Plat vermaak of prachtige volkstraditie?
Carnaval. Voor de een het mooiste feest van het jaar, voor de ander plat en dom vermaak. Fotografe Sacha Goossens groeide op in ‘s-Hertogenbosch, een stad met een grote carnavalstraditie. Zelf kreeg ze als kind niet zoveel mee van het jaarlijkse feest. “Mijn ouders hielden er niet zo van.” Jaren later krijgt ze als fotograaf alsnog de kans de traditie te leren kennen. Ze volgt een groep kinderen tijdens carnaval. Hoe worden de carnavalstradities op hen overgedragen? Met vier foto’s uit deze serie is ze geselecteerd voor Fotofestival Leiden.
“Ik durfde aanvankelijk bijna niet hardop te zeggen dat ik een serie over carnaval ging maken. Veel mensen zien het als plat en oppervlakkig vermaak. Je hebt echt twee kampen: mensen die Oeteldonk (zo heet ‘s-Hertogenbosch tijdens carnaval) proberen te ontvluchten, terwijl anderen er helemaal induiken. Die tegenstrijdigheid heb ik altijd interessant gevonden. Zelf heb ik er nooit zoveel van meegekregen, mijn ouders hadden er niet veel mee. Al is het onmogelijk om het carnaval helemaal te missen wanneer je hier woont.”
Verbroedering
‘s-Hertogenbosch is de stad met de meeste carnavalstradities en -gebruiken. “Ik wilde deze tradities onderzoeken. Hoe worden deze gebruiken doorgegeven aan kinderen, vroeg ik me af. Wat ook opvalt is de saamhorigheid onder carnavalsvierders. Het is altijd een hechte gemeenschap, waar je lastig tussen kunt komen. Die verbroedering, daar was ik naar op zoek.”
“Carnaval is een eigenlijk een spel, dat drie dagen duurt. Wanneer je de geschiedenis induikt, kom je erachter dat het rebels feest is. Onder meer de gegoede burgerij wilden het feest in het verleden verbieden. Dankzij een opstand van de Bosschenaren is het feest gered.”
Hiërarchie
“Met wat geluk ben ik er tussen gekomen. Ik kwam in contact met het Ministerie van Jeugdzaken, zoals de jeugdafdeling heet. Binnen de carnavalsvereniging is sprake van een hiërarchie. Het ministerie bestaat uit kinderen van elf jaar. Ze worden met zorg begeleid door de commissie jeugdzaken. De kinderen hebben een belangrijke taak: ze moeten het kindercarnaval uitdragen. Daarbinnen heeft iedereen zijn eigen rol. Je hebt hoogwaardigheidsbekleders zoals de Jeugdprins en Adjudant. Tevens is er een geminteraod en ruiterij. Deze rollen worden heel serieus genomen. Kinderen worden niet bij hun voornaam, maar met hun functie aangesproken.”
Het ‘carnavallen’ ging Goossens niet in de koude kleren zitten. “Ik heb ze zes dagen gevolgd. Het was heel intensief, ging de hele dag door. Van ‘s ochtends vroeg tot ’s avonds laat, bij mooi weer en regen. Dan gingen we weer naar een kroeg, dan weer naar een andere activiteit. Ik heb de intensiteit onderschat. Tijdens die dagen had ik helemaal geen tijd om na te denken over mijn foto’s. Het fotograferen ging heel intuïtief, ik moest constant paraat zijn. Het was erg vermoeiend, de hele tijd drukte om je heen. Maar het was heel bijzonder om mee te maken. Ik kon overal bij komen.”
Achtergrond
“Normaliter ga ik meedoen met de kinderen, word ik zelf ook jolig. Bij deze serie heb ik dat heel bewust niet gedaan. Ik wilde juist niet veel opvallen, een beetje opgaan in de achtergrond. Ik wilde niet dat kinderen zouden poseren. Dat ging goed. De kinderen dachten al snel niet meer over mijn aanwezigheid na. Voor hen hoorde het er gewoon bij. Kinderen die meedoen zijn speciaal geselecteerd, hebben meegedaan aan een verkiezing. Ze weten dat ze het boegbeeld zijn van de carnaval, en weten wat er van hen verwacht wordt.”
“Ik vond het best spannend om dit project te doen. Mensen doen snel lacherig over carnaval. Ik wilde juist dieper in het onderwerp duiken, al is het natuurlijk de vraag of het lukt. Het was mooi om te zien met hoeveel zorg de tradities worden overgedragen aan de jeugd. Ik heb ontzag voor de begeleiders. Ze beschermen de kinderen echt.”
Afwisseling
Goossens maakt verschillende types werk, van documentair tot geënsceneerde portretten. Rode draad zijn telkens de kinderen. “Een fotograaf zei ooit eens: je moet een keuze maken. Maar ik wil helemaal niet kiezen. Juist de combinatie tussen documentair en geënsceneerd werk bevalt me. Bij de eerste bewerk ik niets en bij de tweede kan ik alles naar mijn hand zetten. Die afwisseling heb ik ook nodig. Daarmee voorkom je dat je in een bepaald hokje wordt geduwd.” Meer informatie: www.sachagoossens.com.