Hoe leg je historische gebouwen vast?
Op het eerste gezicht lijkt het vastleggen van historische gebouwen een vrij eenvoudige opgave. Je objecten bewegen immers niet en veel monumentale panden zien er van zichzelf al mooi uit. Dit is echter te simpel gedacht. In de praktijk blijkt het vaak namelijk behoorlijk lastig om een mooi gebouw op een aantrekkelijke manier op de foto te zetten. Daarom zijn hier een aantal tips om je alvast op weg te helpen.
Bereid je goed voor
Als je een historisch gebouw fotografeert, maak je in feite een portret van het bouwwerk. Hierbij wil je dat het karakter van deze locatie goed uit de verf komt. Zo’n foto is in bijna alle gevallen niet in een paar seconden gemaakt. Zomaar op goed geluk een stad afstruinen tot je op een geschikte locatie stuit, werkt daarom vaak niet. Beter is het om vooraf je huiswerk te doen. Zoek online of via reisgidsen uit welke gebouwen je wilt fotograferen. Heb je eenmaal een gebouw gevonden, dan kan je voor jezelf bepalen hoe je hem vast wil leggen. Denk hierbij onder andere aan compositie, perspectief en belichting. Door dit vooraf te bepalen, bespaar je jezelf eenmaal op locatie een hoop tijd en frustratie.
Bezoek de locatie eerst zonder camera
Niet al je voorkennis over een gebouw kan je uit de boeken of internetartikelen halen. Ga daarom eerst zonder camera bij de locatie langs. Bekijk het bouwwerk eens goed vanuit verschillende invalshoeken en loop er een paar keer omheen, om alvast de beste standpunten en beeldhoeken bepalen. Daarnaast is dit ook een geschikte manier om alvast de sfeer van de locatie te proeven en te bedenken wat voor compositie je wilt gebruiken. Om het nuttige met het aangename te combineren, kan je hier ook een uitstapje van maken. Ga je bijvoorbeeld de schilderachtige grachtenpanden in onze hoofdstad fotograferen, dan kan het geen kwaad om eens een boottocht door de Amsterdamse grachten te maken om inspiratie op te doen.
Wacht tot het juiste tijdstip
Bij architectuurfotografie zijn de beste fotomomenten meestal aan het begin en einde van de dag. Historische gebouwen vormen hier vanzelfsprekend geen uitzondering op. Rond zonsopkomst en -ondergang is het licht nog zacht, waardoor het contrast tussen door zon beschenen gedeelten van het gebouw en schaduwen veel minder sterk is dan midden op de dag. Hierdoor vertonen je foto’s meer details. Bovendien geeft het oranjerode zonlicht in de vroege en late uurtjes gebouwen een extra warme uitstraling.
Is de de zon eenmaal ondergegaan, dan kan je nog steeds mooie plaatjes schieten. Op onbewolkte dagen is er tot een uur na zonsondergang namelijk nog genoeg licht om interessante foto’s te maken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het kleurenspel tussen het geel en blauw in de hemel, of het steeds sterker wordende kunstlicht. Dit biedt meer dan genoeg mogelijkheden voor een creatieve foto.
Gebruik een groothoeklens
Bij het vastleggen van gebouwen is een groothoeklens onmisbaar. Met deze lenzen heb je namelijk een veel wijder bereik, waardoor je goed de sfeer van een bepaald landschap kan overbrengen. Bovendien krijg je zo meer diepte in je foto’s en kan je gebouwen in hun geheel op de foto zetten. Dit is een enorm pluspunt bij het fotograferen van historische gebouwen, omdat je hierbij vaak de oude binnensteden in moet, met smalle steegjes. Met een reguliere lens zal het je in zo’n krappe ruimte meestal niet lukken om hoge gebouwen in hun geheel vast te leggen, maar met een groothoek moet dit geen probleem zijn. Denk hierbij aan een brandpuntafstand van 15 tot 24mm. Ook kan het geen kwaad om een statief mee te nemen. Een statief opstellen kost namelijk tijd, waardoor je als het ware gedwongen wordt om zorgvuldiger te werken. Als je immers elke keer je statief opnieuw moet opstellen, ga je vanzelf minder snapshots nemen en beter nadenken over de beste standpunten voor je foto’s.