Eerste indruk: Canon EOS 5DS & 5DS R
Al geruime tijd geleden heeft Canon nieuwe versies van de EOS 5D aangekondigd, met als met afstand grootste verschil met de huidige EOS 5D MkIII dat het aantal pixels op de sensor is vergroot tot ruim 50 miljoen. Dat zijn er 8688 x 5792 volgens LightroomCC dat de CR2 bestanden van de nieuwe EOS 5DS al ondersteunt.
Met deze bestanden komt de Canon EOS 5DS op het terrein van de middenformaat camera’s die als voordeel blijven beschikken over een grotere sensor met een ander karakter voor wat betreft de verhouding tussen scherpte en onscherpte. Twee reacties hoorde je naar aanleiding van die aankondiging, namelijk een spontane wens om zo’n camera aan te schaffen en even later de vraag of de objectieven van Canon het wel aan zouden kunnen. Het snelle antwoord op die tweede vraag was simpel: de EOS 5DS wordt voorzien van een anti-alias filter, en dat hoeft alleen maar als de objectieven goed genoeg zijn om het scheidend vermogen van de sensor van voldoende informatie te voorzien. Een antwoord op die eerste reactie is lastiger, de wedervraag is natuurlijk heb je het nodig of wil je het alleen maar hebben? Want eindeloze detailweergave, dat lijkt sinds het verdwijnen van de korrel uit de foto’s door de overgang naar digitaal wel het grootste verlangen van fotografen.
Twee versies
Ik kreeg heel even de gelegenheid om naar de twee versies van de nieuwe Canon te kijken en er enkele testjes mee uit te voeren. Ze waren, zoals dat dan heet, wel testbaar maar nog niet volledig. Echte foto’s en opnames die de opnames bij de verschillende ISO-waarden laten zien zijn er dus nog niet bij. Daarop moet nog even gewacht worden, iets dat ook degenen die de camera aan willen schaffen nog ongeveer een maand moeten doen. Wat bekeken en getest kon worden is een verschil tussen beide uitvoeringen. De EOS 5DS beschikt over een gewoon anti-alias filter dat bedoeld is om ongewenste kleureffecten in zich herhalende patronen tegen te gaan, met als bij-effect een verlies aan scherpte. Hoe groot dat verlies is is eigenlijk nooit te meten, en het wisselt per model camera want de ontwerpers kunnen kiezen hoe sterk ze de werking van het filter maken, willen ze minder kans op moiré en is wat meer scherpte-verlies niet zo erg dan wordt een sterker werkend anti-alias filter gekozen. Bij de EOS 5DS valt er iets te meten omdat de EOS 5Ds vergeleken kan worden met de EOS 5DS-R die beschikt over wat een anti-alias cancelation filter heet. Hierbij wordt de tweede laag van het filter niet gebruikt om de werking van de eerste laag te versterken, maar juist om die weer tegen te gaan. Het is nog niet hetzelfde als gewoon geen filter, maar het scheelt wel. Een tweede versie zonder filter zou tot twee echt compleet gescheiden productielijnen leiden, iets dat Canon niet wil.
De foto’s zijn gemaakt van een zogeheten Siemens ster die bestaat uit een cirkel van naar binnen toe steeds dunner worden lijnen. Die lijnen zijn overigens niet scherp, maar ze hebben zachte randen. Je kunt zelf kijken naar de opnames, maar ze zijn eigenlijk bedoeld om via een computerprogramma te worden geanalyseerd. Wat je er aan kunt zien en wat de software er aan berekent is dat er een scherpteverschil is, de ‘R’-versie biedt iets meer scherpte, maar wanneer je het kleurprobleem dat zich als moire aandient niet in de software verwijdert is die hogere scherpte niet te zien. In cijfers is de scherpte ongeveer 94% bij de 5DS, 97% bij de 5DS R en 100% bij de 5DS R waarbij moiré reductie is toegepast. Hieronder de voorbeelden op 100%, onder aan de pagina nog een keer op 400%. Dan zie je de verschillen wel goed, maar je kijkt natuurlijk ook naar onzinnig kleine details.
Moiré
Het probleem waarvoor het anti-alias filter is uitgevonden doet zich voor bij regelmatige patronen, in de regel bij dingen die door mensen en machines gemaakt zijn. Daarom zal het bij landschappen maar zelden voorkomen, hoewel hekken er wel goed in zijn om het verschijnsel te veroorzaken. Daarbij is het wel belangrijk om te bedenken dat de kleurtjes op een beeldscherm veel meer opvallen dan bij een afdruk van dezelfde foto. Je kunt software gebruiken om de kleurtjes weg te halen. Een RAW-converter als Capture One van Phase One is er goed in, die software is dan ook eerst speciaal voor de eigen digitale achterwanden ontwikkeld en bij middenformaat camera’s wordt nooit een anta-alias filter gebruikt. Maar ook Adobe LIghtroom en Adobe CameraRAW bevatten het voor de verwijdering noodzakelijke gereedschap. Als het door het soort foto’s dat je maakt maar zo nu en dan optreedt lijkt de extra tijd die het verwijderen kost wel op te wegen tegen de winst aan scherpte.
Doe je daarentegen mode of architectuur dan is het handig om goed uit te zoeken hoe vaak het zal optreden, want dan kan de afweging wel anders uitpakken.
Scherpte
Er zijn meer zaken die spelen bij een camera met zo’n groot aantal pixels. Zo zal het extra nodig zijn om te kijken of het AF-systeem in combinatie met de gebruikte objectieven goed is afgesteld, zo niet dan kan dat in de camera worden gecorrigeerd. Wel handig is om daar software voor te gebruiken, of het te laten doen bij een bedrijf dat er de apparatuur voor heeft. En bewegingsonscherpte is een ander mogelijk probleem. Gelukkig is het spiegelmechaniek zo gemaakt dat de spiegel mooi langzaam tot stilstand komt, de beweging wordt door een motortje gestuurd en de afremming verloopt ook met behulp van die motor en de overbrenging, niet door de spiegel met een klapje tot stilstand te laten komen, met een heel stille werking van de camera als prettig bijverschijnsel. Beeldstabilisatie en een statief zijn andere heel nuttige hulpmiddelen. Daarnaast zijn er speciale instelling toegevoegd waarbij je kunt kiezen voor een vertraging tussen het opklappen van de spiegel en het maken van de foto, los van het gebruik van de zelfontspanner.
Nodig?
En of je al die pixels nu echt nodig hebt of alleen maar heel graag wilt hebben is een vraag die je echt voor je zelf moet beantwoorden. Het rondkijken naar alle details in zo’n foto is heel fascinerend, je kunt in de foto meer zien dan je in werkelijkheid zelf kon zien. En dat is voor een aantal fotografische toepassingen heel fijn. Een snelle computer is daarbij dan ook heel fijn. Wanneer je overweegt om een middenformaat camera te kopen, maar zie je de prijs als een probleem, dan moet je bedenken waarom je dat wilt. Gaat het je om de manier waarop een middenformaat sensor omgaat met het scherpte-onscherpte verschil, dan helpen de 50 miljoen pixels van de Canon EOS 5DS niet. Maar wanneer je een middenformaat camera overweegt vanwege het aantal pixels is de Canon EOS 5DS R een veel voordeliger alternatief.