Ata Kandó (1913-2017)
Deze week, op vrijdag 15 september, overleed de Hongaars-Nederlandse fotografe Ata Kandó, net voordat zij 104 zou worden. Zij ontmoette Ed van der Elsken in Parijs, trouwde met hem en kwam zo naar Nederland om daar te blijven wonen. De zeer levenslustige en energieke fotografe was zeer geliefd bij al haar fotovrienden.
Ata Kandó werd geboren in Boedapest en vertrok met haar toenmalige echtgenoot Gyula Kandó naar Prijs om daar een kunstenaarsbestaan op te bouwen. Gyula ging terug naar Hongarije maar kon door het communistisch bewind niet meer terug keren naar Parijs.
Via haar landgenoot Robert Capa kon zij werken in de donkere kamer van Magnum waar ze Ed van der Elsken leerden kennen. Samen met hem kwam zij in Nederland terecht. Hun huwelijk was niet erg gelukkig en duurde slechts een jaar. Daarna wilde ze nooit meer trouwen. Zij woonde vanaf 1979 tot 1999 in de Verenigde Staten, waarna ze weer terugkeerde naar Nederland. Zij werd lid van de Gkf, de vakvereniging voor fotografen.
In 1956 maakte Ata Kandó een reportage over de Rode Kruis bij de Oostenrijks Hongaarse grens. De winst van het boek ging naar de vluchtelingen. “Ik wilde het lijden van de mensen vastleggen tijdens de Hongaarse revolutie, speciaal de kinderen. Ik voelde een affiniteit met mensen die hun land hadden verloren.” (The Guardian interview, 12 January 2017)
Ze publiceerde ook Droom in het Woud, een fotoboek waarin haar drie kinderen in voorkwamen. In 1961 maakte ze een reportage in Zuid-Amerika.
Kandó doceerde aan de Hogeschool voor de kunsten in Utrecht en aan de Aki in Enschede. Haar meest beroemde studenten waren Koen Wessing en Ad van Denderen.
Het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam had in 2016 nog een overzichtstentoonstelling aan haar gewijd, onder de titel I shall use my time, samengesteld door Koos Breukel en Rose Ieneke van Kalsbeek.