Het lichaam als instrument
Ze staat bekend om haar zelfportretten: Lilith. Het is de artiestennaam van Henriette van Gasteren (1964). Thema’s in haar foto’s zijn vrouwen, identiteit, vrouwelijke archetypen en het leven zelf. Haar werk weerspiegelt een gevoel van vrijheid en gelijkheid. Lilith is een verhalenvertelster en haar lichaam is daarbij instrument. In 2006 maakte ze intuïtief de keuze voor de fotografie. Haar motto is ‘omarm wat er op je pad komt’. Ook haar foto’s komen intuïtief tot stand. Voorbeelden zijn Bit Player, waarin ze voor het eerst samen met vrienden en kennissen te zien is, en Faded Glory. Beide zijn (vanaf) deze maand te bezichtigen in de Eduard Planting Gallery en het Coda in Apeldoorn. In het Coda is daarnaast ook werk uit twee andere series te zien.
In de verhalende zelfportretten van ‘Bit Player’ spelen haar familie, vrienden en bekenden de hoofdrol; thuis of op hun werk. Zo heeft ze onder meer een zelfportret gemaakt bij de bakker en de slager. “Ik doe alles zelf in mijn foto’s. Bij deze serie had ik ook de regie over een ander. Mijn werkwijze is niet veranderd: ook voor deze portretten heb ik mijn camera, statief en afstandsbediening gebruikt. Uiteraard ontbreekt de nodige humor niet.”
“Het idee voor deze serie ontstond na een foto die ik heb gemaakt met een priester. In het parochieblaadje had hij kritiek geuit op mijn foto’s, destijds te zien in het gemeentehuis. Ik heb hem uitgenodigd om samen naar mijn foto’s te kijken, om het verhaal erachter te vertellen. We hebben 43 foto’s bekeken en toen heb ik hem gevraagd of hij met me op de foto wilde, iets wat ik tot dusver nooit met een ander had gedaan, behalve zo nu en dan met mijn vader en mijn zoon.”
Vrijheid verwerven
“Dit voorbeeld laat zien dat dankzij een dialoog veel mogelijk is. Twee verschillende werelden die bij elkaar kunnen komen. In mijn foto’s ben ik altijd op zoek naar identiteit en vrijheid. Daarin probeer ik steeds een stapje verder te gaan, mijn grenzen over. Soms moet je vrijheid verwerven. Ik hoef niet zo nodig naakt op de foto, ik ben geen exhibitionist of nudist. Maar ik schuw het niet als het goed beeld oplevert.”
“Ik heb altijd het idee dat ik een vrij persoon ben. Toch merkte ik bij deze en een voorgaande serie, ‘A house is not a home’, dat ik mijn eigen grenzen moest verleggen. In ‘A house is not a home’ heb ik zelfportretten gemaakt in huizen van vreemde mensen. Zonder dat de mensen aanwezig waren, overigens. Ik had dus alle ruimte en toch merkte ik dat ik werd beïnvloed door de afwezige bewoners. Aan de inrichting van een huis kun je veel aflezen van een persoon. Je ziet of iemand van kunst houdt bijvoorbeeld, of heel erg religieus is. In mijn foto’s zie je dat terug.”
Grenzen
“Bij Bit Player moest ik ook over grenzen. De foto die gemaakt is bij de bakker is een goed voorbeeld. Ik lig daar toch in een gênante positie. De bakker kende ik van een eerder project, ik heb ook bij hem thuis gefotografeerd. Maar toch. Ik stel me erg kwetsbaar op en geef me letterlijk bloot.”
In Faded Glory laat ze de schoonheid van het verval zien. Het zijn zelfportretten met bloemen, planten en haar eigen lichaam. “Aanleiding voor deze serie was een bos bloemen die ik had gekregen en waar ik niet blij mee was. Toen de bloemen gingen verwelken heb ik een foto gemaakt. Ik zag er op de foto ook een beetje verlept uit. Zo kwam ik op het idee. Net als het verval van de bloemen, is er ook een langzame aftakeling van het lichaam. Natuurlijk ben ik best een beetje ijdel. Ik vind een oude kop prachtig, maar voordat je die kop hebt, moet je eerst een tussenfase door. Die overgangsfase is best lastig. Ik ben inmiddels 52, maar ben ook een frisse jonge blom geweest.”
Lenig van nature
“De bloemen en planten in deze serie heb ik veelal gekregen. Ik heb gewacht tot ze zijn gaan verwelken. De bloemen zitten telkens in een andere transparante vaas. Dit symboliseert de heldere kijk op jezelf. Je mag ouder worden, dat is helemaal niet erg. Mijn lichaam doet dat ook. Gelukkig ben ik lenig van nature. Het fotograferen houdt me fit. Ik doe niet aan sport, maar na een dag fotograferen ben ik soms helemaal afgepeigerd. Bepaalde poses vragen het uiterste van me. De fotografie houdt me jong. Toch is het soms best confronterend om jezelf te zien. Ik photoshop niet aan mezelf, de striae van zwangerschappen, – ik heb drie kinderen -, is gewoon te zien.”
Van 28 januari tot en met 18 maart is in Eduard Planting Gallery ‘Wallflowers and other people’ te zien, met werk uit ‘Bit Player’ en ‘Faded Glory’. In het CODA Museum in Apeldoorn is vanaf 29 januari een tentoonstelling van Lilith te zien met ook enkele andere series. Druk, twee tentoonstellingen? “Ja, ik heb ook een tijdje getwijfeld of ik het zou doen. In totaal zijn negenenzestig werken te zien. Dat betekent negenenzestig afdrukken. Die afdrukken komen allemaal voor mijn eigen rekening. Als ik geluk heb, verkoop ik een aantal werken. Het is fijn dat door Coda Museum werk werd aangekocht, daarvoor ben ik dankbaar, met de opbrengst bekostig ik mijn tentoonstellingen. Maar waarvan moeten mijn kinderen en ik leven?
Geen vergoeding
“Ik vind het vreemd dat kunstenaars geen vergoeding krijgen van musea. De museumdirecteur, secretaresse, toiletjuffrouw, enzovoorts, ontvangen een salaris. Een kunstenaar zou ook een financiële vergoeding voor inspanning en onkosten moeten ontvangen. Ik heb toch voor de exposities gekozen vanwege het vergroten van mijn naamsbekendheid. Het gaat me niet om het beroemdheid, maar ik moet wel van mijn fotografie leven en daarvoor moeten mensen het werk en mij kennen. Meer informatie: www.lilithlove.eu.