Het harde leven van de fotojournalist
Een derde van de fotografen verdient minder dan $10.000 per jaar, maar gevraagd over hun financiële situatie zegt de meerderheid van de fotografen zich hierover goed te voelen. Dit is een van de opvallende conclusies in van het rapport The State of News Photography dat in september 2O15 uitkwam. Het is een onthullend maar eigenlijk niet eens verbazingwekkend rapport over het harde leven van de hedendaagse fotojournalist. Het rapport, als verslag van een onderzoek dat de World Press Photo heeft laten doen, schetst bepaald geen rooskleurig beeld van de positie van de fotograaf.
In de afgelopen jaren is de situatie van de fotografen drastisch veranderd. Bladen betalen nauwelijks meer voor buitenlandse reportages en als ze betalen is het aanzienlijk minder, en de meeste klanten willen meer voor minder geld. Alles heeft te maken met de ineenstorting van de geprinte media. Kranten en tijdschriften krijgen steeds minder abonnees en zoeken daarom hun toevlucht tot de online media. Vele media hebben daarom journalisten moeten ontslaan. Fotografen waren al nooit in vaste dienst en dat maakt het gemakkelijk om hen de laan uit de sturen. Zij zijn altijd de eersten die de financiële klappen mogen opvangen. Onlangs kwam dat nog pijnlijk aan het licht toen de Persgroep eenzijdig de contracten in hun voordeel en ten nadele van de fotografen veranderden.
De onderzoekers van de Oxford University’s Reuters Institute for the Study of Journalism wisten dat natuurlijk al lang, maar ze wilden nu eens weten wat de fotografen er zelf van vonden. Binnen de groep van creatieven zijn de fotografen de minst bestudeerde groep. Aan het onderzoek deden 1556 fotografen uit 100 landen mee.
Een derde van de fotografen verdient minder dan €8.900 per jaar
De gemiddelde fotograaf (wereldwijd gezien) is volgens het onderzoek een man tussen de 30-50 jaar en verdient minder dan $30.000 per jaar (€27.000), waarbij hij vaak via andere bronnen neveninkomsten verkrijgt. Het is een beeld dat in Nederland, toch niet het armst land in het onderzoek, herkenbaar is. Als je andere cijfers uit het rapport erbij haalt, blijkt het nog alarmerender. Een derde van de fotografen verdient minder dan $10.000 (€8.900) per jaar en niet voor niets zei 38% van de respondenten dan ook dat hun economische situatie moeilijk tot zeer moeilijk was. Hier tegenover zei slechts 3% van de respondenten dat hun situatie erg goed was.
43% leeft puur en alleen van de fotografie
De crisis heeft de situatie natuurlijk alleen nog maar erger gemaakt zou je denken, maar dat blijkt ten dele waar: 44% van alle fotografen wereldwijd waren er economisch slechter aan toe in de laatste jaren maar daar tegenover hadden 38% het juist weer beter. Hoe dat kan valt te verklaren uit de regio’s. In Europa hadden de meeste fotografen het slechter gekregen, terwijl fotografen in opkomende economieën het juist beter hadden gekregen. Een mondiale nivellering dus. Het rapport maakt duidelijk dat gezien het hoge opleidingsniveau de inkomens relatief erg laag zijn. Veel fotografen hebben daarom een extra bron van inkomsten: slechts 43% van de respondenten leefden puur en alleen van de fotografie.
De fotograaf is goed opgeleid, vaak universitair
De fotograaf is goed opgeleid, vaak universitair, en heeft vaak humane wetenschappen, journalistiek of fotografie gestudeerd. Opvallend genoeg is het percentage universitair opgeleiden het laagst in Europa. Nederland staat niet apart vernoemd maar het zou niet verbazen dat het percentage hier het laagst is omdat journalistiek en fotografie aan de HBO worden gedoceerd en niet aan de universiteit zoals in de rest van de wereld. Volgens het rapport blijkt dat wereldwijd weinig fotografen op universitair niveau fotografie hebben gestudeerd, reden voor de WPP om meer aandacht te gaan besteden aan het tertiair onderwijs.
75% van de fotografen heeft nooit digitale manipulatie toegepast
Training in multimedia blijken de meeste fotografen niet te hebben. In Amerika hadden slechts 25% van de meestal jonge fotografen hiervoor een opleiding en ook hier scoorde Europa het slechts: 16%. Hier blijkt dus ook een forse inhaalslag noodzakelijk en vele fotografen wilden graag een training in video. Gevraagd naar de behoefte aan verdere training antwoordden veel fotografen dat ze meer wilden leren over netwerken en het gebruik van sociale media, maar ook over marketing en presentatie. Dit is ook geheel logisch want als er iets is dat op de academies tot nu niet veel gedaan werd waren juist deze aspecten van de zakelijke kant van het vak. Vooral bij kunstacademies is het aspect van jezelf commercieel in de markt zetten een ondergeschoven kind.
Over fotografische ethiek gesproken. Een opvallende conclusie van het rapport is dat 75% van de fotografen nooit digitale manipulatie toepaste, maar 25% dat dus wel deed: een kwart van alle persfoto’s is dus mogelijkerwijs digitaal gemanipuleerd. De meerderheid van de fotografen gaf aan hierbij niet de strenge regels van hun klanten te volgen maar naar eigen inzicht te handelen. Opvallend is ook dat de jongere fotografen vaker hun beelden digitaal verbeterden dan oudere fotografen, die analoog zijn opgegroeid.
Meeste fotografen gelukkig met hun werk en optimistisch over de toekomst
Ook op andere gebieden is de fotojournalistiek niet meer zo streng registrerend. Ruim de helft van de persfotografen zegt wel eens aan mensen te vragen om hun handelingen te herhalen voor de foto of anderszins het beeld te ensceneren. Niet voor niets maken de schrijvers van het rapport hier een punt van. Zij schrijven: “Dit is zeker tegen de gedragscodes van de meeste nieuwsorganisaties en laat zien dat er een groot verschil is tussen de codes en wat er in het veld gebeurt.” De fotograaf als vlieg op de muur is dus een achterhaald begrip.
Dat de fotografie alleen maar bedreven kan worden met veel liefde en inzet voor het vak wordt zonneklaar uit het feit dat ondanks de disruptie van het digitale tijdperk de meeste fotografen gelukkig met hun werk en optimistisch over de toekomst zijn. De meeste fotografen zien nu meer mogelijkheden om hun verhalen te vertellen en naar buiten te brengen.
fotografen moeten zich verenigen en voor hun rechten opkomen
Aan het einde van het rapport zijn een aantal hartenkreten van fotografen opgenomen, waarvan de meest voorkomende is dat fotografen zich moeten verenigen om voor hun rechten op te komen. In Nederland is aan die oproep al gehoor gegeven door de komst van Dupho. Een andere hartenkreet vond ik erg interessant en wellicht een oproep voor een volgend onderzoek. “De onderzoekers zouden vragen moeten stellen die meer impliceren dan alleen de technische instrumenten of de gereedschappen die we gebruiken; psychologie speelt een grote rol bij het succes en in het scheppen van een ruimte voor persoonlijke ervaring en resultaat. Geld alleen kan niet meten of iemand geniet van wat hij doet, noch kan het beslissen of iemand echt succesvol is.”