Herdenken in de berm: laatste eer voor verkeersslachtoffers
Tijdens een vakantie op Lanzarote stuit Jeroen Hansen tijdens een wandeling op een herdenkingsmonument. “Ik was het eiland aan het verkennen, wandelschoenen aan, rugzak op en camera mee. Midden in een desolaat gebied kwam ik een gedenkteken tegen. Een kruis met een aantal kleine rosten. In de buurt was geen weg te ontdekken en toch lagen er bloemen bij het monument. De nabestaanden namen dus kennelijk toch de moeite om het gedenkteken te bezoeken. Het was zo’n ongewoon beeld, zo’n monument in een verlaten gebied. Het had iets krachtigs, bijna mystieks.” Daarmee gaat een vierjarig project van start, waarin Hansen op zoek gaat naar bermmonumenten in verschillende Europese landen.
‘Signs of life’ is het tweede grote project van Hansen. Eerder maakte hij een serie over borstkanker. Hij kiest graag voor onderwerpen waar een taboe op rust of waarvan de meningen controversieel zijn. “En in Nederland bestaat er geen groter taboe dan de dood. Daar praten we liever niet over.”
In de afgelopen vier jaar heeft Hansen verschillende landen bezocht. Onder meer in Oostenrijk, Duitsland, Polen, België, Frankrijk, Italië en Spanje gaat hij op zoek naar bermmonumenten. Die landen hebben ieder hun eigen identiteit, ook qua herdenkingsmonumenten. “In Nederland zie je vaak heel persoonlijke monumenten. Foto’s, vlinders, lichtjes en gedichten kom je tegen; het gebruik van kruizen is veel minder dan in het buitenland.” Zelfs de rijkdom van de bevolking is af te lezen aan de gedenktekens. “In een arm gedeelte van Polen zie je kruizen gemaakt van twee boomstammetjes. Naarmate je dichter bij een stad als Krakau komt, worden de monumenten ook uitbundiger. In Italië en Spanje, van oudsher Rooms-katholieke landen, wordt veel aandacht besteedt aan de gedenktekens. Daar zie je naast kruizen ook huisjes en kapelletjes, zelfs in marmer.” Qua monumenten lijkt België het meest op Nederland. “Maar Nederland steekt er met kop en schouders bovenuit qua persoonlijkheid van de gedenktekens.”
Het zoeken naar monumenten kost vele kilometers. “Voor het project ben ik door Nederland gaan rijden. De monumenten die ik tegenkwam, ben ik gaan fotograferen. In het buitenland maakte ik tijdens vakanties foto’s. Na zo’n twintig tot dertig gedenktekens begon ik een beetje te twijfelen. Doe ik hier wel goed aan? Ben ik geen voyeur die de privacy van nabestaanden schend? Tijdens een weekendje weg in Leeuwarden kwam ik langs een weg waar drie kruizen naast staan. Ik wist direct dat er iets verschrikkelijks was gebeurd. Ik wilde graag meer weten over de achtergrond van het monument. Op internet vond ik een website van de familie die het gedenkteken heeft geplaatst. Een echtpaar heeft twee dochters verloren en een toekomstig kleinkind. Een van de dochters was zwanger. Op een zaterdagavond werden ze geschept door automobilist, vermoedelijk onder invloed, die op de verkeerde weghelft reed.”
Hansen wordt diepgeraakt door het verhaal en besluit contact te zoeken met de familie. “Ik heb ze gevraagd of ik mocht langskomen en heb hen verteld over mijn project. Ze reageerden in eerste instantie sceptisch, maar gaandeweg groeide het vertrouwen. Uiteindelijk ben ik een groot deel van de dag bij hen geweest.”
Ook met andere nabestaanden heeft Hansen contact. “Ik kwam een gedenkteken tegen van een familie in Vught. Het betrof een monument in de vorm van een lichaam, met de tekst ‘May the force be with you’. Een beroemde uitspraak uit een Star Wars film. Daardoor werd mijn nieuwsgierigheid gewekt. Het monument bleek voor een jongen die gek was van Star Wars films. Hij spaarde er ook poppen van. De ouders hadden de kamer van die jongen geheel in tact gelaten. Zijn vader had inmiddels de hobby van de zoon overgenomen, en ging door met het verzamelen van poppen. Daardoor was een soort museum ontstaan, met honderden poppen.”
Dankzij het contact met nabestaanden gaat het project nog meer leven. “Daardoor heb ik ook echt een gevoel bij de monumenten. Dat gevoel heb ik wel nodig, ik moet me kunnen inleven als fotograaf.”
Terug naar het boek. Daarin staan gedenktekens die mogelijkerwijs nu al verdwenen zijn. “Vaak zijn het tijdelijke monumenten. Gemeenten hanteren verschillende regels. Overal geldt dat de monumenten geen obstakel mogen vormen en ook mogen ze niet te veel afleiden. In sommige gebieden zijn ze heel streng wat betreft gedenktekens. In Nieuwegein zijn in het verleden van de een op de andere dag meerdere monumenten weggehaald. Dat is moeilijk voor nabestaanden. In Friesland en Groningen zijn ze minder streng en blijven de gedenktekens vaker staan.”
Niet alleen gemeentelijk beleid, maar ook andere factoren zijn van invloed op de levensduur van een monument. “De mate waarin de gedenktekens verzorgd worden bijvoorbeeld. Daarnaast zijn veel monumenten verdwenen door de aanleg van nieuwe wegen.”
Hansen heeft ervoor gekozen om bij de foto’s in het boek geen verhalen over het monument te plaatsen. “Ik wilde niet bij elk gedenktekens opschrijven wat er is gebeurd. Ik wil juist de foto’s voor zich laten spreken. Elk monument heeft een andere sfeer. De foto’s vertellen zo hun verhaal.” Daarnaast heeft hij Mirjam Klaassens bereid gevonden een essay te schrijven over de wetenschappelijke kant van bermmonumenten. “Mirjam heeft al veel onderzoek gedaan naar bermmonumenten.”
Het boek wordt 27 februari gepresenteerd. Het boek ‘Signs of Life’ (Engels) kost 29,95 euro en is te bestellen via de website www.jeroenhansen.nl en www.klapwijkenkeijsers.nl.