terug

Maxim Februari opent Noorderlicht Fotofestival 2019

Zaterdag 5 oktober werd in Groningen de 26e editie van Noorderlicht Fotofestival geopend door columnist en filosoof Maxim Februari met een komische maar tevens serieuze toespraak over de macht van Google. De toespraak sloot aan bij het thema van het Festival met de titel Taxed To the Max, dat dit keer gaat over de invloed van de grote bedrijven in een mondiale economie. Fotofestival Noorderlicht is geopend van 6 oktober tot 1 december 2019. Pf mocht van Februari de tekst integraal publiceren. Hieronder kun je de toespraak in zijn geheel teruglezen.

© Ton Hendriks/Maxim Februari tijdens toespraak Noorderlicht.

De privatisering van alles

door Maxim Februari

Ik spreek hier niet namens Google. Ik stel er prijs op u dat vooraf te vertellen. Ik ben niet in dienst van. Niet verknoopt met. Niet betaald door. Ik ben het laatste restje ongerepte onafhankelijkheid.

Dat is best het vermelden waard. Zeker in een intellectuele omgeving waarin iedereen geld ontvangt van techbedrijf Google. De pers, de omroepen, de wetenschappelijke instellingen, de onderzoeksinstellingen: ze krijgen allemaal donaties. Uzelf als de enige andere uitzondering natuurlijk ook niet, maar de mensen aan uw rechter- en linkerzijde zitten al wel in de zak van het grootkapitaal.

We zouden hier alarm kunnen slaan over overnames ter grootte van honderden miljarden dollars waarmee techbedrijven het hotelwezen en de vervoersector mondiaal ontwrichten; maar we kunnen dus ook dichter bij huis kijken naar de vrije pers en de universiteiten, instellingen van de lokale democratie.

Niet uit balorigheid of om vervelend te doen. Dat zou uitermate onverstandig en onzakelijk van me zijn, want ik verdien zelf mijn geld bij die instellingen van de democratie. Maar omdat het belangrijk is te weten hoe ver de tentakels van een bedrijf als Google zich uitstrekken, tot diep in het zoete water van het kritisch denken.

In de afgelopen vier jaar maakte Google 5,5 miljoen euro over aan 33 Nederlandse media-initiatieven, berichtte NRC Handelsblad in augustus. Google heeft een innovatiefonds waarmee het kranten en omroepen subsidieert, en voor de komende tijd heeft het bedrijf 300 miljoen dollar in een nieuw wereldwijd fonds gestopt. In de laatste ronde kreeg het Nederlandse persbureau ANP 700.000 euro van Google, het Financieele Dagblad ruim 600.000, de Volkskrant 500.000 euro. De bouw van een podcast-studio van NRC Handelsblad? Gesubsidieerd door Google. De Tegel, de belangrijkste journalistieke prijs van Nederland? Gesubsidieerd door Google. Het bedrijf verzorgt ook trainingen voor journalisten. Maar, schreef de NRC, ‘de ontvangers zien geen bedreiging van hun onafhankelijkheid’. Dat is een hele geruststelling.

Uiteraard is het niet nieuw dat bedrijven schenkingen doen aan de pers, maar dit is anders. De grote techbedrijven zijn anders. De mondiale schaal waarop ze opereren en de omvang van de geldstromen zijn nieuw. En ook hun handel is nieuw. Handel in informatie – data – is namelijk uitermate politiek gevoelig en juist dat zou de pers veel kritischer moeten maken tegenover handelaren in informatie als Google en Facebook. Minder donaties, meer vasthoudend volgen.

Wat is er zo speciaal aan digitale data?

Technologiecolumnist Geoffrey A. Fowler van The Washington Post kocht deze zomer een banaan. Met zijn creditcard. Voor 29 cent. Je zou denken dat dit een transactie was tussen mij en mijn bank, schreef hij, maar hemeltje nee. ‘Mijn banaan genereerde data die waarschijnlijk meer waard zijn dan de banaan zelf. Die data kwamen terecht bij marketeers, Target, Amazon, Google en hedge funds, om maar een paar te noemen.’

‘Mijn banaan genereerde data die waarschijnlijk meer waard zijn dan de banaan zelf.

Had hij de banaan cash gekocht, dan had die 29 cent gekost, nu kostte hij op zijn minst het dubbele – er werd achter zijn rug driftig gehandeld in zijn data. Contante dollarcenten zijn publiek geld en een simpel ruilmiddel, maar cardgeld is niet echt geld, het is een private dienst, er wordt aan verdiend, en je betaalt met veel meer dan die paar dollarcenten alleen. Je kunt het zelfs zien aan het uiterlijk van de card: de beeltenis van de koning staat er niet op, of de vlag van Europa, maar de vlag van Visa: je bent ermee in handen van een bedrijf. Door de datahandel is informatie over je doen en laten daarna al héél snel in handen van héél veel bedrijven.

De samenleving heeft de neiging dit te vergeten; niet alleen de burgers die hun banaan betalen met een creditcard, maar ook de stadsbesturen die data laten oogsten door private partijen. Ze geven meer weg dan ze denken.

Steden hopen een slimme deal te sluiten met bedrijven door ze data te laten verzamelen en analyseren: de stad krijgt geld om zijn publieke infrastructuur vol te hangen met technologie die datastromen naar private partijen stuurt. Maar ‘smart’, zegt internetonderzoeker Evgeny Morozov, is een eufemisme voor ‘geprivatiseerd’ . Zo’n stad verwacht dat het weggeven van data besparingen oplevert voor de publieke sector, maar het levert vooral winst op voor de private sector.

So what?

Goed, dan betaal je met je leven, hoe erg is dat nou helemaal? Je koopt een banaan en de data worden gecombineerd met andere gegevens over je bestedingen, contacten, voorkeuren, keuzes. Daarmee maken bedrijven vervolgens een profiel waarmee ze je gedrag sturen in de richting van de volgende aankoop of in de richting van een stem op een bepaalde politicus. Iedereen weet dat dat gebeurt. Vindt iedereen dat erg? Welnee, mensen denken dat het handig is.

In het Financieel Dagblad lees ik dat werkgevers tegenwoordig apps als Appical of Talmundo gebruiken waarmee ze data over de werknemers verzamelen, zodat ze die werknemers voortdurend bij kunnen sturen. De software van Keencorp maakt e-mail-analyses om de betrokkenheid van medewerkers bij te houden. ‘Biometrische pasjes registreren wie met wie praat, voor hoe lang en wie de conversatie domineert.’ Kennelijk vinden mensen dat best.

Mensen vertrouwen zichzelf namelijk niet. En dus zijn ze blij met een camera boven hun werktafel, lopen ze rond met biometrische pasjes, laten ze hun locatie door apps registreren en sturen ze al die gegevens naar bedrijven die moederlijk over ze waken. De toezichtsindustrie, de surveillance en de security industrie verdienen miljarden.

Nogmaals, so what? Dan lever je niet alleen arbeid aan je baas, maar via biometrische pasjes ook informatie over je lichaam en dat van je familie, hoe erg kan dat nou helemaal zijn? In opdracht van Google scant de Amerikaanse tak van Randstad momenteel de gezichten van daklozen met een donkere huid, in ruil voor een tegoedbon van Starbucks, wat maakt het uit? Je laat je manipuleren, zowel commercieel als politiek, nou en?

Paul Nemitz, strategisch adviseur van de Europese Commissie, noemt het cruciaal dat diegenen snel naar voren stappen die wél begrijpen wat er erg is aan het verdwijnen van democratie en rechtsstaat. Is de democratie eenmaal verdrongen door de surveillancestaat, dan krijg je haar nooit meer terug, zegt hij. China droomt ervan het communisme te perfectioneren via de surveillancestaat, Wall Street hoopt samen met Silicon Valley het individuele marktgedrag volmaakt voorspelbaar te maken: het zijn dystopische visies van macht en winst. Van totale surveillance en totale controle over de bevolking.

Wil je democratie, vrijheid en rechtsstaat behouden, dan moeten nu de democratische instituties hun verantwoordelijkheid nemen. Maar de vraag is: willen ze dat? Of werken ze inmiddels allemaal voor Softbank, Facebook en Yandex? Dat brengt ons terug bij de donaties van Google.

Wie stapt naar voren?

Misschien kunnen universiteiten helpen de dreiging van datasturing te begrijpen. Helaas is Google ook daar vrij prominent aanwezig. Het bedrijf heeft de afgelopen jaren actief geïnvesteerd in Europese universiteiten. Het bekendste voorbeeld is de Humboldt Universität in Berlijn, waar Google miljoenen heeft uitgegeven om een instituut voor internet en maatschappij op te zetten.

Ook het Centre for European Policy Studies, dat een sterke invloed heeft op de beleidsvorming in Europa, is gefinancierd door Google. Onderzoekers, betaald door Google, oefenen met hun papers over privacyregelgeving en antitrustwetten invloed uit op de beleidsvorming in de Europese Unie.

En zelfs grote privacyconferenties, waar wetenschappers de werking van data bespreken, zoals de Amsterdam Privacy Conference (APC) en de Computer, Privacy and Data Protection (CPDP) conferentie, hebben in de afgelopen jaren geld gekregen van onder meer Google, Facebook, Microsoft en Apple.

Het klinkt als paranoia of een plot voor een Hollywood-film met een jonge Tom Cruise als activistische advocaat, maar het is gewoon waar en het is problematisch. Niet dat iedere afzonderlijke onderzoeker of journalist zich laat beïnvloeden – en je moet érgens geld vandaan halen – maar de mondiale macht van Google is een gevaar; die macht vormt een bedreiging voor de rechtsstaat. Het bedrijf oogst alle publieke en private gegevens over ons hele leven, het kan de verkiezingen beïnvloeden en het sponsort lokale kranten, universiteiten en privacywetenschappers. Het wordt almachtig en betaalt degenen die zijn almacht moeten beteugelen.

Zoals ik al zei, de mensen rechts en links van u zijn verloren voor de goede zaak, maar zelf bent u gelukkig nog steeds onafhankelijk, dus ik hoop dat u vandaag na het zien van de tentoonstelling uw verantwoordelijkheid neemt – en dat u er iets aan doet.

 

Voor meer informatie over Noorderlicht http://noorderlicht-live.com