Jeff Cowen: Vervagende schoonheid
De fotoafdrukken van Jeff Cowen lijken eerder uit de vorige eeuw te komen dan van deze tijd te zijn. Hij laat zich niet leiden door deze tijd van digitale technieken, in tegendeel zijn werk bestaat volledig uit analoge fotografie, die hij als een kunstschilder benadert.
Dertig jaar geleden begon Cowen als straatfotograaf in New-York, omdat hij gefascineerd raakte door de mensen op straat. Hij zag het unieke in ieder mens en de poëzie van de New Yorkse straten. Maar de externe factoren, zoals licht en de hectiek van de straat belemmerde hem om uitdrukking te geven aan zijn gevoel. Cowen wilde controle hebben over wat hij zag en begon met het maken van portretten in zijn eigen studio.
Een bekende foto van Cowen is het portret van Golshifteh. Via een goede vriend ontmoette hij haar in Parijs, waar hij toentertijd woonde. In het portret kun je zien dat hij haar op een niet traditionele manier fotografeerde. Hij haalde Goldshifteh uit het tijdsverband en zocht naar de spirituele diepte van haar persoon. Ze kijkt verstilt, omdat Cowen een lange sluitertijd heeft gebruikt, te zien aan de onscherpte van het beeld. In vergelijking met Henri Cartier Bresson’s beslissende moment fotografeerde Cowen juist geen momentopnames maar opnames die het innerlijke van hemzelf reflecteren. Met zijn werk zoekt hij naar de essentie van emotionele momenten. Hij vertelde tijdens een interview in de Donkere Kamer van 24 april 2017: “Het is net als schrijven, waarbij je de onnodige woorden weglaat.”
Nadat Cowen zijn diploma in de Oriëntalistiek had behaald, kwam hij erachter dat hij zich geen wetenschapper voelde maar een kunstenaar. Hij wilde zijn leven niet in de bibliotheek doorbrengen. Hij wilde zich bezighouden met zijn gedachtes en gevoelens en zocht hier een uitingsmanier voor. In 1987 studeerde hij voor een jaar in Japan. Hier kwam hij in aanraking met de Japanse filosofische term wabi-sabi, een filosofie die gaat over de waardering van imperfecties, maar ook over de waardering van het moment waarin men zich nu bevindt. ‘Wabi’ is het Japanse woord voor de essentie van dingen, de eenvoud. Sabi betekent de schoonheid van het vergankelijke door de voorbijgaande tijd. De schoonheid vervaagt en alles gaat voorbij. Met de blik van wabi-sabi kijkt Cowen naar de wereld. Dat zie je vooral terug in zijn serie Sculpture Photographs. Door de tijd heen zie je de erosie van de sculpturen. In zijn woorden: “Alle dingen zullen verdwijnen en de schoonheid zal vervagen. Ik denk dat deze waarheid elke menselijke ervaring infiltreert, namelijk dat alles zal verdwijnen en vergaan.”
De kunstenaar Cowen combineert zijn fotografie met schildertechnieken. Hierbij gebruikt hij traditionele thema’s in de schilderkunst zoals landschap, stillevens en portretten. Jeff Cowen fotografeert, maar werkt met zijn handen. Hij noemt zichzelf een ‘drukker’ in plaats van fotograaf of schilder. Hij fotografeert alles met een 8 x 10 inch analoge camera. Zijn kunstwerken ontstaan in zijn atelier, waar hij zijn negatieven ontwikkelt, afdrukt en vervolgens beschildert. Hij hangt eerst kleine afdrukken van zijn negatieven in zijn studio op, die hij langdurig bestudeert. Wanneer een beeld hem voor een langere tijd intrigeert maakt hij een grote afdruk, die hij bewerkt met emulsies. Vervolgens verwerkt hij de foto met schildertechniek, collagetechnieken en inkepingen. Daarna wordt het werk op een ondergrond vastgepind. Cowen voegt met tape lagen toe aan zijn foto’s, waardoor zijn werk een indruk krijgt van een ‘doorleefde schoonheid’. Hij werkt soms maanden of soms wel jaren aan een enkel kunstwerk. Soms ontstaat het werk in één keer. Veel van zijn werken zijn daarom unica. Dat kun je zien door de subtiele kleuren die hij over zijn zwartwit foto’s geschilderd heeft. Sommige foto’s hebben wel de grootte van 1.80 meter bij 1.40 meter. In sommige kunstcollages zie je hoe Cowen delen van zijn foto’s aan heeft gevestigd met tape. In boekdruk of op een beeldscherm lijken de kunstwerken egale oppervlaktes, maar in de werkelijkheid zie je de texturen die hij aan zijn werk heeft gebracht.
Jeff Cowen (1966 New York) woont en werkt in Berlijn. Van 1985 tot 1988 studeerde hij Oriëntalistiek aan de New York University. Van 1986 tot 1987 studeerde hij aan de Waseda Universiteit van Tokio. Van 1987 tot 1990 werkte hij als straatfotograaf. In dezelfde periode was hij assistent bij Ralph Gibson en Larry Clark. Hij kwam daar in aanraking met doka-technieken. Vanaf 1994 tot 1997 studeerde hij aan de kunstacademie in New York. Tijdens deze studie begon hij fotografie met een schilderkunstige manier te benaderen. In 2001 vertrok hij naar Parijs en in 2007 verhuisde hij naar Berlijn waar zijn werken steeds schilderachtiger en structuur-gerelateerde aspecten kregen.
De kunstwerken van Jeff Cowen zijn tot en met 4 juni 2017 te zien in Huis Marseille te Amsterdam.