terug

Creatieve strategieën

Fotografen verschillen in stijl, wat ze uniek maakt. Ze verschillen ook in hun creatieve strategie, dat wil zeggen hoe zij zich tot de werkelijkheid verhouden en hoe ze die menen te moeten verbeelden. Ook daarin kan een fotograaf uniek zijn, hoewel iedereen verschillende ‘typen’ zal kunnen herkennen.

Door Diana Bokje

Michiel van Opstal, docent aan de AKV St. Joost, onderscheidt in het studiedocument Ga Toch Buiten Spelen verschillende typen fotografen. ‘De jager’ is een objectivist die zijn camera gebruikt als wapen om de werkelijkheid te besluipen en vast te leggen. Ook ‘de provocateur’ wil de werkelijkheid weergeven. Maar tegelijkertijd gebruikt hij fotografie als middel om zijn eigen standpunt te benadrukken. De jager en de provocateur hebben veel gemeen in hun manier van fotograferen. Beide beschouwen hun camera als wapen om de werkelijkheid bloot te leggen. De jager loopt rustig door zijn jachtgebied en observeert wat er gebeurt. Hij richt zijn focus op compositie, patronen en zich herhalende gebeurtenissen. Tot in zijn tenen gefocust en alert op alles wat er in zijn omgeving gebeurt, dwaalt hij door het gebied. Tot het beslissende moment zich voordoet en hij als een ware jager zijn foto schiet.

De provocateur gaat een stapje verder door contact te maken met zijn onderwerp en deze soms zelfs te verstoren. Bijvoorbeeld door net iets te dicht in iemands persoonlijke zone te komen met de camera, iemand duidelijk te volgen of van dichtbij te flitsen. Hierdoor raakt het onderwerp verstoord en laat hij misschien even zijn masker vallen. Daar is het de provocateur om te doen: het onthullen van de waarheid achter de werkelijkheid.

De observator en de antropoloog
Twee andere typen zijn ‘de observator’ en ‘de antropoloog’. Allebei willen ze de werkelijkheid zo onbevangen mogelijk tegemoet treden. Zij vormen zich geen oordeel en willen de realiteit zo waarheidsgetrouw mogelijk registreren. Dit vraagt om een gedegen voorbereiding en onderzoek. Wat zijn de overeenkomsten en verschillen tussen de afzonderlijke individuen in de groep of soorten onderwerpen die hij wil weergeven? Waarin uiten die verschillen zich en waaraan herken je de overeenkomsten? Hoe meer individuen in de groep een antropoloog bestudeerd, hoe meer kenmerken naar boven komen. Dit geldt ook voor de observator. Denk aan Bernd en Hilla Becher met hun vakwerkhuisjes en watertorens. Door zoveel mogelijk te fotograferen vanuit hetzelfde standpunt, met hetzelfde objectief, vanaf dezelfde afstand, in vergelijkbare omgevingen en onder dezelfde lichtomstandigheden, komen de onderlinge verschillen tussen de vakwerkhuisjes beter tot hun recht.

Veel antropologen dompelen zich een tijd onder in een bepaalde subcultuur om hun eigen mening zoveel mogelijk uit te schakelen en hun onderwerp met zo weinig mogelijk vooroordelen te kunnen benaderen. Om tijdens het fotograferen zo objectief mogelijk te kijken, kun je proberen in een gemoedstoestand van not-knowing te komen. Stel jezelf zoveel mogelijk vragen over je onderwerp en doe daarbij net alsof het helemaal nieuw voor je is, als een ruimtewezen dat voor het eerst op deze planeet rondloopt. Wat valt op aan de situatie, de houding van mensen? Welke details vallen op?

De essayist en de activist
Nieuwsgierigheid is een eigenschap die alle fotografen gemeen hebben. Maar voor ‘de essayist’ geldt dit in het bijzonder. Net als de observator en antropoloog begint de essayist met observeren. Hij stelt vragen zonder te oordelen, is nieuwsgierig en richt zijn camera op alles wat hem triggert. Het denkproces vindt achteraf plaats. Wat heeft hij gezien, wat zijn de overeenkomsten tussen de foto’s? Wat zijn de verschillen? Wat valt op wanneer je naar de beelden kijkt? Welk gevoel of welke emotie roepen deze foto’s op? Waar komen deze emoties vandaan? Waardoor worden ze veroorzaakt? Wat doet dit met de toeschouwer?

De essayist gaat eerst fotograferen en bepaalt zijn standpunt achteraf wanneer hij al fotograferend zijn mening vormt. ‘De activist’ daarentegen weet al vooraf waarnaar hij op zoek is. Hij heeft een duidelijk doel en wil zijn omgeving door middel van zijn fotografie bewust maken van misstanden in de wereld. Zijn ultieme doel is het aanzetten tot verandering. Door grondig onderzoek in de eerste fase van het project weet hij al waar hij die misstanden kan vinden. Het grootste gedeelte van zijn werk bestaat uit het toegang krijgen tot het onderwerp en het vertrouwen winnen om te mogen fotograferen. Belangrijk in deze strategie is het doel in gedachte te houden. Tegelijkertijd is het van belang om open te staan voor wat er gebeurt. Juist in het onverwachte schuilt vaak de onthullende foto.

De poëet en de metakunstenaar
‘De poëet’ benadert de fotografie subjectief. Hij legt zijn focus op de schoonheid van het alledaagse. Gevoel en emotie staan centraal. De camera heeft geen zintuigen, hij is doof en kan niet ruiken, proeven of voelen. Hoe breng je, met enkel het kijken tot je beschikking, toch de emotie of het gevoel dat je ervaart over? Het antwoord hierop ligt in het waarnemen, door niet alleen te kijken met je ogen, maar ook met je hart en geest. Contemplatieve fotografie is een stroming binnen de fotografie die deze manier van fotograferen nastreeft.

De metakunstenaar maakt foto’s over fotografie en streeft ernaar de beeldcultuur en gebruikte beeldtaal bloot te leggen. Zoals Cindy Sherman die met haar zelfportretten stereotypen in de maatschappij en de manier waarop zij worden gezien aan het licht bracht. De metakunstenaar heeft veel kennis van de beeldtaal. Het belangrijkste onderdeel van zijn strategie bestaat uit onderzoek. Op welke manier is er gebruik gemaakt van de beeldtaal en hoe beïnvloedt dit de kijker? Is de kijker zich bewust van deze invloed? Wanneer hij alle elementen in de beeldtaal heeft ontrafeld, weet hij welke bijdragen aan het vormen van stereotypen of welke het onbewuste van de kijker sturen. Deze elementen zijn aanwezig zijn in de foto’s die hij maakt om de beeldtaal te duiden. Door situaties te ensceneren, kan hij de beeldtaal volledig sturen en naar zijn hand zetten. Uiteindelijk maakt hij een soort metabeelden van de oorspronkelijke foto’s die hij heeft onderzocht.

© Edwin Zwakman, Pond, 2013, laserprint, diasec, rynobond, 130 x 125 cm, Courtesy the artist & AKINCI

Noot van de redactie: Dit was het laatste artikel in de rubriek over creativiteit. Wil je actief aan de slag met ideecreativiteit? Op de website van auteur Diana Bokje, vanmakentotraken.nl, vind je diverse cursussen en workshops.

Mocht je de komende tijd meer willen weten over CREATIVITEIT, neem dan nu een abonnement op Pf Fotografie Magazine! Ga naar: www.pf.nl/aanbieding-2