Kati Horna: Compassie en Engagement in Cobra Museum
Kati Horna, Compassie en Engagement
Te zien vanaf 2 maart in Cobra Museum in Amstelveen
Het is oktober 1939 als het schip De Grassede haven van Le Havre verlaat, op weg naar New York. De groep migranten aan boord heeft als eindbestemming Mexico. Sinds het uitbreken van de Spaanse Burgeroorlog in 1936 steunt de Mexicaanse overheid de Spaanse Republiek en wordt een stroom aan nieuwkomers verwelkomt. De 27-jarige fotograaf Kati Horna (Boedapest, 1912 – Mexico-Stad, 2000) is een van de migranten aan boord. In Mexico krijgt zij het staatsburgerschap en ze zal er tot haar dood blijven wonen. Horna’s vlucht naar Mexico is een van de vele omzwervingen die zij in haar leven maakt. Deze bepalen in grote mate haar werk.
Kati Horna wordt in 1912 als Katalin Deutsch Blaugeboren in het destijds politiek onrustige Boedapest. Het geweld, onrecht en de angst waar zij in haar jeugd mee geconfronteerd wordt, vormen haar als fotograaf. Haar verblijf in Berlijn in 1931 is eveneens bepalend. Niet alleen vanwege de dreiging van Hitlers bewind, maar ook door haar kennismaking met bekende fotografen uit de Hongaarse fotografie zoals Robert Capa (waarmee ze een levenslange vriendschap opbouwt), László Moholy-Nagy en Simon Guttman. Uiteindelijk wordt de dreiging van de opkomende nazi’s te groot, verlaat ze Berlijn en gaat ze terug naar Boedapest. Ze volgt een privéopleiding bij de destijds bekende fotograaf József Pécsi die haar laat experimenteren met collages en fotomontages. Dit vroege werk van Horna is duidelijk beïnvloed door de avant-garde bewegingen van jaren dertig.
Het bewind van de fascistische Hongaarse dictatorMiklós Horthy dwingt Horna in 1933 naar Parijs te vertrekken. Hier ontwikkelt ze zich verder als fotograaf, en legt ze met een geheel eigen gevoel voor ironie en poëzie, de straten en cafés vast. De geboortestad van het surrealisme stimuleert haar voorkeur voor dichterlijke en geënsceneerde beelden. Grote bekendheid als fotograaf verwerft Horna echter pas een aantal jaar later door een propagandaopdracht van de Spaanse republikeinse overheid. Ze fotografeert tussen 1937 en 1939 de Spaanse Burgeroorlog. Als een van de weinige vrouwen aan het front brengt ze de republikeinse troepen in beeld die tegen de dictator Franco vechten. Vooral de gevolgen van de oorlog op het dagelijks leven, in het bijzonder dat van vrouwen en kinderen, wekken haar interesse. Horna wordt in deze periode redacteur van het Spaanse tijdschrift Umbral, waar ze haar toekomstige echtgenoot José Horna leert kennen. Samen met hem vertrekt ze na het einde van de burgeroorlog naar Parijs. Hier begint Kati Horna met het maken van foto’s van maskers en poppen, die terugkerende elementen zouden blijven in haar werk.
Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in 1939 moet Kati Horna opnieuw vluchten. Ditmaal vlucht ze met haar man naar Mexico, waar ze haar fotografiecarrière vervolgt. De kunstenaarsgemeenschap in dat land verwelkomt de Europese intellectuele migranten met terughoudendheid. De kijk op kunst van de nieuwkomers staat ver af van de Mexicaanse kunst, waarin nationale trots een grote rol speelt. Desondanks wordt Horna één van de meest actieve fotografen van de stad en worden haar foto’s rijkelijk gepubliceerd in kranten en tijdschriften als El arte de cocinar, SeguroSocial, MexicoThis Month, Tiempo, S.noben Diseño. Ze maakt bijvoorbeeld reportages over de wantoestanden in psychiatrische instellingen, zoals Nosotros(1944)en La Castañeda (omstreeks1960). Haar werk wordt ook persoonlijker, zo documenteert ze haar ervaringen als vrouw en feminist (Woman with Mask, 1962) en maakt ze een serie over vampiers (History of a Vampire: It Happened in Coyoacán, 1962). Ze is ondertussen actief in verschillende artistieke en intellectuele kringen in Mexico, samen met onder meer de surrealistische kunstenaars Leonora Carrington en Remedios Varo en beeldhouwer en architect Mathias Goeritz.
Kati Horna behoort tot een generatie fotografen die in de jaren dertig gedwongen wordt Hongarije te ontvluchten vanwege de massale volksopstand tegen het stalinistische bewind en de dreiging van de nazi’s. Tot hen behoren ook Eva Besnyö (Hongarije, 1910 – Nederland, 2003) en Ata Kandó (Hongarije, 1913 – Nederland, 2017), die zich beiden later in Nederland vestigen. Van hen wordt in sub-presentaties van de tentoonstelling Kati Horna, Compassie en Engagement werk getoond. Hierin is te zien hoe ook deze fotografen hun camera inzetten als politiek wapen voor een betere wereld.
Als fotograaf verkoos Kati Horna altijd betrokkenheid bij haar onderwerpen boven het artistieke sterrendom. Hierdoor kreeg zij niet de bekendheid bij het grote publiek – in tegenstelling tot haar generatie- en landgenoten Brassaï, Robert Capa, André Kertész en László Moholy-Nagy. De tentoonstelling Kati Horna, Compassie en Engagementdraagt bij aan de internationale erkenning van een veelzijdig, sociaal betrokken en humanistische fotograaf die een grote artistieke creativiteit in zich had en van groot belang is geweest voor de fotojournalistiek.
Colección Archivo Privado de Fotografía y Gráfica Kati y José Horna © 2005 -2018 Ana María Horna y Fernández.