Veteranen van een vergeten oorlog
De strijd in Nederlands-Indië, gevoerd tussen 1945 en 1950, wordt ook wel de vergeten oorlog genoemd. Waarom? Dit hoofdstuk uit de Nederlandse geschiedenis is zwaar onderbelicht gebleven. Terwijl ruim 150.000 Nederlandse militairen werden uitgezonden naar Nederlands-Indië, waarvan meer dan 6200 sneuvelden. Zo’n 65 jaar later maakt fotograaf Brendan van den Beuken portretten van dertig veteranen. Waaronder zijn vader. “Mijn vader heeft nooit over deze periode in zijn leven willen praten. Dankzij dit project kon ik nagaan wat mijn vader meegemaakt moet hebben. De manier waarop hij in het leven staat, begrijp ik daardoor beter. Het maakt het ook makkelijker om terug te kijken op mijn jeugd. Zo is de cirkel wat mij betreft toch rond, ook al wil mijn vader niets over die tijd vertellen.”
Een jaar geleden ging Van den Beuken met het project van start. “Ik werd benaderd door Museum van Bommel van Dam in Venlo. Ze wilden iets doen rond het thema ‘bevrijd’. Dit jaar op 1 maart is het zeventig jaar geleden dat Venlo werd bevrijd,’ legt Van den Beuken uit. “Het museum wilde dit thema breder aanpakken dan alleen de Tweede Wereldoorlog. Ik wilde eigenlijk altijd al iets doen met de oorlog in Nederlands-Indië. Een verhaal van mijn dochter gaf de doorslag. Ze kwam thuis en vertelde over een geschiedenisles. Het ging over de Nederlandse koloniën. In de geschiedenisboeken wordt echter nauwelijks gesproken over de strijd in Nederlands-Indië. De docent wist mijn dochter zelfs niets te vertellen over deze periode.”
“Mijn vader heeft anderhalf jaar als militair gediend in Nederlands-Indië. Hij heeft hier nooit iets over willen vertellen, tegen niemand. Toch denk ik dat hij van die periode best iets heeft meegenomen. Het heeft de rest van zijn leven beïnvloed.”
Het museum stemt in met zijn voorstel. Van den Beuken neemt contact op met het Veteraneninstituut om zijn plannen voor te leggen en zijn intentie duidelijk te maken. Na een aantal gesprekken verwijzen zij hem door naar VOMI Nederland, een veteranenorganisatie. “Na een gesprek met de voorzitter mocht ik een aantal presentaties geven tijdens veteranenbijeenkomsten. En ik heb een oproep geplaatst in het magazine Sorbat van de Indië-veteranen. Zo heb ik negenentwintig veteranen bereid gevonden om mee te werken. Vervolgens ben ik heel Nederland doorgereisd om de hen op te zoeken.” Van den Beuken fotografeert en interviewt de veteranen. “Ik heb hen gevraagd naar hun ervaringen en hoe ze op deze periode terugkijken. Ook heb ik ze de vraag voorgelegd of ze zich hebben kunnen losmaken, bevrijden, van deze ervaringen.”
Dankzij de interviews weet Van den Beuken zich steeds beter een beeld te vormen van dit hoofdstuk uit de Nederlandse geschiedenis. “De strijd in Nederlands-Indië is eigenlijk nooit erkend als oorlog. De militairen die terugkwamen werden als oud vuil behandeld. De veteranen zijn hierdoor gefrustreerd. Die frustratie proef ik ook bij mijn vader.”
“Ik heb mijn vader telkens op de hoogte gehouden van mijn vorderingen. Hij nam de informatie voor kennisgeving aan. Hij wilde eerst helemaal niet meewerken aan dit project. Laatst heb ik hem de trailer voor de expositie laten zien, met daarin fragmenten uit de interviews met de veteranen. Daar was hij wel van onder de indruk. Onlangs belde mijn vader op een zondagavond om te vertellen dat ik wel een portret van hem mocht maken voor de expositie. Erover praten wil hij echter nog steeds niet.”
De gesprekken met de veteranen waren confronterend voor de fotograaf. “Mijn vader wilde in eerste instantie niet eens vertellen waar hij was gelegerd, in welke periode en in welke divisie. Later heeft hij dit wel verteld. Daardoor kon ik, ook aan de hand van de verhalen van de veteranen, nagaan wat mijn vader moet hebben meegemaakt. Verschrikkelijke dingen. Dat maakte dit project heel emotioneel. En ook raar, omdat je je vader op zo’n onnatuurlijke wijze beter leert kennen.”
De veteranen hebben in Nederlands-Indië afschuwelijke dingen meegemaakt. Velen van hen zijn daar 65 jaar na dato nog steeds dagelijks mee bezig. “Op de vraag of de veteranen zich hebben weten los te maken van het verleden, moet je dus eigenlijk ‘nee’ antwoorden. Van de dertig veteranen die ik heb geportretteerd, hebben drie hun ervaringen echt een plek weten te geven. Een voorbeeld is de heer Bouwman uit Zeist. Hij heeft na terugkomst uit Nederlands-Indië carrière gemaakt binnen het leger en is zelfs generaal geworden. Hij is oprecht van menig dat wat Nederland heeft gedaan, het juiste was. Hij heeft nooit spijt gehad.”
Voor anderen is het moeilijker om het verleden een plek te geven. “Wat zeker meespeelt is dat veel veteranen de oorlog eigenlijk zinloos vonden. Wat deden we daar eigenlijk?’ ‘vragen zij zich af. De militairen waren bovendien erg slecht uitgerust. Bij veel veteranen overheersen gevoelens als ‘we hadden er nooit naartoe moeten gaan, het was bij voorbaat al een verloren strijd’.
“Toen de Indiëgangers terugkwamen na twee tot drie jaar in guerrillaoorlog te hebben gezeten, was het voor sommigen lastig om zich aan te passen. De veteranen kregen letterlijk 100 gulden voor een nieuw pak en dat was het. Voor velen was het lastig een baan te vinden. Anderen lukte het wel om een baan te vinden en een gezin te stichten. Van verwerking van hun ervaringen was geen sprake. Weet je dat veel veteranen pas na hun pensionering in de problemen kwamen? Toen hadden ze pas de tijd en rust om dingen te verwerken. Dan krijg je dus mensen van in de zeventig die nog hulp gaan zoeken om hun ervaringen een plek te kunnen geven.”
De tentoonstelling in het Museum van Bommel van Dam in Venlo wordt 1 maart geopend. “Deze tentoonstelling omvat vier project rond het thema ‘Bevrijd’, waaronder mijn project. 4 maart is er een speciale opening van mijn expositie genaamd ‘Bevrijd, veteranen van een vergeten oorlog’. Hierbij zijn ook veteranen aanwezig. Zo wordt door een van de veteranen een gedicht voorgedragen.” Naast portretten, zijn de interviews die Van den Beuken had met de veteranen ook te horen via een multimediale presentatie. Bedoeling is dat de interviews ook verschijnen op dvd. “Ik ben in gesprek met de provincie Limburg voor een subsidie. Van de veteranen die mee hebben gewerkt, zijn zeventien afkomstig uit Limburg. Veel Indiëgangers kwamen uit Limburg en Brabant,” legt Van den Beuken uit. “Dat is op zich niet zo verwonderlijk. Jonge jongens uit deze provincies hadden tijdens de oorlog ondergedoken gezeten. Bovendien hadden ze minder te lijden onder de hongersnood, omdat op de boerderijen meer voedsel voor handen was. De jongens waren fit en gezond en hadden de keuze: blijven voor de wederopbouw of het land dienen in Nederlands-Indië.” Meer informatie: www.brendanvandenbeuken.com.
Hier is een trailer van de expositie te zien: