Fujifilm GFX- 50S
De Fujifilm GFX-50S heeft bij de TIPA Awards de prijs gekregen voor de beste middenformaat camera. In de camera is veel kennis verwerkt die Fujifilm heeft opgedaan met het kleinere X-systeem, maar in de camera is ook veel van de ervaring terug te zien die Fujifilm heeft op gebied van middenformaat. Vakfotograaf Freek van Arkel werkt met het Fujifilm X-systeem en heeft de GFX aangeschaft voor het zuivere werk.
Fujifilm heeft een indrukwekkende staat van dienst op het gebied van analoge middenformaat camera’s: van de 6×4,5 GS645 en de 6×7 en 6×9 meetzoekercamera’s zoals de GF670 en de GW690 tot de beroemde Fujifilm GX680 systeemcamera met verwisselbare achterwanden en zoekers en ingebouwde tiltshiftmogelijkheden. Voor liefhebbers van het panoramaformaat maakte Fujifilm de GX617 voor opnames op rolfilm van 6x17cm. De GA645 was een 6×4,5cm meetzoekercamera met autofocus en de GX645 was een autofocus spiegelreflex met verwisselbare achterwanden die liefhebbers direct zullen herkennen, maar dan onder een andere naam. Mede vanwege die historie was de introductie van de Fujifilm GFX-50S het hoogtepunt van photokina 2016. Een spiegelloze digitale middenformaatcamera met een verwisselbare zoeker waarvoor drie objectieven beschikbaar waren: de GF 63mm F2.8 standaard, de GF 120mm F4 Macro en de GF 32-64mm F4 zoom. Een GF 23mm F4 en GF 45mm groothoek en een lichtsterke GF 110mm F2 tele werden meteen aangekondigd voor introductie in het najaar van 2017.
De camera maakte om meerdere redenen indruk. Om te beginnen keert Fujifilm met de GFX terug in het middenformaat. En ditmaal met een digitale camera. Fujifilm blaast met de GFX ook nieuw leven in het middenformaat. Fujifilm heeft met de GFX net niet de primeur van de eerste spiegelloze digitale middenformaatcamera, maar de GFX laat wel zien welke kant digitaal middenformaat op moet om relevant te blijven in de toekomst. Qua formaat is de GFX nauwelijks groter dan spiegelloze fullframe camera’s en zelfs kleiner dan de grootste fullframe spiegelreflexmodellen. De GFX laat zien dat juist bij het middenformaat met zijn grote sensorafmetingen en bijbehorende grote spiegel en zoeker heel veel valt te winnen door het weglaten van de spiegel. Het scheelt trilling, geluid, gewicht en volume. Er zijn echter niet alleen maar onderdelen weggelaten. De GFX is namelijk de eerste digitale middenformaatcamera met een draai- en kantelbaar scherm en hij heeft zelfs een elektronische zoeker die met een optioneel tussenstuk kan worden opgeklapt. De GFX is ook de eerste spiegelloze digitale camera met een ingebouwde spleetsluiter. Hierdoor kunnen heel veel objectieven met adapters op de GFX worden gebruikt. De Fujifilm GFX-50S opent zo nieuwe mogelijkheden in het middenformaat.
De X-factor
De Fujifilm GFX-50S heeft veel weg van de bekende APS-C camera’s als de X-Pro2 en de X-T2. Wie gewend is aan deze camera’s kan moeiteloos overweg met de GFX-50S. De camera is een beetje groter dan bijvoorbeeld de X-T2, maar als je bedenkt hoeveel groter de sensor is, dan is het eigenlijk verrassend hoe weinig het scheelt. De menustructuur is vrijwel identiek en ook de bekende draaiknoppen en ringen voor sluitertijd, ISO en diafragma ontbreken niet. Het hart van de camera is de 51 megapixel CMOS sensor van 44x33mm. Dat is 1,7x de oppervlakte van fullframe. De grotere sensor brengt met zich mee dat de objectieven wat langere brandpunten hebben dan bij fullframe, bij vergelijkbare beeldhoeken. Die langere brandpunten zorgen ervoor dat bij identieke diafragma’s er meer achtergrondonscherpte is dan bij fullframe. En dat is een van de charmes van het middenformaat, naast de hoge scherpte en verbluffende detailweergave. Liefhebbers van het middenformaat houden meestal ook van een groot, helder zoekerbeeld. De GFX stelt op dit punt niet teleur. Het is de eerste middenformaatcamera met de nieuwe 3,6 megapixel elektronische zoeker. Deze zoeker is pas in twee eerdere camera’s toegepast. Het scherm kan draaien en kantelen, net als bij de X-T2, maar het is op de GFX zelfs aanraakgevoelig. Een scherpstelpunt selecteren kan met een druk op het scherm of met behulp van de joystick. Op de plaats waar de X-T2 een aparte belichtingscorrectieknop heeft, zit bij de GFX een LCD-scherm dat in een oogopslag alle belangrijke instellingen laat zien. Zoals het bij een professionele camera hoort, beschikt de GFX over dubbele SD-kaartsleuven en een grote accu die lang mee gaat. Een voor middenformaat tamelijk bijzondere toevoeging is de aansluiting voor bekabelde netwerken. De GFX is duidelijk klaar voor de toekomst. Het is dus geen wonder dat de camera snel zijn weg heeft gevonden naar vakfotografen.
“Wat ik nu al met die zoom zie in portretten is zo ontzettend mooi, met die detaillering en die scherptediepte. Ik kan niet wachten tot ik de 110 f/2.0 aan kan schaffen”
Freek Van Arkel
Van Arkel is een Nederlandse fotograaf die vooral bekend is van zijn werk in en om de Rotterdamse haven. Zijn boek Report Rotterdam – 25 Jaar Havenfotografie is inmiddels aan een tweede uitgave toe. Het kreeg ruime aandacht in de pers en haalde de longlist van de Dutch Doc Awards. Toen Van Arkel in 1986 ging werken als vaste fotograaf voor het Havenbedrijf had hij geen idee hoe veelomvattend dat werk zou zijn. Hij herinnert zich nog dat hij, als pas beginnend fotograaf, vers afgestudeerd van de Kunstacademie, aanvankelijk zijn bedenkingen had over werken voor een gemeente voor een vast aantal uren. Tot hij erachter kwam hoe ver de activiteiten van het Havenbedrijf Rotterdam zich uitstrekten. “Het is een fantastisch onderwerp. Van de stad tot op zee en van de zee tot ver in het achterland, tot Duitsland aan toe”, vertelt Van Arkel. Het werk was heel breed, van corporate fotografie en landschappen tot portretten. De onderwerpen waren al even divers: achterlandverbindingen als spoor en waterwegen, kustvaart, binnenvaart, vrachtverkeer, maar ook meer abstracte begrippen als heimwee en tijdelijke landschappen. Hij had toegang tot vrijwel ieder aspect van de haven en legde het vast in weer en wind. Zijn beelden van de haven heeft hij geëxposeerd op Naarden en werden geselecteerd voor het fotofestival FotoIndustria van Bologna. Van Arkel heeft voor veel grote opdrachtgevers gewerkt. Vooral de eerste jaren had hij veel vrijheid en eigen inbreng bij het invullen van opdrachten. Vaak was er direct contact met de directie en waren de lijnen kort. “Dat gaf veel vrijheid, maar ook een grote verantwoordelijkheid”, memoreert Van Arkel. “Dan ging je voor een jaarverslag naar Zeeland voor een Hollands beeld van een postbode in de polder. Of je vloog naar Londen voor opnames bij het uitgiftepunt van de Financial Times.” De laatste jaren heeft hij de invloed van communicatiebureaus en communicatieafdelingen enorm zien toenemen, tot op het punt dat soms precies werd voorgeschreven hoe iemand in beeld moest staan, met welke kleding en props en welk standpunt hij zelf in moest nemen. Dat is niet het soort fotografie waar Van Arkel naar op zoek is. Hij laat zich graag leiden door situaties en spontaniteit. Het kunnen voorspellen van wat komen gaat, het aan zien komen van dingen die staan te gebeuren, is voor hem een belangrijk onderdeel van het vak. Om weer de creatieve vrijheid uit zijn beginperiode terug te krijgen, is hij de laatste jaren steeds meer uit op eigen projecten waarvoor hij dan in een latere fase een opdrachtgever vindt. Zo volgt hij transformatieprojecten die uiteindelijk als boek worden uitgegeven en fotografeert hij de sjorders in de haven. In dit soort projecten is hij weer vrij om zijn eigen visie weer te geven en zich te laten leiden door het moment, door plotselinge gebeurtenissen of onverwacht mooi licht. Van Arkel: “Als je de transitie van een gebouw fotografeert, kan je zo veel kanten uit. Details als het spoor van gemorste koffie tussen oude bureaustoelen, portretten van mensen die aan het slopen zijn, maar ook de ligging in de stad en de architectuur van het gebouw. Hoe het ontsloten wordt en later weer wordt ingevuld.”
Perfecte techniek
Inhoudelijk is Van Arkel in zijn foto’s op zoek naar spontaniteit en echtheid. Dat gaat bij hem wel hand in hand met een goede techniek en een hoge kwaliteit van de beelden. Hij werkte veel op kleinbeeld, maar greep als dat nodig was ook naar grotere camera’s. “Als ik dubbel-spreads nodig had, gebruikte ik in de haven gewoon middenformaat”, zegt Van Arkel. Met het grotere formaat kon hij perfect de schittering van het licht in al zijn nuances vangen. De afgelopen jaren is hij steeds meer gaan doen met zijn Fuji X-Pro2’s. “Dat is een fijn compact systeem met een hele mooie kwaliteit.” Hij werkt veel met de zoomlenzen, maar hij is ook een grote fan van de kleine, vaste brandpunten. Het doet hem denken aan de meetzoekercamera’s waarmee hij veel heeft gewerkt. De stille sluiter van de X-Pro2 vindt hij geweldig. “Vergeleken daarbij maakte zelfs die meetzoeker een enorme herrie”, lacht van Arkel. Het enige dat hij digitaal nog wel eens miste, was een camera voor het zuivere werk, voor portretten, landschap en architectuur. Voor opnames waarvan hij grote vergrotingen wil kunnen maken. Van Arkel vindt dat je die kwaliteit als fotograaf altijd moet kunnen leveren. Voor hem is de GFX de perfecte aanvulling op zijn andere Fujifilms. Aan de GFX hoefde hij maar kort te wennen. De menustructuur is vrijwel gelijk aan die van zijn Xpro2’s. Hij heeft de GF 32-64mm F4 standaardzoom bij de camera en werkt met de Canon 17mm f/4.0 TSE op de GFX via een Cambo-adapter met elektronische sturing. “Wat ik nu al met die zoom zie in portretten is zo ontzettend mooi, met die detaillering en die scherptediepte”, zegt Van Arkel. “Ik kan niet wachten tot ik de 110 f/2.0 aan kan schaffen.” De GFX daagt hem ook uit. “Je hebt eerder onscherpte door beweging en de geringe scherptediepte”, zegt Van Arkel: “Maar dat is ook fijn. Het vergt meer concentratie en daar krijg je een beeld voor terug dat heel briljant is en waar je alle kanten mee uit kan.”