terug

Sony lanceert 400 mm 2.8 G-Master prime lens

Met het toevoegen van de 400 mm F2.8 G-Master prime lensaan de line up heeft Sony een nieuwe troefkaart in handen om fotografen te vermurwen van DSLR naar systeemcamera over te stappen. Het laatste grote gat is gedicht en alle belangrijke brandpunten zijn nu beschikbaar. Maar is het objectief echt zo goed als wordt beweerd? Pf testte de sport-, wildlife en en evenementenlens op het Engelse circuit van Weybridge.

Met grommende Mercedesmotoren op de achtergrond legt Vicepresident van Sony Europa, Mr. Yosuke Aoki, met bijna jeugdig enthousiasme ( de man is achter in de vijftig) uit wat er zo uniek is aan de deze week nieuw gelanceerde 400mm 2.8. “Ik moet er bijna van huilen, zo mooi is hij”, stelt hij met gevoel voor theater. Maar toegegeven, de features van de lens liegen er niet om.

Allereerst is er het uiterst efficiënt design, waardoor het objectief in combinatie met een Sony α9camera een kilo lichter is dan de concurrenten bij “C&N”, zoals de twee grote Japanse concullega‘s steevast worden aangeduid. Op tafel ligt ter vergelijk een Canon 400mm 2.8, die inderdaad stukken zwaarder aanvoelt. Wat vooral opvalt is de balans, die veel meer achter in het objectief ligt. Hierdoor houdt hij makkelijker vast, en heb je niet de hele tijd het idee dat alles naar voren wil. De lens is makkelijk een aantal minuten in de hand vast te houden, merken we later op het circuit. Hierdoor kun je eenvoudig meetrekken, ook met onderwerpen die zowel horizontaal als verticaal bewegen. Met een monopod eronder is het moeilijker switchen in de verticale richting. Er zit een stand 3stabilisatie op het objectief, die Sony aanduid als bedoeld voor onvoorspelbare onderwerpen. Onvoorspelbaar? In de praktijk zal de autofocus niet automatisch meegaan in de lijn van het onderwerp, maar ook plotselinge veranderingen beter waarnemen. Handig bij voetbal, minder bij autosport.

Sony noemt ook de vriendelijker bokeh, door het gebruiken van 11, licht gekromde diafragma lamellen in plaats van de gangbare 6. Een goede zet, al kun je je afvragen of sportfotografen er in de heat of the moment op zitten te wachten. Voor wildlife is deze optie wel echt een toevoeging.

Het grootste speerpunt zijn 2 nieuw ontwikkelde XD lineaire Af-motoren. Hierdoor -claimt Sony- gaat het scherpstellen en volgen van onderwerpen 5x sneller dan de concurrentie. Uiterst interessant voor met name sportfotografen. Inderdaad past de scherpstelling zich in de AF-volggevoeligheid modus razendsnel aan de langsrazende bolides. Met een α9 erachter schieten we moeiteloos en zonder het zoekerbeeld te verliezen tot 20 opnames per seconde. En allemaal zijn ze scherp. Sony heeft hier wel een uniek argument dat verstokte C&N gebruikers aan het denken zal zetten.

 

In de presentatie laat Sony uitgebreid de marktaandelen van de spiegelloze systemen zien, gemiddeld toch al zo’n 40 %. Zeker ten opzichte van vijf jaar geleden verovert spiegelloos, met z’n compacte body’s, vernuftig ingebouwde functionaliteit en vooral geruisloze opnames, gestaag terrein. Sony heeft vol ingezet op dit type camera en gaat dus de vruchten plukken. Traditioneel kijken professionele fotografen lang de kat uit de boom  en zijn ze conservatief met overstappen naar andere nieuwe systemen. Met de 400mm lijkt Sony zijn pijlen rechtstreeks op deze groep te richten. De lens zal zeker niet de verkooprecords breken. Vaste 300,400, 500 en 600mm prime objectieven zijn een echte niche en worden niet of nauwelijks gekocht door liefhebbers, amateurs of prosumers. Alleen de diehard prof gebruikt deze werkpaarden. Dat kan ook bijna niet anders gezien het prijskaartje, in dit geval 12.000,- euro inclusief koffer en zonnekap, dat wel.

De 400mm 2.8 is vanaf september beschikbaar, de α9 camera al vanaf vorig jaar.