Erwin Olaf is voor verandering
Wim van Sinderen interviewde afgelopen maandag tijdens De Donkere Kamer in Amsterdam Erwin Olaf. Hij opende met de vraag of Olaf nog wel eens ergens een portfolio moest laten zien en of hij daarvoor nog tips had voor de fotografen in de zaal. Olaf: “Less is more. Laat nooit teveel zien. Er zit altijd wel iemand aan de tafel die een hekel aan je heeft en op zoek is naar een afwijzing. Laat nooit meer dan 20 foto’s zien.”
Olaf is met zijn tentoonstellingen een nieuwe weg in geslagen. “Fototentoonstellingen zijn vaak heel één-dimensionaal. Dat waren mijn tentoonstellingen ook. Het was een beetje ‘klabam holadiee’ fotografie. Kijk naar mij en vind mij goed. Dat wilde ik niet meer, die dwingende fotografie”, aldus Olaf.
Wie tegenwoordig naar een tentoonstelling van Erwin Olaf gaat krijgt niet alleen te maken met fotografie, maar ook met film, geluid en installaties. “Dat idee ontstond bij mijn serie Berlin. Ik heb daarvoor veel kinderen gefotografeerd. Op een gegeven moment zag ik de kostuums op het rek hangen en dacht ‘dat is toch zonde als die in de prullenbak verdwijnen’. We hebben er nu een carrousel van gemaakt compleet met het geluid van een eng kinderliedje erbij.”
Een ander speciaal effect in zijn tentoonstelling is ‘Keyhole’. “Mensen zitten steeds dichter op elkaar, maar we weten eigenlijk steeds minder van elkaar. Het idee van Keyhole komt daar vandaan, het stiekem spieken naar wat er bij de buren gebeurd. In de tentoonstelling kunnen de mensen dit ook echt ervaren. Ze kunnen op een stoel door een sleutelgat kijken. Als ze door het ene sleutelgat kijken zien ze een kind bij een vrouw op schoot en door het andere sleutelgat een kind bij een man op schoot. Het is opvallend hoe verschillend de reacties dan zijn.”
De nieuwste serie van Erwin Olaf is ‘Waiting’. “We wachten niet meer. Als je wacht dan ben je half dood. Ik wilde het pijnlijke wachten in beeld brengen. Het wachten in de wachtkamer van de arts als je te horen krijgt of je wel of geen kanker hebt. Maar ook het wachten op je geliefde die je via internet hebt leren kennen en voor het eerst in het echt gaat ontmoeten. Hiervoor heb ik een vrouw gefotografeerd, maar ook gefilmd die drie kwartier zit te wachten. Het is aan de bezoeker of hij wel of niet de hele film af gaat kijken, maar je ziet tijdens die film de vrouw veranderen. Bij fotografie bepaalt de kijker hoe lang hij ergens naar wil kijken. Bij een film is het veel meer de filmmaker die bepaalt hoe lang hij erover doet om iets in beeld te brengen.”
Olaf is één van de weinig fotografen met een eigen manager en met personeel in vaste dienst. “Ik weet niet wat een foto van mij kost, en dat wil ik ook niet weten. Als ik dat weet kan het mijn werk beïnvloeden”, is hij stellig.
Hij heeft nog wel een paar tips voor zijn collega-fotografen. “Zoek één stijl en één techniek en zorg dat je daar heel goed in wordt. Je moet je er bovenal gelukkig en comfortabel bij voelen. Ga je vijf jaar lang helemaal toespitsen op deze stijl en techniek. Ken uzelf! Blijf dicht bij jezelf!”
Erwin Olaf is een man die het ambacht binnen de fotografie een warm hart toedraagt. Hij kan het daarom ook niet uitstaan dat opleidingen geen goede assistenten meer opleiden. “Ze willen iedereen opleiden tot ster. Er zijn veel teveel opleidingen, de helft kan wel weg. Ga juist mensen opleiden tot assistent. Mijn assistent Wouter is van grote invloed op mijn werk. Elk licht is op zijn conto. Ik leg mijn idee uit en hij maakt het licht erbij. We moeten niet alleen maar opleiden tot sterren, maar ook voor net eronder”, besluit Olaf.