Scherpstellen op het einde in Museum Hilversum
Museum Hilversum presenteert dit voorjaar ‘Scherpstellen op het einde’ over de dood als onafwendbaar perspectief. De tentoonstelling laat zien dat doodgaan bij het leven hoort. Het confronteert de bezoeker met zes verhalen over de schoonheid van de vergankelijkheid, behoefte aan controle over het einde, afscheid nemen, herdenken en de gevolgen voor de achterblijvers. ‘Het brengt de dood in religieus-filosofisch oogpunt als een open einde’, aldus curator Marc Prüst. ‘Want of je nu gelovig bent of niet, we zijn onwetend over wat er komen gaat.’
PodiumMH: Scherpstellen op het einde |
21/04 19:30 – 21:30 uur In een speciaal PodiumMH vertellen de fotografen Ananda van der Pluijm, Sabine Joosten en Bert Verhoeff over hun werk. Curator Marc Prüst vertelt over zijn betrokkenheid bij de tentoonstelling Scherpstellen op het einde en over de werken van Arianna Sanesi, Ton Broekhuis en Torben Eskerod.Een avond met indrukwekkende fotografie en verhalen!Tickets € 7,50 – toegang is voor Vrienden en museumkaarthouders gratis Ontvangst vanaf 19:00 uur. |
Voor Prüst is het voorjaar het uitgelezen moment voor een expositie over afscheid nemen en de dood. ‘Het is een seizoen van nieuw leven en, denkend aan de vluchtigheid van de Japanse kersenbloesem, het seizoen van vergankelijkheid.’ Zes nationale en internationale fotografen hebben de dood in verschillende verschijningsvormen tot de kern van hun fotografieproject gemaakt. ‘Er is aandacht voor het persoonlijke begrafenis- en afscheidsritueel maar er wordt ook gezocht naar de universele betekenis van dood en vergankelijkheid’, vertelt de curator ‘Door de diversiteit van de benaderingen en de afwezigheid van confronterende beelden zet het je tot nadenken. Het is voor ieder van ons een onontkoombaar perspectief.’
Het alledaagse
‘Ton Broekhuis zoekt in zijn werk naar de schoonheid, ook als hij het vergaan van de planten en bloemen uit zijn eigen tuin fotografeert. Het afgestorven groen wordt een monument van het leven, een viering van de vergankelijkheid’, aldus Prüst. ‘Bert Verhoeff verbeeldt de behoefte controle te hebben over het eigen einde.’ Verhoeff is persoonlijk voorstander van de mogelijkheid tot een zelfgekozen einde aan het (voltooide) leven, zocht medestanders en fotografeerde de door hen gekozen methode van pillen en poeders. Daarnaast fotografeerde hij de plek waar deze mensen dit opbergen. De kistjes, bakjes en verstopte lades tonen de alledaagsheid van het zelfgekozen einde, zijn project maakt de discussie over de dood en het voltooide leven benaderbaar.
Afscheid
‘De intieme maar tegelijkertijd professionele reportagestijl van het werk van Sabine Joosten, maakt de sfeer van het afscheid invoelbaar en menselijk klein. Ze verloor in korte tijd haar beide ouders en fotografeerde het afglijden van haar moeder in de vergetelheid.’ Volgens Prüst zetten de verschillende verhalen de bezoeker aan tot nadenken. Zo belicht de Deense Torben Eskerod de rol van herdenken. ‘Op begraafplaatsen in Italië is het gebruikelijk om op de grafzerken portretten van de overledenen te plaatsen en Eskerod fotografeerde deze. De door tijd en weersomstandigheden verweerde portretten stemmen tot nadenken over hoe de overledene wordt herinnerd door de nabestaanden en hoe deze herinnering ook weer door tijd en omstandigheden wordt gekleurd.’
Achterblijvers
‘Arianna Sanesi en Ananda van der Pluijm tonen verhalen over de gevolgen voor de achterblijvers’, vertelt Prüst. ‘De Italiaanse fotograaf Arianna Sanesi maakt de afwezigheid van de overledene invoelbaar. Zij maakt foto’s van objecten die zonder hun specifieke context woordenloze dingen zouden blijven. Bijzonder is dat haar foto’s een narratief vormen over de ‘femicide: vrouwen die verdwijnen of omgebracht worden door daders uit hun directe omgeving zoals partners, ex-partners of familieleden. Die dit veelal deden voor de zogenaamde eer van de familie. Ananda van der Pluijm richt zich op wat er overblijft na het overlijden. Haar vertelling ‘An Incomplete History’ vergelijkt de erosie van het land met het leven van een vrouw in Tanzania. De vertelling neemt de familiegeschiedenis van de familie als uitgangspunt, waarbij een fossiel van haar eigen vader het startpunt is van deze even poëtische als confronterende vertelling.’
De groepstentoonstelling is van 9 april tot en met 19 juni open voor het publiek.