Foto’s van Jan Banning die hij gemaakt heeft voor Noorderlicht zijn door de organisatie geweigerd. Hierover is een discussie losgebarsten, mede door een artikel in de Volkskrant, waarin een deskundige werd opgeroepen. De foto’s worden wel getoond in de overzichtstentoonstelling van Banning in Fotomuseum Den Haag.
Jan Banning maakte een serie foto’s van stamhoofden in Ghana. Na de opnamen voegde hij een extra element toe, namelijk zichzelf, zwetend in zijn overhemd. Hij noemde de extra serie The Sweating Subject en maakte er een boekje van. Hij wilde deze serie inleveren bij de opdrachtgever Noorderlicht in de plaats van de ‘gewone’ serie stamhoofden, maar zij waren niet blij met deze neokoloniale foto’s. Ze wilden het zwetende subject er niet bij. De term ‘neo-koloniaal was toen helemaal niet gevallen. Op social media is een debat ontstaan over de vraag of deze foto’s nu wel of niet beledigend zijn. Het waren niet de Ghanese stamhoofden die meewerkten aan de foto’s, die bezwaar hadden maar het was een groep Ghanese fotografen, die het niet respectvol genoeg vonden. Noorderlicht heeft waarschijnlijk naar de fotografen geluisterd en hun bezwaren overgenomen.
Echter gedurende ongeveer meer dan een jaar hebben ze daar niet met Banning over gesproken, en pas toen de fotograaf kenbaar maakte dat hij de foto’s ook ging exposeren, kwamen de bezwaren naar boven. Jan Banning heeft de organisatie via mails en telefoon proberen te bereiken maar kreeg maandenlang geen commentaar. Toen Banning aankondigde dat hij de foto’s ging exposeren en dat er een boek van zou verschijnen, bleef het stil: op e-mails en telefoontjes kwam geen reactie. Pas toen alles al in productie was, kwam Noorderlicht met bezwaren. Aanvankelijk beloofde Noorderlicht mee te werken aan een openbaar debat, maar die belofte bleek later ingetrokken te zijn.
Banning wilde niet al te veel ruchtbaarheid aan het conflict geven om Noorderlicht niet in de verlegenheid te brengen. Maar toen bleek dat de organisatie zelf de discussie in de openbaarheid had gebracht middels een artikel in de Volkskrant.
De Volkskrant die op 29 april hierover een artikel schreef eindigt het bericht met de volgende woorden van een getuige-deskundige Marta Zarzycka. Zij schreef een boek over koloniale fotografie. Hieronder haar woorden in de VK: ‘De foto’s geven me een zeer ongemakkelijke gevoel’, laat Zarzycka per mail weten. Banning oogt er volgens de onderzoeker niet als gast, maar eerder als degene die de touwtjes in handen heeft – ‘die de scène bepaalt en regisseert’. Haar grootste bezwaar is echter de belichting van de foto’s. ‘Daardoor zijn de details de gezichten van de stamhoofden niet goed te onderscheiden en die van Banning wel.’ Ze wijst er daarbij wel op dat de meeste camera’s zich automatisch aanpassen aan een witte huidskleur naast een zwarte.
Jan Banning schreef hierover op zijn Facebook pagina dat hij dit hilarische wartaal vond. “De Texaanse deskundologe heeft duidelijk een probleem met klok en klepel: waarschijnlijk verwijst zij naar oude Kodak-films, die tot in de jaren ’70 inderdaad waren ontworpen om juist blanke huid optimaal te doen uitkomen.” Een Ghanees, Francis Kokoroko reageerde: “I think it was made clear to Banning during his presentation in Ghana about how problematic these images are. They are totally irresponsible; and to think he finds them ‘hilarious’. Banning schreef een korte uitleg over het ontstaan van de serie: “Het begon met het verzoek van een stamhoofd om met hem op de foto te gaan. Ik heb ze menigmaal achterop mijn camera naar het resultaat laten kijken, en dat vonden ze zonder uitzondering prima. Vervolgens heb ik al lange tijd geleden ook foto’s toegestuurd, maar om voor mij onbegrijpelijke reden zijn die (voorzover ik weet) nog altijd niet aan hun toegespeeld.” Op de discussie, die per ongeluk van Facebook is verwijderd kwamen vele reacties. Niemand bleek de ‘neo-koloniale’ invalshoek in de foto’s te zien.
Vervolgens schreef Noorderlicht een open brief.
Voor het project Society and Change in Northern Ghana heeft Noorderlicht verschillende fotografen opdracht gegeven diverse relevante onderwerpen in beeld te brengen. De gelauwerde fotograaf Jan Banning was daar een van. Hij portretteerde de chiefs in Noord Ghana. Met het resultaat waren we zeer tevreden.
Toch maken we bij nader inzien geen gebruik meer van Banning zijn werk. Dit besluit heeft niets met politieke correctheid of angst van doen, zoals menigeen inmiddels gretig uit heeft geschreeuwd via de sociale media. Het heeft echter alles te maken met onze veronderstelling dat wanneer je als fotograaf meewerkt aan een project, je daar respectvol mee om dient gaan. Jan Banning heeft bijna identiek werk uit ons project ingezet voor zijn The Sweating Subject, een zogenaamde parodie op de koloniale fotografie. Wij vinden dat respectloos naar alle betrokkenen in Ghana en eerlijk gezegd ook naar onszelf als opdrachtgever. Deze opvatting wordt gedeeld door onze Ghanese partners. Banning weet dat, maar hij koos ervoor om deze terzijde te leggen, omdat men hem, zoals hij te kennen gaf, niet wist te overtuigen.
Society and Change in Northern Ghana heeft als doel het beeld van Noord Ghana te verbreden, te verdiepen, en te nuanceren. Het Westerse beeld van Afrika is bepaald door een blik op het continent, die, hoe je het ook wendt of keert, nog steeds beïnvloed wordt door de visuele koloniale tradities. Met het project The Sweating Subject wordt deze beeldvorming gecontinueerd en gaat daarmee in tegen de intentie van ons project. Zo simpel is het.
Natuurlijk staat het Banning vrij om te doen wat hij gedaan heeft. Maar het staat ons vrij om The Sweating Subject inhoudelijk en ethisch bedenkelijk en onder de maat te beoordelen. Daarom willen wij in het vervolg elke link die er te leggen is tussen ons Northern Ghana-project en Banning zijn foto’s vermijden. Dat is precies de reden waarom wij, na nauw overleg met de Ghanese partners, het werk van Banning uit ons project hebben gehaald. We hebben daar overigens een prima alternatief voor gevonden.
Wij richten ons na dit voorval weer voor de volle honderd procent op de realisering van ons Ghana-project met als eerste resultaat een prachtig boek, dat komend najaar in Tamale (Noord Ghana) wordt gepresenteerd, samen met een tentoonstelling, die door Ghana gaat reizen en later zeker ook ons land aan zal doen.
Kees van der Meiden Directeur Noorderlicht | Huis van de Fotografie
Debat
Er is veel kritiek gekomen op de politieke correctheid van Noorderlicht. Zijn de foto’s van Jan Banning neo-koloniaal of zijn ze juist een parodie op de oude koloniale foto’s? Het zou zinvol en interessant zijn wanneer een conflict als deze waarin termen als koloniaal worden gebruikt uitgesproken kan worden middels een debat.
Beste Ton, eerst even dit: “De Ghanese stamhoofden die wel meewerkte (sic) aan de foto’s vonden ze niet correct.” Huh? Hoe weet je dat? En hoe verhoudt zich dat tot het citaat van mij over de door mij aan hun toegezonden foto’s: “(O)m voor mij onbegrijpelijke reden zijn die (voorzover ik weet) nog altijd niet aan hun toegespeeld”? Dus ze zouden foto’s die ze niet gezien hebben niet correct vinden? Dat lijkt mij sterk.
En dan Noorderlicht in de open brief: men heeft een punt als men zou stellen dat ik wel erg “losbandig”, erg vrij, met de opdracht ben omgesprongen. Maar aanvankelijk, in 2016, leken dergelijke bezwaren niet te gelden en hoorde ik alleen dat Noorderlicht zelf The Sweating Subject niet zou gebruiken; van enige onvrede met de serie bleek mij niets.
Vervolgens is er heel lang niet gereageerd op mijn vele berichten aan leden van Noorderlicht (per e-mail en telefonisch) over mijn plannen tot gebruik van de zweterige foto’s ná de afgesproken bevriezingstermijn van pakweg een jaar. Pas op 21 februari 2018, toen de Haagse tentoonstelling en het boek al in productie waren, kreeg ik voor het eerst een duidelijk teken van afkeer van het werk. Blijkbaar was de volle lading van mijn perfide neo-kolonialisme pas op dat moment tot Noorderlicht doorgedrongen.
Een pikant zijlijntje: toen de fameuze Nigeriaanse fotografiecurator de omstreden foto’s onder ogen kreeg, mailde hij dat hij die graag op het fotofestival in Lagos wilde tonen. Blijkbaar had ook hij mijn neo-kolonialisme en respectloosheid even gemist.
Noorderlicht stelt nu: “onze veronderstelling dat wanneer je als fotograaf meewerkt aan een project, je daar respectvol mee om dient gaan.” OK. Maar kan iemand mij nou eindelijk precies uitleggen wat er mis is met de serie? Het zou de discussie zeker verhelderen als de critici verder kwamen dan het lanceren van wat kreten als “neo-koloniaal”, “respectloos” of “totally irresponsible”, en met duidelijke definities en een heldere beeldanalyse zouden verduidelijken wat ze daarmee nou precies bedoelen, in het kader van The Sweating Subject.
Dag Jan, Over de eerste zin kan ik eenvoudig zeggen, dat ik de informatie gededuceerd heb uit de teksten die ik gelezen heb. Het kan zijn dat ik dat onjuist heb begrepen. Een debat in het Haags Fotomuseum zou interessante denkmaterie opleveren. Er is altijd veel discussie over hoe wij vanuit het Westen Afrika zien en hoe Afrika zichzelf ziet. Wordt vervolgd.
Waar gaat dit over? Kennen we wel de betekenis van het woord koloniaal en/of neo-koloniaal? Is hier sprake van macht uitoefenen op, exploiteren van personen die op de foto zijn gezet. De opnames zijn met wederzijds goedvinden gemaakt. Hoe zo koloniaal of neo-koloniaal. Dus dat kan het niet zijn. Het enige wat ik kan bedenken op basis van de uitspraken van de Ghanese fotografen, is dat wellicht niet goed nagedacht is over wat onder respect wordt verstaan door de cultuur waar de stamhoofden deel vanuit maken. Als dat zo zou zijn dan had Jan misschien niet naast het stamhoofd moeten zitten maar een treetje lager of op de grond of op welke wijze dan ook. Ik ken Jan verder niet maar ga ervan uit dat hij de foto’s in alle oprechtheid heeft gemaakt. Heeft voor mij geen zin om alle in- en outs te kennen van zijn opdracht maar heb het sterke vermoeden dat het Noorderlicht niet betrokken wil worden in de discussies die met de huidige tijdgeest te maken hebben.
Het6 blijft natuurlijk uiterst curieus als een blanke fotograaf zich meet met stamhoofden uit een Afrikaans land. Dat op zich zou je onderdaad respectloos kunnen noemen. Maar zoals blijkt, wel foto’s die de nodig stof doen opwaaien. Doel bereikt !
Wessel Berkhout
Gelukkig is en blijft de fotograaf (Jan Banning) de regisseur van zijn eigen beelden. Wat je ervan vindt doet er niet toe. Interessant maar niet bevreemdend is de maatschappelijke discussie die hierover oplaait. Een typisch tijdsverschijnsel als het gaat over zwart en wit. Noorderlicht vormt duidelijk partij in deze discussie. Je mag van deze organisatie toch verwachten dat ze de fotograaf een onafhankelijke en vrije status toekent. Noorderlicht kiest voor een vorm van censuur. Hiermee legt Noorderlicht een eilandje voor zichzelf aan en schaadt daarmee de onafhankelijkheid van de fotografie in zijn algemeenheid en het aanzien van haar eigen organisatie in het bijzonder. Een gevaarlijke ontwikkeling, dunkt me.
Prima dat Jan Banning zijn plannen doorzet en terecht dat Fotomuseum Den Haag de beelden in de overzichtstentoonstelling opneemt. Positief resultaat: Banning krijgt hiermee alle aandacht en het Fotomuseum Den Haag vele extra bezoekers!
Een fotograaf gaat naar Ghana en maakt foto’s waar hij zelf ook op staat. In het verleden zijn er afschuwelijke perioden van racisme geweest met de meest bizarre consequenties. Of deze periode echt helemaal achter ons ligt is een vraag waarover de meningen verdeeld zijn.
Nu kijk ik naar de foto’s en kan ik die bekijken zonder het beladen (verleden van) superioriteitsdenken. Maar ik kan ook kijken naar de foto’s waarbij ik ze plaats in een traditie van opdringerige aanwezigheid van mensen die zichzelf allerlei meerderwaardigheidsgevoelens veroorloven en anderen daaronder laten lijden.
Ik vermoed geen onheuse bedoelingen bij de fotograaf en zie dus vooral die fantastische foto’s. Ik interpreteerde de foto’s in Laurel and Hardy-achtige termen: “ well thats another nice mess you’ve gotten me into”! Je ziet iemand in een wereld die hem vreemd is en waar mensen zich anders kleden, anders eten, waarschijnlijk een andere taal spreken en ieder moment iets van je kunnen vragen waarbij je geen enkele clou hebt wat je hebt te doen en wanneer je iemand tot op het bot beledigt. Daarbij is het dan ook nog heel erg warm!
Natuurlijk wil ik de gevoelens en interpretaties van ‘anderen’ graag heel serieus nemen. Daartoe moeten mensen die goed verwoorden. Dan kan ik gewezen worden op een andere zienswijze en iets leren. Ik weet tenslotte ondertussen dat we allemaal gemakkelijk andermans (sub)culturele normen overtreden, vaak zonder enige opzet.
De fotograaf vraagt naar een toelichting op de toch best stevige beschuldigingen. Die lees ik onvoldoende in de teksten. Ook lijkt er langere tijd geen communicatie over de foto’s mogelijk te zijn geweest met de opdrachtgever. Daarmee krijgt de fotograaf wel heel weinig speelruimte. Het is nogal wat om verwijten te krijgen over een project waar je toch aardig wat energie in hebt gestopt.
Mijn conclusie is tweeledig. Een foto is niet één plaatje dat iedereen op dezelfde manier zal zien. En we kunnen veel meer leren door elkaar te bevragen dan door elkaar conclusies voor de voeten te werpen.
De vraag: “wat vindt u van de foto?” zouden we kunnen stellen aan de mensen die er op staan. Zij weten echt wel of ze zich trots voelen over hun representatie of dat ze zich juist gegeneerd voelen. Ik vermoed dat het de mensen niet gevraagd is.