terug

Een idee moet naar je toe komen

De geschiedenis van de fotografie is niet de geschiedenis van camera’s of opnametechnieken. Het is de geschiedenis van de onderwerpkeuze, het idee, dus van het concept. Een fotograaf communiceert zijn visie op een bepaald onderwerp via een project. De crux zit in de originaliteit van de onderwerpkeuze en de gekozen invalshoek. Een goed concept is de essentie van een geslaagd project.

door: Jeroen Jazet

Voor de meeste fotografen is een uniek, belangrijk en persoonlijk project de heilige graal. Het is de kroon op het werk om ooit een boek, expositie of een combinatie daarvan te maken. Geen fotoboek dat inwisselbaar is, maar een project waar de bijzondere creativiteit, levenservaring en persoonlijke visie van de fotograaf tot uiting komt.

Veel goede fotografen worstelen met het vinden van het juiste onderwerp. Het is zaak een niche te vinden, een gebied dat onontgonnen is, vers, nog niet ontdekt. En dat in een wereld waar elk onderwerp al belicht lijkt. Migratie, arbeid, discriminatie, milieu, alle grote thema’s lijken al vertaald in fotoprojecten. Een concept moet op het randje balanceren van niet te uitgemolken, maar nog wel geloofwaardig.

Uit je tenen

Een magische mix van ingrediënten is er niet voor een succesvol project. Het juiste idee is ongrijpbaar, en dat is maar goed ook. Vergelijk het met een ‘hit’ in de muziekwereld. Iedereen probeert het, en soms lukt het. Vaak ineens, zonder dat je er erg in hebt, raak je de juiste snaar. Soms is het een kwestie van de creativiteit laten vloeien tot er resultaat volgt waar je weer mee verder kunt. Bij de meeste fotografen komt het uit de tenen. Een diepgewortelde emotie vertaalt zich in een fotoserie. Iets dat je verwondert, ontroert of kwaad maakt. Een intentie, een punt dat je wilt maken. De fotograaf voelt een urgentie om het project te maken.

In den beginne konden fotografen nog vrijelijk kiezen uit onontgonnen thema’s als de schoonheid van de natuur (Ansel Adams), armoede (Dorothea Lange) of kinderarbeid (Lewis Hine). Tegenwoordig zoeken fotografen het vaker in kleinere thema’s. Soms liggen die ver van huis, een andere keer onder onze neus. Jan Dirk van den Burg is daar met zijn project Olifantenpaadjes een goed voorbeeld van. Iedereen kent de kleine sluipweggetjes, maar nog nooit had iemand er een fotoboek over gemaakt. Dat boek maakte ons meer bewust van het fenomeen, en tovert een glimlach op onze mond. Ook die elementen zijn essentieel voor een goed concept.

Stempel

Jeroen Toirkens is een fotograaf met een uniek signatuur in zijn onderwerpkeuze. Sinds zijn project Nomad hangen de labels ‘het noorden’ en ‘onherbergzame gebieden en volkeren’ aan zijn naam. En dat vindt hij prima. “Dat mensen een stempel drukken op je werk is een compliment”, vind hij. “Bovendien ga ik graag naar die gebieden toe en kan ik er nog jaren uit putten. Lang niet alle verhalen in die contreien zijn al verteld.”

Sami in Rusland – Moermansk/Lovozero 2006
– © Jeroen Toirkens, Nomad

Voor Toirkens was Nomad zijn eerste project, direct na het afstuderen aan de KABK. “Het onderwerp kwam letterlijk naar me toe”, herinnert hij zich. “Ik wandelde graag in de bergen, en op een van die tochten kwam ik een nomadenvolk tegen. Ik was enorm onder de indruk. Het was echt een wow-moment.” Die winter ging Toirkens terug en maakte zijn eerste foto’s voor de serie. “Toen werd ik nog enthousiaster en ben begonnen met researchen.” Een van de aspecten die Toirkens onderzocht was of het onderwerp niet allang was gefotografeerd door anderen. Dat bleek niet zo te zijn. “Natuurlijk had je Josef Koudelka, die series maakte over zigeuners en andere volken, maar de nomaden waren tot dan toe redelijk onderbelicht. De fotoboekenmarkt in 2011 was wel nog een stuk kleiner dan nu”, voegt hij toe. “Er waren nog niet heel veel onderwerpen belicht, dus je had sneller een niche te pakken.” Toirkens beet zich vervolgens twaalf jaar vast in het onderwerp.

Boreale zone

Zijn eerste idee was dus eigenlijk direct raak, maar dat wil niet zeggen dat Toirkens ze nu zo uit de mouw schudt. “Het is elke keer een lang proces”, legt hij uit. Momenteel legt Toirkens de laatste hand aan zijn project Borealis – Life in the Woods. Samen met journalist Jelle Brandt Corstius zocht hij naar de verhalen van ‘s werelds noordelijkste bossen en van de mensen die ze bewonen. “We wilden graag een nieuw project samen beginnen en kwamen op een gezamenlijke fascinatie voor bossen uit. Aangezien we voor Nomad al veelvuldig in de boreale zone waren geweest kwamen we snel op dit gebied uit. Zeker toen ons na research het belang en de omvang van deze vegetatiezone duidelijk werd. Minder dan 12 procent van deze bossen zijn beschermd gebied. Ze worden bedreigd van allerlei kanten: commerciële houtkap, kwetsbaarheid van nieuwe aanplant en woekerende bosbranden, zoals afgelopen zomer in Siberië. Daarnaast gaf de redelijke onbekendheid van het gebied voor ons de doorslag.”

Er liggen momenteel nog geen nieuwe ideeën op de plank voor Toirkens. “Ik heb nu nog geen idee wat mijn volgende project gaat worden. Ik vind vooral dat het urgentie moet hebben op het moment dat je het gaat maken.”

De tentoonstelling Borealis – Life in the Woods is tot en met 13 juni te zien in Fotomuseum Den-Haag.

Mocht je de komende tijd meer willen weten over Project, neem dan nu een abonnement op Pf Fotografie Magazine! Ga naar: www.pf.nl/aanbieding-2