terug

Met Fujifilm de coronanacht in

Na een carrière van meer dan twintig jaar in de reclamefotografie verlegde Annabel Oosteweeghel in 2014 haar focus naar het maken van eigen projecten. Ze schiet niet langer full time glossy lifestyle foto’s voor jaarverslagen van multinationals, maar zoekt de vergankelijkheid en introspectie op. Technisch is ze haar manier van werken wel trouw gebleven. Een onderdeel hiervan is het gebruik van middenformaatcamera’s. Recent is ze overgestapt van haar oude liefde Hasselblad naar een nieuwe Fujifilm GFX100. Ze legt uit waarom.

door Jan Paul Mioulet

Annabel Oosteweeghel is net terug van een nacht dwalen door donker Rotterdam om een serie te maken over de gevolgen van de avondklok als ze plaats neemt voor de webcam voor een interview. De foto’s die ze heeft gemaakt, zijn niet van rellende jongeren die winkels plunderen of auto’s in brand steken. Ze heeft de leegte en de stilte opgezocht waar vrijwel de hele Nederlandse bevolking in leefde tijdens de invoering van de strengste maatregelen om corona tegen te gaan. Het is typerend voor het werk van Oosteweeghel, dat – onder andere – gaat over verlaten huizen, verliefde oude mensen en slapeloosheid. Het zijn zware onderwerpen voor iemand die zelf heel luchtig en vrolijk over komt. Het zijn dan ook niet per se onderwerpen uit haar eigen leven, maar wel thema’s die haar interesseren en ontroeren. Door haar werk voor onder meer NRC Handelsblad zit ze geregeld “aan de keukentafel met mensen die de meest vreselijke verhalen vertellen”, zoals Oosteweeghel het omschrijft. Hierdoor krijgt ze een inkijkje in wat er verscholen onder de oppervlakte leeft in de samenleving. Dat geeft haar weer ideeën voor eigen series als Old Love en Insomnia. “Het zijn emotionele verhalen die me empathisch en dankbaar maken voor alles wat ik heb in mijn leven.”

Verhalen vertellen
Na een opleiding Audiovisuele Vormgeving aan het St. Joost in Breda stortte Oosteweeghel zich op de fotografie. Dat medium gaf haar de mogelijkheid om sneller en zelfstandiger te kunnen werken dan met film. Vanuit haar studie nam ze wel haar filmische manier van kijken en de ervaring in het vertellen van verhalen mee. Ook is ze gewend om een productie op te zetten en te werken met mensen op een set. Al die vaardigheden heeft ze toegepast in haar reclamewerk en ze gebruikt ze ook nog steeds in haar eigen projecten.

Haar doorbraak als autonoom fotograaf beleefde ze in 2014 met de serie Oblivious. Nadat ze uit Amsterdam verhuisde richting de kust, ontdekte ze in de duinen twee leegstaande bungalows uit de jaren ‘60. Na contact met de vroegere bewoners en nabestaanden keerde terug ze met modellen om op locatie twee verhalen in beelden te vertalen. Oblivious gaat over een oudere vrouw die in een van de bungalows woonde tot ze moest worden opgenomen en een echtpaar dat in de andere bungalow woonde. De serie zorgde voor veel publiciteit en leidde uiteindelijk tot exposities en een boek. Oosteweeghel: “Het was fantastisch om onafhankelijk het werk te maken dat ik wilde maken en mijn eigen verhalen te vertellen.”

Het werken met oudere modellen inspireerde haar mede voor de serie Old Love over ouderen en intimiteit, die in 2017 in Museum Hilversum hing. Recent is het project Insomnia tot stand gekomen, dat gaat over mensen die leiden aan slapeloosheid en dat te zien was in Museum De Fundatie. Van Insomnia is ook een fotoboek verschenen. Haar vrije werk zorgt er ook weer voor dat ze wordt opgemerkt door art directors die haar vervolgens weer vragen voor opdrachten en zo is de cirkel weer rond.

Foto bij een artikel in NRC Handelsblad over het coronabeleid. Model: Tani Leisink. Foto: Annabel Oosteweeghel. Fujifilm GFX100 met Fujinon 63mm F2.8R WR, 1/60e sec F2.8 ISO 10.000.

Techniek en esthetiek
Nadat ze twintig jaar lang ‘the shining bright life’ heeft gefotografeerd voor reclamebureaus, is Oosteweeghel zich nu steeds bewuster aan het worden van hoe krachtig het medium fotografie is om verhalen te vertellen die er toe doen. Daarvoor gebruikt ze nog steeds zoveel mogelijk dezelfde techniek en esthetiek die ze voor haar reclamewerk heeft toegepast. Aan de ene kant is dat omdat die manier van werken haar geen moeite kost, waardoor ze op de set, als alles staat, zich als een vis in het water voelt en kan spelen met het onderwerp. Aan de andere kant doet ze het omdat ze heeft gemerkt dat zware onderwerpen door de esthetiek toegankelijker worden en mensen eerder bereid zijn zich in de foto’s te verdiepen. De schoonheid van de beelden is dan ook geen doel op zich, maar een middel om de aandacht op de beelden te vestigen.

Naast het gebruik van licht voor het creëren van sfeer, is voor Oosteweeghel de camera een belangrijk onderdeel van de kwaliteit die ze nastreeft. Aan het begin van haar loopbaan was dat een Mamiya 6×7 camera, die ze verving door een Hasselblad H1 toen ze digitaal ging. De beelden die ze daarmee maakt, vindt ze qua kleur en scherpte zo verschillen van kleinbeeld, dat er voor haar eigenlijk geen andere keus is. Inmiddels heeft ze daar 6 objectieven bij en is de H1 voorzien van een 60 megapixel PhaseOne back.

De overstap
Voor veel fotografen is dat een set om van te watertanden, maar kort geleden heeft Oosteweeghel de overstap gemaakt naar de Fujifilm GFX100 middenformaat camera met 100 megapixel sensor. Verder zitten er in haar tas drie objectieven: de Fujinon 23mm F4R LM WR, de Fujinon 63mm F2.8R WR en de Fujinon 110mm F2R LM WR. De belangrijkste reden voor de overstap was de grotere mobiliteit die de GFX100 geeft. De Hasselblad excelleert volgens haar in statisch werk vanaf statief op lage gevoeligheden. Daarbij werkt ze het liefst vanaf een laptop en heeft ze vaak veel extra licht nodig. “De Hasselblad is verschrikkelijk mooi”, zegt Oosteweeghel. “Maar ik ben de hele week op pad en voor wat ik nu doe is hij gewoon te langzaam.”

Voor haar series voor de krant wilde ze meer uit de hand werken en zocht ze een camera waarmee ze desnoods “midden in de nacht met slecht weer boven op een dak kon klimmen” voor een foto. Kleinbeeld was voor haar geen optie, zelfs niet voor de krant. “Als ik een foto ga maken, dan wil ik gewoon de allermooiste foto maken die ik kan maken”, zegt Oosteweeghel. De Fujifilm GFX100 kende ze al via een bevriende fotograaf en ze wist welke beeldkwaliteit de camera kon leveren. “Wat me verder bevalt is dat de autofocus heel snel is en dat ik ermee op 10.000 ISO kan schieten en dan ziet het er nog goed uit.”

De ingebouwde beeldstabilisatie helpt ook om scherpe beelden te krijgen als de sluitertijden wat langer worden. Een scherp portret in een donkere ruimte maakt ze nu moeiteloos uit de hand met wat inflitsen en een sluitertijd van 1/20e om de achtergrond wat door te belichten. Het was wel even wennen aan de bediening, die bij de GFX100 nogal afwijkt van andere camera’s en zelfs anders is dan van de APS-C camera’s van Fuji. “De eerste week was ik een beetje in paniek”, zegt Oosteweeghel. “Met al die knoppen leek het meer een halve computer dan een camera.” Na twee weken had ze de camera echter volledig onder de knie en kan ze er heel snel mee werken. “Je moet zo’n camera gewoon vereenvoudigen door uit te zoeken wat je nodig hebt en vergeten wat er nog meer op zit.”

De opnames die ze in de nacht in Rotterdam uit de hand heeft gemaakt tijdens de avondklok, had ze met haar Hasselblad nooit zo makkelijk kunnen maken. De Fujifilm inspireert haar om te zoeken naar nieuwe manieren van werken, naar het maken van kleinere en intiemere fotografie, omdat ze niet langer voor ieder project een heel team nodig heeft. “Ik kan nu met een klein tasje met een paar objectieven op stap zonder statief of lampen en toch topbeelden maken die er ook technisch goed uitzien”, zegt Oosteweeghel. “Hierdoor kan ik nu veel vrijer werken.”

Mocht je de komende tijd meer willen weten over CAMERA’S, neem dan nu een abonnement op Pf Fotografie Magazine! Ga naar: www.pf.nl/aanbieding-2