40 jaar lief en leed in Deventer Ziekenhuis
Veertig jaar zit hij in het vak, medisch fotograaf Bert de Graaf. Voor zijn werkgever, het Deventer Ziekenhuis, reden genoeg voor een expositie. Uit de duizenden foto’s die hij maakte, heeft hij voor drie onderwerpen gekozen. Zwart-wit beelden uit de jaren tachtig die een mooi tijdsbeeld laten zien; sfeerfoto’s van de nieuwbouw van het ziekenhuis (sinds 2008) en beelden die de gedrevenheid van zijn collega’s, het ziekenhuispersoneel, tonen. “Ik heb diezelfde gedrevenheid,” vertelt De Graaf.
Hij begon in 1976 als fotografisch medewerker op de röntgenafdeling. “Toen ik in het ziekenhuis ging werken, zat ik een beetje met mezelf in de knoop. Na een jaar had ik mezelf weer op orde. Ook had ik inmiddels mijn weg binnen de organisatie gevonden. Langzaam aan ben ik meer klussen als medisch fotograaf gaan doen.” In die tijd waren er nog geen beamers, alles gebeurde met dia’s. Het werk van De Graaf bestond deels uit het maken van deze dia’s. “Artsen en specialisten gebruikten deze bij het geven van lezingen en presentaties. In die tijd deed je als fotograaf veel medische kennis op. Specialisten moesten veel uitleggen, om ervoor te zorgen dat ik de juiste beelden schoot. Als ik dat allemaal had kunnen onthouden ..”
Stressvol
Het werk was voor de fotograaf in het verleden soms best stressvol. “Zoals het maken van substracties tijdens en na een vaatonderzoek (angiografie). Vroeger stond de radioloog op jou te wachten om te zien of hij genoeg informatie had. Zo niet, dan moesten er aanvullende röntgenfoto’s worden gemaakt. Nu gebeurt dat digitaal (DSA).”
De oogheelkundige fotografie ging in het verleden ook anders dan nu. “Het maken van fluorescentie-angiografie (FAG), een onderzoek van het netvlies waarbij de vulling van de bloedvaten van netvlies zichtbaar wordt gemaakt met fluorescerende vloeistof, is een niet onbelangrijk onderdeel van het werk. Vroeger gebeurde dat op film, die op een speciale manier ontwikkeld moest worden. Vervolgens werd hiervan een contactafdruk gemaakt op een grafische film. Tegenwoordig maken we ook deze foto’s digitaal.”
Als medisch fotograaf kom je alles tegen. Ook gruwelijke of heel verdrietige dingen komen voorbij. “De eerste keer maakt altijd de meeste indruk. Zoals de eerste keer dat ik een babylijkje heb gefotografeerd. Later benader je het meer als werk. Je doet je best om dat zo goed mogelijk vast te leggen en gaat op in het fotografen. Lastiger is het wanneer de ouders met hun verdriet bij hun kindje zitten. Dat wil je liever niet, je wil op zo’n moment alleen je werk doen. Al kan het ook troost bieden wanneer je met deze mensen erover kan praten.”
Luisterend oor
Een luisterend oor bieden en respect hebben voor patiënten, wat ze ook mankeren. Dat is een vereiste. “Patiënten geven zich soms letterlijk bloot voor je. Als ze naakt voor je staan, stellen ze zich heel kwetsbaar op. Wanneer ze daar zelf problemen mee hebben, is dat voor de fotograaf niet zo makkelijk. Wel kun je als fotograaf deze mensen proberen op hun gemak te stellen. En soms zelf wat verder helpen. Bijvoorbeeld bij mensen die een correctie hebben ondergaan, zoals een borstcorrectie. Als je daar iets over zegt, van ‘het ziet er mooi uit’, dan groeien mensen van zo’n ervaring.”
Het werk van De Graaf omvat niet alleen medische beelden, het is deels tevens bedrijfsfotografie. “Momenteel werk ik drie dagen, waarvan twee voor de afdeling communicatie en een als medisch fotograaf. Voor communicatie maak ik bijvoorbeeld portretten van mensen, maar ook voorlichtingsmateriaal. Tijdens de nieuwbouw van het ziekenhuis, die in 2004 van start ging, heb ik elke maand foto’s gemaakt op de bouwplaats. Als medisch fotograaf weet ik niet van te voren wat de dag gaat brengen. Dat maakt het vak dynamisch. Anderzijds weet ik precies wat ik moet vastleggen en hoe ik dat moet doen. Bij de communicatiefoto’s kan ik mijn creativiteit meer kwijt.”
“Dat heb ik me overigens wel eigen moeten maken. Het type fotografie waar de afdeling communicatie nu om vraagt, maakten we vroeger niet. In het verleden legden zij het verzoek wel eens neer bij een externe, wanneer wij bepaald beeld niet voor handen hadden. Dat wil je natuurlijk liever niet als fotograaf. Dan is het een kwestie van je oor te luisteren leggen: wat wil de afdeling communicatie? Vervolgens ga je daar mee aan de slag, kijk je voor inspiratie naar andere fotografen, bezoek je tentoonstellingen. Zo wordt je als fotograaf een beetje gekieteld.”
Weinig diepgang
Het vak van De Graaf is heel breed. Enerzijds brengt dat afwisseling en diversiteit, anderzijds zorgt dat ervoor dat er weinig ruimte is voor diepgang. “Dat vind ik wel eens jammer. Als ik naar andere fotografen kijk, zie ik dat zij zich heel erg op een onderwerp kunnen toeleggen. In mijn vak is dat niet zo. Het kan best zijn dat je een periode lang veel foto’s maakt van één onderwerp, maar vervolgens doe je er soms jaren niets meer mee.”
Met welke onderwerpen hij na zijn pensionering aan de slag gaat, weet hij nog niet. “Ik heb onlangs een mooie compact systeem camera gekocht, die ik makkelijk kan meenemen, bijvoorbeeld als ik ga fietsen. Naast de natuur vind ik mensen leuk om te fotograferen. Het sociale aspect trekt me aan.” De expositie is nog het einde van het jaar te bezichtigen in het Deventer Ziekenhuis.