Wegblijven van stereotype beelden
Fotograaf Chris de Bode maakt al jaren foto’s voor verschillende hulporganisaties. In zijn werk probeert hij te kiezen voor een andere invalshoek, wil hij weg blijven van stereotype beelden. Een manier die bij de kijker empathie oproept, waarbij de menselijke waardigheid van het onderwerp niet geschonden wordt. “Ik werk veel op het Afrikaanse content. Als fotograaf is het heel belangrijk dat je je werk op de juiste manier framed. De omstandigheden waarin je opgroeit zijn daar anders dan hier. Er gebeuren dingen waar niemand om gevraagd heeft: oorlog, honger en ziekten. Maar als je in gesprek gaat merk je dat de mensen daar dezelfde dromen hebben als de mensen hier: dromen over geluk en liefde.” Nog dit jaar hoopt De Bode een boek uit te geven waarin zijn werk van de afgelopen jaren wordt gebundeld.
“De manier waarop Afrika geportretteerd wordt is vaak stereotype. Een bloot, ondervoed kind met een vlieg in z’n oog is zo’n voorbeeld. Dit soort beelden worden vaak gebruikt bij fondsenwervende acties. Voor dat soort foto’s ga je echter wel voorbij aan de persoonlijkheid van zo’n uitgemergeld kind. Je stapt over de waardigheid van het kind heen. Tegelijkertijd blijkt uit onderzoek dat dit soort beelden, van uitgehongerde kinderen en dode dieren, ons juist aanzetten om geld te doneren. Toch blijf ik zover mogelijk van dit soort fotografie vandaan. In mijn optiek gebruik je het kind namelijk als aanklacht tegen een probleem dat het kind niet heeft veroorzaakt. Je kunt alleen maar hopen dat het kind op de foto een jaar later dankzij de hulp een heel ander kind is geworden.”
Estisch onverantwoord
“Ik kreeg ooit de opdracht om in Kenia de honger in beeld te brengen. We gingen naar een ziekenhuis, om daar ondervoede kinderen vast te leggen. Op dat moment waren er vier kindjes. Dat was echter geen uitzonderlijke situatie, in dat ziekenhuis hadden ze altijd een aantal ondervoede kinderen. Er was daar op dat moment geen honger. De opdracht heb ik daarom geweigerd. Ik vond het ethisch niet verantwoord.”
Hongersnood
“De afgelopen maanden heb ik landen bezocht waar wel sprake is van hongersnood, zoals Mozambique. Daar ben ik in een kliniek geweest voor mensen die ondervoed zijn. Het zou heel makkelijk zijn geweest om foto’s te maken van de allerergste gevallen. Ik wilde echter iets fotograferen dat beklijfd, en dacht aan de liefde tussen ouder en kind. In het ziekenhuis heb ik een doek opgehangen en voor dat doek heb ik koppels gefotografeerd. Het is een emotionele serie geworden, een serie die empathie oproept. Voor de kijker is het makkelijk zich in te leven in de ouder, die vol liefde zijn kind omarmt, bang om deze te verliezen. Het verhaal raakt mij ook.”
Stil protest
“De mensen die ik fotografeer weten wat er gaat gebeuren. Een tolk van de hulporganisatie heeft van te voren met hen gesproken. Ik probeer altijd contact te maken met de mensen, ga het gesprek aan. Dat kan over van alles gaan. De mensen hebben tevens een verklaring ondertekend dat ik ze mag fotograferen. In het geval van kinderen is dat de ouder of voogd. Vervolgens is het aan de mensen om zich open te stellen voor mij als fotograaf. Ik zorg daarom altijd voor een rustig plekje, zodat mensen zich op hun gemak voelen. Alleen dan heeft een dergelijke serie als in Mozambique zin. Het is mijn stil protest tegen de situatie. Dat kan af en toe hard zijn en bij de kijker binnenkomen.”
Positiviteit
In zijn foto’s komt naast ellende vaak iets positiefs naar voren. Zoals liefde, gastvrijheid, trots en vindingrijkheid. “Bijvoorbeeld bij een serie over de Boko Haram meisjes. Ik heb hen zo mooi mogelijk, als persoonlijkheid geportretteerd. Een ander voorbeeld betreft Kameroen, een land waar ik pas ben geweest. Ook daar is een tekort aan voedsel. Ik heb foto’s gemaakt van dingen die ik in keukens kon vinden. Een vissengraat, die mensen bewaren om smaak te geven aan voedsel. Lege sardineblikjes waar kinderen mee spelen die herinneren aan de tijd waarin sardientjes nog regelmatig op het menu stonden. Een blok hout dat gekocht moet worden op de markt of waar mensen naar op zoek moeten gaan, om te kunnen koken. Ieder dingetje heeft zijn eigen verhaal. Deze verhalen samen laten zien hoe honger werkt.”
Dit is slechts een deel van het interview met Chris de Bode. Het complete interview lees je in het juni nummer van PF.