Waarom maken we foto’s?
Er worden momenteel zo massaal foto’s gemaakt en getoond, dat de vraag zich opdringt waarom we deze onuitputtelijke behoefte aan het scheppen van beelden hebben gecultiveerd. Hadden we sinds de grottekeningen in Lascaux al de ingeboren drang tot het scheppen van beelden en wordt deze ‘imagolatrie’ nu volop bedreven omdat er nu de meest democratische en mondiale mogelijkheden ooit zijn? Feit is dat de professionele fotograaf niet meer alleenheerser is in het rijk der beelden. Hij deelt het beeldenrijk niet alleen met de verwoede amateur die sinds de digitalisering aan een revival is begonnen, maar ook met de gemiddelde consument die van elke uitstapje en etentje fotografisch verslag doet via de sociale media, met de blogger die geld verdient via de sluikreclame van de modemerken, en met de gelegenheidsjournalist die als getuige van een aanslag foto’s maakt met zijn mobiel en plotsklaps wereldwijde exposure krijgt.
Waarom maken we zoveel en zo frequent foto’s? De officiële motivaties van professionele fotografen hebben zich in de loop van de geschiedenis van de fotografie gecanoniseerd in een aantal stereotypen die in veel varianten voorkomen. Sommige typen fotografen, de sociaal-documentair fotografen, willen de waarheid laten zien, een maatschappelijk debat entameren, of de oorlog laten zien met de ijdele boodschap dat dit nooit meer mag gebeuren, of ze willen volkeren en culturen tonen die dreigen uit te sterven, minderheidsgroepen voor het daglicht halen, vluchtelingen een gezicht geven, of de hedendaagse geschiedenis in beeld vastleggen. Andere soorten fotografen, zij die de fotografie meer als een autonoom medium opvatten, willen de surrealistische absurditeit van het dagelijks leven in beeld brengen, zichzelf bevrijden van jeugdtrauma’s via meditatieve beelden, toeval de ruimte geven in poëtische expressies van sluimerende gevoelens, mystiek vinden in landschappelijke schoonheid, of de emotionaliteit terugbrengen in het leven. De laatste jaren worden deze twee uiteenlopende motivatie-groepen ondergebracht in het trendgevoelige kader: de visual storytelling. Blijkbaar is de essentiële motivatie dat we vanuit een genetisch aangeboren behoefte alleen maar verhalen willen vertellen met de fotografie. Verhalen over ons leven, onze inzichten, gedachten en gevoelens. Verhalen die onze identiteit structureren.
Voor beeldliefhebbers lijkt het leven in het huidige digitale tijdperk een waar paradijs. Met de fotografie kunnen ze alles wat ze op hun jachtvelden tegenkomen vastleggen en direct met elkaar delen. Maar het paradijs kan net zo dun zijn als het scherm waarop de digitale foto’s te zien zijn. Ze hopen namelijk dat een foto de ontvanger dezelfde informatie geeft als die zijzelf tot hun beschikking hadden, dezelfde gevoelens genereert als die zij hadden bij het nemen van de foto’s en dezelfde euforische schoonheidservaringen teweegbrengt als hun eigen cultuurbepaalde esthetische opvattingen. De fotografie blijkt vaak niet de universele taal die wij ervan maken. Een foto vertelt niet meer dan duizend woorden. Foto’s zijn ambigue, vaak misleidend, hebben niet zelden verklarende teksten nodig, zijn gecodeerd door onze culturele achtergrond, kunnen net zo goed propaganda of reclame zijn als kunst en geëngageerde documentatie.
Zonder inzicht in de motivatie om visuele verhalen te vertellen en zonder kennis van de cultuur die de fotografie voortbrengt en de mechanismen die de beelden verspreidt, dreigen foto’s hun context en daarmee hun betekenis te verliezen. Professionele fotografen moeten de zinvolheid van hun werk waarborgen door bewustzijn van hun plaats in de samenleving en hun culturele rol in ons precair tijdsgewricht.
Op 17 oktober geeft Ton Hendriks een workshop Beeldspraak. Wil jij bewuster leren communiceren met jou beelden, of wil je weten of de boodschap die jij in je beeld hebt gestopt goed overkomt bij de kijker. Klik hier voor meer informatie en inschrijven.