Noorderlicht: DATA RUSH afwisselend en relevant
De curator van Noorderlicht, Wim Melis, weet altijd interessante en actuele thema’s aan te snijden en op een uitstekende, inspirerende manier uit te werken in een consistente tentoonstelling.
In tegenstelling tot Fotofestival Naarden wordt in Groningen niet gezocht naar publiekstrekkers, die het niveau van het geheel naar beneden trekken, maar worden de fotografen uitgezocht op inhoudelijke criteria, die passen bij het thema.
Dit keer heeft Noorderlicht het zich niet gemakkelijk gemaakt, want het thema Data Rush, over de toenemende behoefte van de mens om data over zichzelf te verzamelen en te verspreiden, is geen typisch fotografisch thema en vaak zo abstract dat het nauwelijks in beeld te brengen is. Als je naar Groningen afreist om puur fotografische, esthetische beelden te bekijken, zit je bij Data Rush niet op de juiste plek, en waarschijnlijk beseften de curatoren dit zich ook, want naast Data Rush is er in de Suikerfabriek een nevententoonstelling te zien met romantische en vaak analoge beelden van het echte rauwe leven onder de titel Pulse.
In zijn voorwoord in de catalogus van de tentoonstelling schrijft Wim Melis: “De digitale wereld raakt zo verweven met ons leven dat het ons in de kern van ons bestaan beïnvloedt. (…) Door het gemak van de technologie vergeten we routinematig het illusionaire, reducerende en dubbelzinnige karakter van de fotografie en blijven we geloven dat er waarheid zit in de manier waarop de foto representeert wat het afbeeldt.” Het is een opmerking die volledig past bij deze tijd waarin de fotografie meer dan ooit haar waarheidsgehalte is kwijtgeraakt en waarin de consument, die zijn foto’s gretig post op Instagram en Facebook meer dan de professionele fotograaf de trend van deze tijd gaat bepalen. Wie op toeristenplekken komt zoals bij de Eiffeltoren in Parijs ziet het aan zijn oog voorbij trekken: de duizenden toeristen die elke seconde selfies maken met of zonder de selfiestick, en ze vervolgens direct deelt met hun vrienden. Wat er wordt afgebeeld is niet meer de werkelijkheid maar een uit de voegen gegroeide behoefte van self-exposure. Wij raken meer en meer verstrikt in een virtuele wereld, die naast ons reële bestaan een eigen leven gaat leiden.
De 78 fotografen die zijn uitgenodigd voor Data Rush laten allemaal op een eigen, onorthodoxe wijze zien dat de exponentieel gegroeide data-verzamelwoede absurde en surreële vormen heeft aangenomen. Daarom lijkt geen enkele bijdrage op die van een ander, wat de tentoonstelling interessant en afwisselend maakt. De fotografen die zijn geselecteerd hebben allemaal een eigen idioom gevonden om de virtuele werkelijkheid van internet uit te beelden. Zo maakte Hasan Elahi (BanglaDesh, USA) een collage van al zijn foto’s van zijn leven gedurende een paar jaar die hij bij wijze van uitdaging aan de FBI op social media plaatste. De collage is een paar meter breed en de foto’s waaruit het bestaat zijn niet groter dan 1 cm en daardoor nauwelijks te zien, waardoor het visueel aanschouwelijk wordt welk een absurd aantal foto’s hij maakte. Fotografisch traditioneler van aanpak maar inhoudelijk even interessant is de serie portretten van Travis Hodges (UK) van mensen die op allerlei manieren data van zichzelf verzamelen, zoals hun slaapritme of al hun bewegingen. Naast de portretten kun je lezen wat ze verzamelen. Aansluitend op de fotografeerwoede van de digitale burger maakte Dina Litovsky (USA) een serie foto’s van mensen die op feestjes niet anders doen dan zichzelf fotograferen in plaats van te feesten. Een herkenbaar beeld, dat in foto’s vastgelegd je confronteert met een in feite pathologische gedrag. Dit sluit ook goed aan bij de serie van de Nederlander Bas Losekroot die mensen op straat fotografeerde met hun mobiel in de hand, waardoor aanschouwelijk wordt dat ze mentaal niet op de plek zijn waar ze lopen maar blijkbaar imaginair op een andere virtuele plek zijn.
Een traditionele fotoreportage van de Spaanse fotograaf Fernando Moleres laat de gevolgen zien van internet-game-verslaving van Chinese jongeren die in een speciale kliniek van de psychiater Tao Ran worden behandeld. Het levert ontluisterende beelden op van jongeren die volledig van zichzelf verwijderd zijn geraakt en die op een militante wijze van hun verslaving worden genezen. Als een soort digitale Cindy Sherman maakte de Braziliaanse Laís Pontes fotomontages van zichzelf in een steeds andere outfit en met een geheel ander karakter. Ze plaatste die op Facebook en plaatste de commentaren van haar publiek onder de foto’s. Weer anders is de aanpak van de Duitser Julian Röder, die in een serie strakke en precies uitgelichte documentaire foto’s laat zien hoe via hightech apparatuur zoals satellieten de migrantenstroom door de grenspolitie van Eurosur wordt gemonitord. We zien onder andere mannen achter computers en kijkend naar een groot scherm van Zuid-Europa met stippen waar migrantenboten op de Middellandse Zee varen. Ook meer klassiek van aanpak is de serie landschapsfoto’s die op een geheel andere manier visueel maakt wat in wezen een onzichtbare laag in ons leven is. Nate Larson en Marni Shindelman ( USA) maakten locatiefoto’s op plekken waarvan tweets werden verstuurd, en plaatsten de uit de context gehaalde en daardoor mysterieuze tweets onder de foto. Zo zie je onder een foto die in de schemer bij een Amerikaans motel is genomen de tekst: ’tell me i am not making a mistake. Tell me you’re worth the wait. #fb’. De visueel neutrale locatiefoto’s vormen met de cryptische tweets een combinatie die vragen oproept over de fragmentatie van ons bestaan.
Data Rush is eigenlijk niet zozeer een fototentoonstelling maar een thematisch verhaal dat wordt verteld op zeer diverse manieren waarbij fotografie een gevarieerde rol speelt. Bij de ene fotograaf wordt de fotografie als traditionele reportage gebruikt, bij de volgende als collage van een serie persoonlijke beelden en bij weer een andere fotograaf als een digitale constructie om het onzichtbare van de dataverzamelwoede zichtbaar te maken. De Suikerfabriek is een uitstekende plek voor dit fotofestival omdat de troosteloosheid van de locatie en de vergane glorie van de ruimte je in een sfeer van overpeinzingen van de zinvolheid van het moderne digitale bestaan brengen. Data Rush is een interessante en maatschappelijk relevante tentoonstelling die laat zien dat fotografen zich in een grote verscheidenheid van vormen en stijlen kunnen buigen over een beeldend abstract thema.
Zoals gezegd is in de naast gelegen ruimte een nevententoonstelling onder de titel Pulse. Het is een mooie tegenhanger voor het unheimische gevoel dat de digitale en virtuele werkelijkheid ons te bieden heeft. Het verdient aanbeveling om deze tentoonstelling pas na Data Rush te bekijken om weer het menselijke gevoel van het echte fysieke leven tot je door te laten dringen. Voor Pulse, dat samen met het Fotoboekfestival Kessel is opgezet, is eveneens een internationale schare aan fotografen bij elkaar verzameld, die als thema het ruwe, poëtische, vleselijke en emotionele leven hebben. Opvallend is dat er veel zwartwit foto’s bij hangen, blijkbaar een teken dat het intieme en rauwe van ons leven zich beter laat vertalen in romantische en kunstzinnige zwartwit beelden. Zo maakte Leonard Pongo intieme en vaak door beweging onscherpe zwartwit foto’s in de Congo. Maar er zijn ook veel series in kleur. In Rusland blijken de rafelranden van de maatschappij altijd een dankbaar onderwerp voor fotografie. Alisa Resnik maakte donkere en melancholische beelden in Sint Petersburg waarop mensen de grenzen van hun bestaan lijken op te zoeken. Kortom, de tentoonstelling Pulse is een krachtige tegenhanger van Data Rush en samen vormen ze een uitdagende combinatie voor een intense en filosofische kijkbeleving.