ten opzichte van de A7S is ook de sluiter stiller geworden, en er kan natuurlijk – net als bij de A7 – gekozen worden voor een 100% stille sluiter als optie. De zoeker is, net als bij de A7R II, vergroot en voorzien van Zeiss T* coating. De nieuwe zoeker geeft een beter beeld dan de oude en maakt kleine details in het beeld door de hogere vergrotingsmaatstaf beter zichtbaar.