Pf #4 gaat over kritische landschapsfotografie
Pf #4 is uit en is gewijd aan landschapsfotografie, met name de nieuwe, kritische vormen daarvan. In dit nummer brengen we portfolios van Theo Baart, Gerco de Ruijter, Robert Knoth, Lucas Folgia, Massimiliano Rossetto, Mischa Keijser en Terri Loewenthal. In de rubriek fotocultuur hebben we een historisch en filosofisch overzicht van de diverse vormen van landschap. In de rubriek Concept Martine Stig, in Debuut Nienke Coumou, in Analoog Kees Brandenburg in Boeken Animals van Sage Sohier, in Presentatie Museum Arnhem en in Techniek Luminar 4 en Landscape Pro 3.
Het redactioneel:
Vragen stellen over onze leefomgeving
Landschap is waarschijnlijk het oudste genre in de fotografie. Toen de fotografie net was uitgevonden, rond 1840, bleek het landschap zich uitstekend te lenen voor de langzame emulsies. Grote namen in die tijd waren de Britten Francis Frith en Roger Fenton, die hun landschappen verbonden met oudheden zoals de Egyptische piramiden. Zij maakten Souvenirs de Voyages, bedoeld om vanaf de sofa te kunnen genieten van verre landen. In Amerika met zijn woeste landschappen was het genre populair. Carleton Watkins maakte niet alleen mooie foto’s van hoge bergen, hij bekommerde zich ook om het lot van de natuur. Hetzelfde gold voor Ansel Adams, die voorvechter was van het behoud van het Yosemite park.
De laatste jaren zien we dat steeds meer fotografen de natuur niet alleen zien als een esthetisch genre maar vooral als een onderwerp waarin de ecologische gevolgen van het menselijk ingrijpen een rol spelen. Dit is uiteraard een logisch gevolg van het antropoceen – het huidige tijdperk waarin het klimaat en de atmosfeer worden bepaald door menselijke activiteit. Een natuurfotograaf kan nauwelijks landschappen fotograferen zonder zich zorgen te maken om de ecologie.
In dit nummer van Pf hebben we een aantal fotografen verzameld, die met hun fotografie vragen stellen over onze leefomgeving. Robert Knoth en Antoinette de Jong legden na de kernramp van Fukushima het verval van het cultuurlandschap vast in het boek Tree and Soil. Wij hebben een interview met het duo dat al eerder ook de gevolgen van Tsjernobyl in beeld bracht. Gerco de Ruijter legt het landschap vanuit een vlieger of een ballon vast om te kijken wat de invloed is van de mens op de natuur. Geometrische patronen verraden dat er weinig of geen oorspronkelijke natuur is in Nederland. Theo Baart, die zich vooral laat inspireren door fotografen uit de 19e eeuw, houdt zich al jaren bezig met het Nederlandse landschap, dat geheel door de mens is geschapen. In zijn nieuwe boek richt hij zich op Groot-Amsterdam, een stedelijk gebied met veel industriële invloeden. Mischa Keijser schept een persoonlijke kijk op het landschap, maar niet als een esthetisch escapisme dat in de 19e eeuw bestond. Ook hij heeft een open oog voor de grote invloeden van de mens op het klimaat.
De Amerikaanse fotograaf Lucas Foglia laat in de titel van zijn werk zien waar het om gaat. Zijn project Human Nature onderzoekt hoe de mens en de natuur zich tot elkaar verhouden. Volgens hem vormen de mens en de natuur één ecosysteem. En Massimiliano Rossetto, een Zwitserse fotograaf, concentreert zich vooral op de plaatsen die zijn veranderd of verwoest door het menselijk handelen. De kleurrijke en psychedelische beelden van Terri Loewenthal doen een romantische kijk vermoeden, maar ook in haar werk zit een kritiek op de omgang met de natuur door de Amerikaanse regering.
Als je deze zomer gaat fotograferen, al dan niet op vakantie en al dan niet in eigen land, kunnen de inzichten en creativiteit van de fotografen in dit nummer je wellicht inspireren tot het maken van bijzonder werk met liefde en aandacht voor onze kwetsbare leefomgeving.