Controleren op manipulatie bij fotojournalistieke prijzen is noodzakelijk
In Standpunt geven mensen uit de wereld van de fotografie hun visie op een bepaald thema. Dit jaar deed het strenge selectiebeleid dat World Press Photo voerde op het gebied van digitale manipulatie van journalistieke foto’s veel stof opwaaien. Want wat mag wel of niet bij het bewerken van foto’s en wie bepaalt die grens? Is het wel terecht dat er aan de integriteit van een fotograaf wordt getwijfeld die foto’s heeft bewerkt om bijvoorbeeld slachtoffers niet herkenbaar in beeld te brengen? Worden nieuwsfoto’s veel vaker gemanipuleerd dan wij denken en moeten andere fotojournalistieke awards daar ook beter op gaan selecteren?
Lars Boering, managing director World Press Photo
“Ik ben het niet eens met de stelling omdat het de suggestie wekt dat fotojournalistiek niet te vertrouwen is. Dit is zeker niet het geval, want de kwaliteit van fotojournalistiek is nog altijd hoog en de gehanteerde standaarden van de makers zijn dat ook. We zien wel steeds vaker dat de fotografen gebruikmaken van alle technische mogelijkheden die er zijn en dat de manieren waarop beeldbewerking mogelijk is steeds groter worden. De grote uitdaging blijft hierbij om niet te ver te worden meegevoerd door de drang om een beeld esthetischer te maken en te ver af te dwalen van het originele bestand.
Het is echter wel verstandig gebleken de inzendingen in de laatste fase van de World Press Photo wedstrijd te controleren. Daarbij kwamen een aantal foto’s niet door de beoordeling heen. Niet alleen vanwege het toevoegen of verwijderen van informatie uit het beeld, maar ook vanwege slordige, soms zelf klungelige, beeldbewerking.
Laten we echter wel vaststellen dat de overgrote meerderheid van de foto’s geen enkel probleem opleverde en dat de integriteit van de beelden in orde was.
Laten we niet het kind met het badwater weggooien. We moeten scherp zijn op misstanden, maar we stellen ook graag de regel dat we moeten kunnen vertrouwen op de fotojournalisten die het werk maken en op hun integere houding in het uitoefenen van hun vak.”
Marcel Molle, voorzitter Zilveren Camera
“Ja, het is volkomen terecht dat er streng wordt gecontroleerd op manipulatie bij persfoto’s. De Zilveren Camera vindt het van het grootste belang dat de geloofwaardigheid van de fotojournalistiek niet wordt aangetast. Een actieve houding van de kijker is van belang hierbij. Van de fotograaf verwachten we een adequate beschrijving van de gebeurtenis in het onderschrift van de foto, zodat de kijker de foto in de juiste context kan plaatsen. Begin met de 5 W’s – Wie, Wat, Waar, Wanneer en Waarom – en veel beelden kunnen al beter worden beoordeeld, zowel door de consument als door een jury.
Lang gingen we er bij de Zilveren Camera vanuit dat alles wat in de doka mocht qua bewerken van foto’s, ook in de computer mag. Langzaam beginnen die grenzen te schuiven en zijn we bijvoorbeeld al streng bij al te zeer doorgedrukte wolken. Ik denk dat op het gebied van contrast en doordrukken of tegenhouden veel mag en kan, zolang het de geloofwaardig niet aantast. Alles wat op pixelniveau wordt gedaan, is verdacht en klonen is verboden. Kleuren moeten in kleurenfotografie dicht in de buurt komen van het origineel, maar veel geloofwaardig wordt al vooraf verkregen door het niet of in ieder geval zo weinig mogelijk ensceneren van onderwerpen.
In de tijd dat ik jureerde bij de Zilveren Camera kan ik me overigens niet heugen dat de integriteit van een inzender ooit in twijfel is getrokken. Dat zou ook niet moeten wanneer iemand de privacy van slachtoffers probeert te beschermen. Wel wordt zo’n ingreep meegewogen in het artistieke oordeel van de jury.
Wat betreft het manipuleren van nieuwsfoto’s is de Zilveren Camera er voorstander van dat fotojournalistieke awards gezamenlijk optrekken en zoveel mogelijk één lijn trekken. Ik zal als nieuwe voorzitter voorstellen gaan doen om dit te bevorderen en we hebben een aantal veranderingen op stapel staan bij onze eerstkomende wedstrijd. Zo zal een specialist van NIDF ons bij de finaleronde ter zijde staan en moeten fotografen zo nodig hun RAW-beeld inleveren. Dat bij World Press Photo dit jaar 22 procent van de foto’s in de voorlaatste ronde werd gediskwalificeerd, moet ons bij de Zilveren Camera aan het denken zetten.”
Maria Hermes en Dirk-Jan Visser, NVF-bestuur
“Het is een ernstig journalistiek vergrijp als een (foto)journalist te kwader trouw een verkeerde voorstelling van zaken geeft. Maar wat is een verkeerde voorstelling van zaken? Zoals Susan Sontag schreef in Regarding the pain of others creëert elke fotograaf met zijn keuze voor een bepaald standpunt een gewenste waarheid.
Fotojournalisten omarmen technologische innovaties en net als elders in onze maatschappij gaan technologische ontwikkelingen meestal vooraf aan ethische discussies: we gaan later pas nadenken of dat wat we doen wel mag. Op 6400 ISO ziet een camera wat we niet met het blote oog kunnen zien. We kunnen flitsers gebruiken of een scene uitlichten. We kunnen achteraf een uitsnede maken omdat we geen 600mm lens bij ons hadden. Door techniek ingegeven, verandert onze manier van fotograferen alsook onze manier van bewerken. Verandert daarmee ook de werkelijkheid en is er dan sprake van manipulatie?
Van oorsprong betekent manipulatie het met de hand (Latijn: manus) aanpassingen maken. Dat foto’s met de hand worden aangepast, is al zo oud als de fotografie zelf. Het wordt als een compliment beschouwd als we in een foto de ‘hand’ van de fotograaf herkennen. Foto’s moeten bewerkt worden, anders zou er geen beeld zijn te zien. De discussie zou daarom niet moeten gaan over wat een fotojournalist met ‘manipulatie’ van een beeld mag, maar over wat hij met de inhoud van een beeld mag. Dit is al in 1954 vastgelegd door The International Federation of Journalists in de Code van Bordeaux. In die code staat het ethisch handelen van (foto)journalisten centraal. Ethische consequenties zijn echter niet meetbaar; meetbaar is wel of dat handelen schade oplevert.
Als blijkt dat een fotojournalist met opzet een verkeerde voorstelling van zaken heeft gegeven, kan dat leiden tot een verminderd vertrouwen in een journalistieke fotoprijs. Een verkeerde voorstelling van zaken slaat terug op de reputatie van de juryleden en op die van de winnaars, maar ook het voortbestaan van de prijs kan in gevaar komen. Kortom, zaken die meetbaar zijn. Het is daarom van belang dat winnaars van fotojournalistieke awards boven elke twijfel zijn verheven. Vooraf controleren op het met kwade opzet een verkeerde voorstelling van zaken geven is noodzakelijk, wil een journalistieke fotoprijs geen schade oplopen.”