terug

De fotografie is een aparte culturele discipline

Foto’s hangen aan museale wanden, staan in kranten en tijdschriften, verschijnen op Instagram, worden gedeeld in WhatsApp, vullen miljoenen websites, worden bewaard in familiealbums en in museale depots. Foto’s zijn alomtegenwoordig in onze maatschappij. Dit weet en ziet iedereen. En toch komt het woord ‘fotografie’ in het meer dan honderd pagina’s tellende advies voor het cultuurbeleid van de komende jaren Cultuur dichtbij, dicht bij cultuur van de Raad voor Cultuur niet één keer voor. Reden voor directeuren van diverse fotografie-instanties, gebundeld in Platform Fotografie Nederland, om een brandbrief te schrijven aan minister van OCW, Ingrid van Engelshoven.

Expositie van Ruben Terlou in Museum Hilversum

Het advies van de Raad voor Cultuur begint met prachtige zinnen die zo uit een filosofisch essay van een romantisch denker ontleend zouden kunnen zijn. “Cultuur is de zuurstof van de samenleving, zonder kunst en erfgoed verstikt zij. Cultuur doet een appèl op onze verbeeldingskracht. Kunst en erfgoed komen voort uit creatief denken en handelen, en inspireren op hun beurt ook weer tot creativiteit.” De raad is dus eensgezind over het belang van cultuur voor de samenleving, maar de fotografie is daarin als een weggemoffeld kind onder de rokken van moeder beeldende kunst.

Directeuren van verschillende fotografie-instellingen vroegen daarom een gesprek aan met cultuurminister. Volgens het persbericht dat zij uitstuurden missen zij in het recent uitgebrachte advies van de Raad voor Cultuur “een eigen plek voor de professionele fotografie in een wereld waarin beeldcommunicatie, en met name fotografie, is doorgedrongen tot in alle haarvaten van de samenleving”. De fotografie-instellingen hebben een – voorlopig informeel – Platform Fotografie Nederland opgezet, dat kan dienen als ideeënbron, netwerkplaats en aanspreekpunt, maar bovenal als pleitbezorger voor een eigen plek voor de fotografie in het cultuurbeleid. Pf sprak met enkele initiatiefnemers.

Nederlands Fotomuseum

Birgit Donker, directeur Nederlands Fotomuseum, legt uit hoe het platform is ontstaan. “Het platform is ingesteld door publieke instellingen die als hoofdtaak hebben de fotografie te ontsluiten. Het leek ons nu een goed moment om het platform op te richten om informatie uit te wisselen en onderwerpen te bespreken die ons allemaal aangaan. Het viel ons op dat fotografie als aparte discipline er meestal bekaaid vanaf komt. Het gaat ons om de hele plaats die de fotografie in de maatschappij inneemt, dus ook om bijvoorbeeld zaken als visuele geletterdheid. Daar willen wij de minister op attenderen. Er bestaat al een Platform BK, die speelt dezelfde rol voor de beeldende kunst. Hieruit zijn richtlijnen voor honoraria uitgekomen. Dit willen wij ook voor de fotografie. Wij willen een aanspreekpunt zijn voor het ministerie en voor de raad voor cultuur, maar wij willen ook een schakel zijn voor het bredere publiek, met name de professionele fotografen.”

Expositie van World Press Photo

Lars Boering, directeur World Press Photo, voegt hieraan toe: “Het platform bestaat al langer als beweging: we komen al een jaar bij elkaar. We wilden een brief aan de minister sturen en dat was naar buiten toe meteen de lancering van het platform. De overheid heeft vaker gezegd dat ze niet weet wie de gesprekspartner is als het over fotografie gaat. Met het platform kunnen we met één stem spreken. De infrastructuur van de fotografie in Nederland is indrukwekkend, maar de wegen leiden niet naar elkaar toe. Er ontbreekt cohesie. Het Platform kan een kruispunt van die wegen worden.”

Expositie van Noorderlicht

Kees van der Meiden, directeur Noorderlicht: “Fotografie is een enorm veelzijdig medium, niet alleen binnen de kunst maar ook daarbuiten, dus in de gehele beeldcultuur. Daarom dient het een eigen plek in het beleid te hebben, zoals design en architectuur nu ook hebben.” Bas Vroege, directeur Paradox vult aan: “Vanuit het Platform Fotografie proberen we in gesprek te komen met de minister en andere beleidsmakers.” Stef van Breugel, directeur Museum Hilversum voegt hieraan toe: “In vergelijking met architectuur of vormgeving heeft de fotografiewereld veel minder beleidskracht ontwikkeld. Wij zijn in de fotografie te weinig georganiseerd om te reageren op het beleid van hoge ambtenaren en politieke partijen.”

Wil je meer lezen? Het hele verhaal staat in Pf #4. Koop hier jouw exemplaar online