Photokina: Pretbeurs of vakbeurs?
Gaan we nog naar de Photokina? was de vraag die eind september onder veel vakfotografen gonsde. Opvallend genoeg stelde ook veel standhouders zich deze vraag. De iconische fotobeurs, al sinds 1950 consequent elke twee jaar in september gehouden in Keulen, is onmiskenbaar aan het veranderen. Er is een nieuwe opzet, er zijn minder hallen en hij duurt minder dagen. Vanaf volgend jaar wordt hij bovendien niet meer in september maar in mei gehouden. Een bezoek maakt veel duidelijk: de Photokina legt het zwaartepunt meer bij de consument en minder bij de professional.
Op het buitenplein tussen de hallen in schijnt de zon als vanouds. Mensen zitten uit te blazen van alle indrukken of staan in de rij voor een braadworst. Toch is er iets dat anders is. De roofvogels, die boven het plein traditioneel hun duikvluchten uitvoerden, zijn vervangen door hun digitale evenknie, drones van DJI. De vogels werden altijd ingehuurd, de drones horen bij de inboedel van de beurs. Een metafoor voor de ontwikkelingen in fotografieland?
Als we de beursvloeren opgaan lijkt er op het eerste gezicht niks aan de hand. Het is druk, de stands zijn groot en er is reuring genoeg. Wel valt op, dat veel fabrikanten en projecten overmatig veel ruimte om de stand heen hebben gekregen. Tentoonstellingen, onder andere met als thema “elke foto is het waard te printen”, nemen enorme oppervlaktes op de beursvloeren in.
De afgelopen edities is de Photokina stelselmatig kleiner van opzet geworden. Waren er in 2006 nog tien hallen, nu vullen de fabrikanten ‘slechts’ viereneenhalve hal. Bij sommige roltrappen kijken we de gapende gaten in naar beneden, grote gordijnen blokken het zicht op de lege hallen. Ook is de beurs ingekort tot vier dagen, waar het voorheen zes dagen waren. De beurs lijkt in een struggle to survival beland. En dat terwijl de bezoekersaantallen (volgens de persberichten van de Kolner Messe zelf) niet afnemen. Een steady crowd van 190.000 bezoekers vult de hallen elke twee jaar. De vraag is wel hoe de verdeling van de bezoekers is. Het is immers geen vakbeurs, de Messe mikt op een gecombineerde doelgroep met consumenten. Traditioneel lag de verhouding consumenten en professionals op 50/50, waarbij de consumenten vooral kwamen om de professionele apparatuur ook eens in het echt te zien. Dit lijkt veranderd, steeds meer consumentenproducten veroveren de beursvloer, zoals Lomo, de Russische speelcamera’s. Ook Cewe fotoboek heeft een enorme hal tot zijn beschikking, waar dat vroeger echt een kleine stand was. Merken met een duidelijke professionele doelgroep, zoals Hasselblad en Phase One, vinden we op een beperkt aantal vierkante meters terug.
Het feit dat de beurs vanaf volgend jaar in mei wordt gehouden, lijkt ook een teken aan de wand. Professionals laten zich eerder in september verleiden tot nieuwe aankopen, als de vakanties erop zitten en de hoofden vol nieuwe ideeën zitten. In mei is diezelfde pro bezig de opdrachten voor de zomer af te ronden. Consumenten daarentegen bereiden zich voor op de vakantie, en daar is de behoefte aan nieuwe apparatuur dus groot.
Spielerei
De reuring is gebleven dus, maar hij is wel anders dan anders. Olympus heeft een hal vol spielerei, je kunt zelf op de foto op een schommel, in een spiegel en dergelijke. Niet echt iets wat voor de vakfotograaf is weggelegd. Een paar jaar geleden was dezelfde hal nog gevuld met een overzichtstentoonstelling van Magnumfotograaf Martin Parr. Het gehalte dansende vrouwen met doeken, jongens op crossfietsen en paaldanseressen is groter geworden. De presentaties zijn laagdrempeliger, er is zelfs ergens een knutselworkshop. Een hardcase fabrikant mikt op een heel andere doelgroep met voorgevormde interieurs voor grote geweren.
Je kunt als fotograaf heel zwart-wit gaan kijken en je ergeren aan alle consumentenattracties. Er is voor de professionele fotograaf echter voldoende te zien en te doen. Wel is het handig van tevoren de route uit te stippelen. Zo voorkom je dat je halverwege de middag de opties hebt bekeken, en dan pas gaat kiezen. Nikon had interessante interessante lezingen, waaronder die van natuurfotograaf David Yarrow, een grootheid in zijn genre. Ook Fuji heeft met de première van de tentoonstelling Home groots uitgepakt voor de professional. Een aantal Magnumfotografen heeft speciaal hiervoor hun interpretatie van het thema thuis gegeven. Er hangt prachtig werk van Trente Parke, maar ook van oudgedienden Antoine D’Agata, en zelfs mastodont Elliott Erwitt heeft aan dit project meegewerkt. Ergens staat de goeroe van de digitale nabewerking Guy Gowan te presenteren. In de stand van Wacom geeft hij nuttige workflow tips. De man verdient een beter podium.
Look and feel
Als professional wil je natuurlijk vooral apparatuur zien. Camera’s, maar ook randapparatuur. Aanraken en er mee spelen is de belangrijkste reden voor de vakfotograaf om naar Keulen af te reizen. Het kooptraject is meestal aanraken-denken-nog een keer denken-online bestellen. Het eerste deel is hier dus goed te doen. Daarnaast is het lekker om weer even geïnspireerd te raken door de exposities. En als toetje pak je een aantal presentaties mee, waaronder die van Adobe, waardoor je weer helemaal bij bent met de digitale workflow. Dat laatste was dit keer helaas onmogelijk, Adobe schitterde door afwezigheid.
Je kunt zeggen dat een look and feel van de nieuwe producten voor de vakfotograaf niet meer nodig is. Maar waar vind je alle nieuwe modellen nog bij elkaar? En waar kun je anoniem, zonder verkopers met een agenda, alle modellen in een dag bekijken? Alleen op een beurs als deze. Natuurlijk geven fabrikanten door het jaar heen al diverse mogelijkheden om hun producten aan te raken. Zo zijn er de sensor clean dagen, waarbij een fabrikant ter plekke in een winkel komt en een hele reeks objectieven en body’s ter bezichtiging meeneemt. Ook zijn er binnenlandse beurzen, waarbij de Professional Imaging de belangrijkste is. Daarnaast is het fotowinkellandschap zo ingericht, dat er alleen nog grote spelers zijn. De Cameranu’s, Cameratools’ en Cameralands hebben als grote kracht dat ze alle apparatuur on display hebben, in mooie overzichtelijke kasten per merk gerangschikt.
Troeven
Een deel van de kracht van de beurs komt voort uit de aankondigingen die er op de persdag voorafgaand aan de beurs worden gedaan. Alle fabrikanten geven op de dinsdag (voorheen maandag) hun nieuwste troeven vrij, die dan ook direct op de beurs te zien zijn. Dat hier een kentering in zit, zien we aan grootheden Nikon en Canon, die aparte evenementen organiseerden om de nieuwe spiegelloze camera’s te presenteren. Overigens nog wel net voor de Photokina. Maar hoe zal dat volgend jaar zijn? Een rondvraag op de beurs geeft geen duidelijkheid. Het is duidelijk dat er op elkaar gewacht wordt. De kaarten liggen nog niet op tafel. Volgens de organisatie hebben de meeste fabrikanten voor 2019 getekend, en is het vooral spannend hoe het in 2020 zal gaan. De Photokina heeft duidelijk een gok gewaagd met de nieuwe insteek.
Er kleven natuurlijk ook nadelen aan het bezoeken van een dermate grote beurs. Sowieso kost het een hele werkdag, met de nodige reis- en parkeerkosten. Dan hebben we het nog niet over het toegangskaartje van 57 euro. Hiervoor krijg je krenten, maar ook veel pap. En dat alles in een snelkookpan, zonder genoeg tijd om de ene stand te verwerken, want de volgende komt je alweer tegemoet. Het is een beetje het all-inclusive idee, het all you can eat concept, maar dan wel wat de Photokina voorschotelt.
Wellicht is het tijd om proactief een eigen route uit te gaan stippelen, met als ingrediënten: door het jaar heen een aantal presentaties van producten bezoeken, een workshop links en rechts, en de nodige exposities in de fotomusea. Zo creëer je een à la carte menu voor het bijhouden van je kennis. En dat zonder het ontwijken van alle randverschijnselen die een gecombineerde consumenten/vakbeurs nu eenmaal met zich mee brengt.
foto's: Jeroen Jazet
Dit artikel wordt je aangeboden door Pf. Wil je meer lezen bestel dan nummer 8 of neem een abonnement. Ben je student dan krijg je 50% korting. Ga naar onze pagina: over Pf
Pf studenten abonnement.
|
€ 49,75 ex. BTW |