terug

Platinum palladium printen van Hans de Kort

Een platinum palladiumprint gaat niet oxideren zoals bij een zilverprint. Een platinum palladiumprint gaat wel duizend jaar mee en misschien wel langer, maar dat heeft men natuurlijk nog niet kunnen bewijzen. Hans de Kort vertelt over zijn werk. 

 

door Werner Pellis

 

© Hans de Kort, Saskia IV

 

Hans de Kort werkte na zijn opleiding aan de academie in Den Haag heel lang als modefotograaf. Al in 1998 besloot hij om volledig digitaal te gaan werken en kwam er geen film meer in zijn camera. Maar de liefde voor de analoge fotografie bracht hem in 2012 terug naar analoge processen. In zijn vrije tijd ging hij aan de slag met edele procedés. Sinds 2018 is hij helemaal gestopt met commerciële fotografie. Nu leeft hij van de analoge fotografie. “En dat lukt net”, zegt hij zelf.
Hans de Kort werd door Koos Breukel gewezen op de platinum palladiumprints van Irving Penn. De Kort kende het uitgebreide oeuvre van Penn wel, maar was niet op de hoogte van de techniek die Penn gebruikte voor een deel van zijn vrije werk. “Ik heb het werk van Penn altijd bewonderd, maar ik wist niet dat het meestal platinum palladium printen zijn”, vertelt hij daarover. “Toen ik me er meer in ging verdiepen begreep ik wat een bijzonder printtechniek het is. Platinum palladium heeft een prachtige toonschaal en is zeer lang houdbaar. De afdrukken zijn supermat, met het juiste papier ziet dat er prachtig uit. Dat kan je eigenlijk niet in een tijdschrift met glossy papier zien, dat moet je live zien.”

 

© Hans de Kort, Saskia-III


Toonschaal

Irving Penn werkte met een ingewikkeld proces. Hij maakte drie verschillende belichtingen, een voor de lichte tonen, een voor de grijze tonen en een voor de donkere tonen, en zelfs dan heb je een vrij zachte toonschaal. Dat is een van de eigenschappen van deze techniek: een enorme toonschaal die niet bereikbaar is met een zilverprint. 
Hans de Kort maakt op een handige manier gebruik van de digitale technieken. “Ik maak van het digitale bestand (dat kan ook een gedigitaliseerd negatief zijn) een digitaal negatief. Dat negatief is afgestemd op het proces. Dat is het voordeel dat ik heb ten opzichte van fotografen uit het pre-digitale tijdperk, zoals Penn. Zij moesten bij de opname en het ontwikkelen van hun films al bedenken hoe ze later wilde gaan printen. Penn loste dat op door verschillende negatieven te schieten om de juiste curves te kunnen maken voor het platinum palladiumproces. Hans de Kort werkt met het programma Quadtone Profiler, daarmee maakt hij een curve voor de verschillende procedés. Eerst print je een grijstrap. Die wordt dan gemeten met Iprofiler en van daaruit wordt de grijstrap vertaald naar het te gebruiken proces. Want aanpassingen in het proces of papier geeft een ander curve. 

 

© Hans de Kort, Saskia IX

 

Printen
Dan gaat Hans de Kort met het materiaal aan de slag. Platinum en palladium zijn behoorlijk duur materiaal, voor een print heb je gelukkig maar weinig nodig. Met een pipetje haalt Hans de Kort van beide metalen een beetje vloeistof uit een flesje om de emulsie te maken. Hoe meer palladium in de emulsie zit hoe warmer de print is, hoe meer platinum hoe koeler. Een platinum palladiumprint kun je niet via een vergroter afdrukken, maar alleen als een contactprint. Dat betekent dat zowel het negatief als het papier plat op elkaar moeten liggen. De Kort heeft een speciaal apparaat waarbij papier en negatief vacuüm aan elkaar worden gezogen. 
Ook het papier speelt een belangrijke rol. Hahnemühle heeft een speciaal papier voor de platinum palladiumprints gemaakt. Het is van 100 procent katoen gemaakt en bevat geen witmakers of andere chemische toevoegingen. Dat draagt bij aan de houdbaarheid, maar is ook nodig omdat platinum palladium zeer gevoelig is voor andere stoffen die het proces onwerkbaar maken. Na het ontwikkelen volgen er drie spoelbaden, zodat alleen het platinium palladium overblijft. Is dit goed gedaan dan is een print wel duizend jaar houdbaar. Alhoewel, dat weten we pas echt zeker in het jaar 3000.
Het papier is van zichzelf niet lichtgevoelig. Je voegt daarom een sensitizer toe (ijzeroxalaat) die het lichtgevoelig maakt. Daarna smeer je het papier in met een mengsel van platinum, palladium, ijzeroxalaat en diverse zouten. Dit is een zorgvuldig proces. Daarna moet je de emulsie in het papier laten indrogen en vervolgens het liefst meteen printen. Het platinum en palladium is dan in het papier getrokken. De ontwikkelaar werkt als katalysator. Dat wil zeggen dat ontwikkelaar alleen als functie heeft om het proces van beeldvorming op het papier in gang te zetten. De afdruk hoeft daarna niet gefixeerd te worden en er kan bij daglicht gewerkt worden. 

“Weet je wat het zo boeiend maakt?”, vraagt Hans de Kort. “Een kleine verandering in het proces geeft meteen een ander resultaat. Het is een beetje als koken. Elke print is anders, dat maakt het spannend en mooi tegelijk. Ook de toon van de prints vind ik prachtig.”

Investering
Het atelier van Hans bevindt zich in een woonwijk in Hilversum. Tussen woningen van het begin van de vorige eeuw, bevindt zich een oprit naar een wat ouder bedrijfspand. Hier hebben verschillende creatieven hun werkplek. De werkplek van Hans bevindt zich op de eerste verdieping. In een gedeelte van deze ruimte heeft hij een daglichtstudio. “Dat licht en die ramen zijn een van de belangrijkste redenen dat ik voor deze ruimte heb gekozen. Het is een geweldige plek”, vertelt hij. Het is niet makkelijk om van dit werk te leven. Het materiaal is erg duur en het printproces tijdrovend. “Je bent zo een halve dag bezig”. 

Een portret gemaakt door Hans de Kort is een behoorlijke investering, maar gezien de tijd en de kosten van het materiaal kan dat ook niet anders. “Potassium Tetrachloroplatinate, het platinum zout, dat je gebruikt bij het PtPd proces, kost € 400 voor 50 ml. Voor palladium hetzelfde verhaal. Dat laatste jaren zijn de prijzen van edelmetalen verviervoudigd. Dat heeft met name te maken met het gebruik van deze materialen in elektrische auto’s.”

Brieven van Van Gogh

Momenteel exposeert Hans de Kort in het Vincent van Goghhuis in Zundert met zijn Van Gogh serie. “Zijn brieven vind ik fascinerend en ik raakte geïnteresseerd naar de plekken waar hij was geweest. Dus heb ik mijn klassieke technische camera in een busje geladen en ben ik naar plekken gereden waar hij gelopen, getekend en geschilderd heeft. Omdat ik daarmee op aluminium platen fotografeer en deze snel ontwikkeld moeten worden, heb ik achter het busje ook een doka ingericht. Het is een ‘ongoing’ proces. Ik ben in Zundert geweest en heb daar de prunus gefotografeerd die in de tuin van Vincents geboortehuis staat. Die boom is een ent van de boom die er in Vincents tijd stond. Maar ik ben ook in Etten-leur en op meer plekken in Nederland geweest. De Borinage in Wallonië is de volgende plek waar ik naar toe wil.
Ik kom uit Breda en ben opgegroeid in dezelfde omgeving als Vincent, die in Zundert geboren en opgegroeid is. Ik zag mezelf lopen in het landschap dat hij beschreef, toen ik zijn brieven aan het lezen was. Ik herkende het uit mijn eigen jeugd.”

Save the date: 4 juli is de opening in Museum IJsselstein