Werner Bischof in Fotomuseum Den Haag
In het Fotomuseum Den Haag hangt een bijzondere vintage tentoonstelling van de vroeg overleden Zwitserse Magnum fotograaf Werner Bischof. Het is de eerste keer dat een goot overzicht van deze humanistische fotograaf, die in de schaduw van Cartier-Bresson en Robert Capa werkte en vooral in de naoorlogse periode zijn belangrijkste werk maakte, in Nederland te zien is.
De tentoonstelling, die ten ere van zijn honderdste geboortejaar is samengesteld door zijn zoon Marco, laat originele analoge barietprints zien, reden waarom de afdrukken relatief klein zijn. Alle 220 afdrukken zijn ongeveer op A4 of A3 afgedrukt en in kleine lijsten opgehangen. Daarom was het wel mogelijk om veel werk te laten zien, een hele dwarsdoorsnede van zijn gehele oeuvre. Er is aparte aandacht besteed aan de serie foto’s die Bischof maakte van zijn bezoeken aan Nederland, net na de Tweede Wereldoorlog.
Bischof wilde eigenlijk schilder worden. Na een kort, niet bevredigend verblijf in een seminarie ging hij naar de Kunstschool in Zürich, waar hij zich specialiseerde in fotografie en les kreeg van Hans Finsler, die in Duistland door de avant-garde stroming van de Nieuw Zakelijkheid (Neue Sachlichkeit) was beïnvloed. Finsler en de kunstenaars van de Nieuwe Zakelijkheid werkten realistisch en objectief. De camera en de lens moesten het werk doen en niet de kunstzinnige ingrepen in het proces. Deze zienswijze op de fotografie heeft Werner Bischof duidelijk beïnvloed. Zijn fotografie is vanaf het begin van zijn carrière tot aan zijn vroege dood gekenmerkt door een typische fotografische blik, waarbij hij de abstractie niet schuwde. Interessant aan dit grote overzicht is dat juist de abstracte foto’s die nooit zo bekend zijn geworden ook hier getoond worden. De foto Verona, Italia, Piazza del Erbe, 1950 laat mooi de mengeling zien van een abstracte, fotografische benadering van een realistisch tafereel. Vanaf een toren fotografeerde Bischof een terras met een patroon van parasols: realisme en abstractie gaan hier hand in hand samen. Deze werkwijze is een handelsmerk van Bischof. Veel van zijn foto’s zijn precies gekadreerd en sommige foto’s, zeker uit zijn beginperiode, toen hij ook werkzaam was als reclamefotograaf, zijn volkomen abstract en autonoom. Een voorbeeld is ‘Stromingen, 1942’. Omdat hij voor Magnum werkte, zijn deze beelden nooit zo bekend geworden.
Uiteraard is Werner Bischof het meest bekend om zijn humanistische naoorlogse reportage fotografie. Hij reisde naar vele landen, zoals India, Peru en het verre oosten, zoals China en Vietnam en Japan, en legde er de sociale problematiek vast in zijn esthetische, soms abstraherende, maar altijd betrokken stijl. Hij was niet alleen letterlijk dicht bij zijn onderwerpen, hij had ook een grote empathie om zijn onderwerpen krachtig te laten inwerken op de kijker.
Bischof is, samen met Robert Doisneau, Cartier-Bresson, Marc Riboud en René Burri, een van de meest bekende voorbeelden van de humanistische fotografie, een stroming binnen de fotojournalistiek die de nadruk legde op de menselijke kant en de sociale achtergronden van hun onderwerpen. Zij lieten zich inspireren door de Amerikaanse fotografen van de Farm Security Adminstration. De humanistische fotografen benaderden hun onderwerpen met een gevoel van empathie en sociale betrokkenheid. Deze stroming was een optimistische reactie op de destructieve oorlogen die Europa teisterden. De humanistische fotografen wilden de opbouw laten zien, maar bij Bischof zie je dat hij ook een open oog had voor de armoede en sociale ongelijkheid in wat nu ontwikkelingslanden hete. Iconische foto’s zijn op de tentoonstelling genoeg te zien, zoals boeren aan een wijntje in Hongarije, 1947, de bedelende vrouw in Madras (India), 1951, liggende mensen op het station in Patna (India), krijgsgevangenen in Zuid-Korea (1951). Er hangt uiteraard ook de bekende foto van de Shintoïstische monniken die in het sneeuw lopen (Tokyo, 1951). Deze foto maakte hij tijdens zijn verblijf van tien maanden in Japan, een land dat hem moet hebben aangesproken door de esthetische cultuur.
Er is een aparte muur besteed aan de foto’s die Bischof maakte in Nederland in 1946, net na de oorlog. Voor de hulporganisatie Die Schweizer Spende fotografeerde hij de resultaten van de materiële steun die de Zwitsers hebben geboden. De beelden werden gepubliceerd in het culturele maandblad Du in een special editie genaamd ´Europe being Rebuilt´.
Wel jammer is bij zo’n tentoonstelling dat de iconische foto’s die wereldwijd bekend zijn geworden, zoals de het wandelende jongetje in de bergen van Peru (Cuzco, 1954) – genomen in het jaar van zijn dood – niet groot te zien zijn. Van deze foto die hij met zijn Rolleiflex 6×6 heeft gemaakt zou een grote hedendaagse print een meerwaarde hebben gegeven aan de expositie, zeker om de schoonheid van de originele opname volledig tot zijn recht te laten komen.
Werner Bischof kwam in 1954 op 38-jarige leeftijd om het leven tijdens een fataal ongeluk met een auto in de bergen van Peru.
Bij de tentoonstelling stelt het Fotomuseum een Nederlandstalige uitgave samen, getiteld Werner Bischof in bevrijd Nederland (Lecturis 19,95 euro). Ter gelegenheid van zijn 100e geboortejaar verscheen eerder dit jaar het boek Werner Bischof. Backstory samengesteld door Marco Bischof en Tania Samara Kuhn (Aperture 69,95 euro).
te zien t/m 07-mei-2017
http://www.fotomuseumdenhaag.nl/tentoonstellingen/werner-bischof