Verschrikkelijk of bloedmooi: de wispelturigheid van oorlogsgebied
Fotograaf Eddy van Wessel komt al ruim twintig jaar in oorlogsgebied. Hij kent de geuren, geluiden en beelden die crisisgebieden kenmerken maar al te goed. In het boek The Edge of Civilization neemt hij de kijker mee op reis door dit gebied. De kijker weet daarbij niet wat hem staat de wachten: op elke volgende pagina kan zomaar iets verschrikkelijks of juist iets bloedmoois te zien zijn. Van Wessel noemt het de wispelturigheid van een oorlogssituatie. Voor hem is het tijdens reportages in oorlogsgebieden dagelijkse kost: hij weet niet wat er om de hoek op hem staat te wachten.
“Het boek moest er komen,” vertelt Van Wessel. “Eerder zou een boek over Tsjetsjenië verschijnen. De voorbereidingen waren al in volle gang, toen de Russische journaliste Anna Politkovskaja werd vermoord. Zij zou de teksten schrijven. Omdat ik niet echt een goede vervanger op het oog had, is het boek toen blijven liggen.”
In 2014 verschijnt daarom zijn eerste boek ‘The Edge of Civilization’. Een boek over ruim twintig jaar als oorlogsfotograaf. Te zien zijn foto’s gemaakt in landen als Irak en Kosovo. Rauwe zwart-wit beelden zijn er te zien, die zonder opsmuk de gevolgen van oorlog tonen. Ook komt Van Wessel aan het woord. Hij vertelt over zijn ervaringen, de risico’s die hij loopt en de invloed van zijn werk. Niet alleen op hemzelf, maar ook op zijn gezin.
“De conflicten in het boek heb ik niet in chronologische volgorde gezet. Daarmee zou ik de nabestaanden van de mensen die bij deze conflicten zijn omgekomen tekort doen. Voor mensen in Syrië en Irak maakt het immers niet uit hoe lang het geleden is dat ze hun geliefden verloren. Als er iets heel heftigs gebeurd, voelt dat voor betrokken altijd als iets recents. Om zoiets in een soort van kalender te zetten, dat is arrogant. Alsof ik bepaal wat belangrijk is.”
Daarmee wordt direct de betrokkenheid van de fotograaf duidelijk. “Ik ga niet naar conflictgebieden als fotograaf die alleen het beeld komt halen en verder niets. Ik ga erheen als mens. Daarom volg ik conflictgebieden een lange tijd en ga ik er tien, vijftien of twintig keer heen. Om relaties met mensen aan te gaan, banden met hen te vormen. Dan begrijp je steeds beter waar je naar kijkt. En kijk je minder als vreemdeling naar de situatie. Mensen vertellen alleen hun verhaal als er sprake is van wederzijds respect. Dat respect is er niet als je alleen beelden komt halen.”
Toekijken vanaf de zijlijn is er voor Van Wessel niet bij. Dat kan ook niet anders met de groothoeklenzen die hij doorgaans gebruikt. “Ik sta 1 tot 2 meter van mijn onderwerp af.” Daarmee bevindt hij zich regelmatig in de gevarenzone. “De risico’s horen bij het vak. Ik zoek de grenzen op van het conflict, dit is soms op de scheidslijn tussen leven en dood. Dat is een gegeven, daar kan ik niet omheen. Ik probeer wel altijd zo voorzichtig mogelijk te doen. Maar situaties laten zich niet voorspellen.”
Zijn leven loopt daarom regelmatig gevaar. Hoe is dat voor het thuisfront? Hoe maak je daar afspraken over? “Daar kun je geen afspraken over maken,” aldus Van Wessel. “Je weet van te voren niet waarin je verzeilt raakt. Mijn vrouw vertrouwt op mijn intuïtie. Angst is wat dat betreft een goede raadgever. Door je angsten te negeren, kom je juist in gevaarlijke situaties.”
Toch is zijn eerste reactie juist om naar de plek des onheil toe te gaan, in plaats er van weg te lopen. Treffend is de omschrijving van een bomaanslag in de drukste doorgaande weg in Bagdad in oktober 2011. Een bom gaat af en Van Wessel twijfelt geen moment, hij springt uit de auto en loopt er naartoe. Terwijl een tweede inslag op dezelfde plek vaker voorkomt. Het gaat hem niet om het in beeld brengen van de doden. Hij maakt als eerste een foto van mannen die een betonblok proberen weg te duwen en aan het been sjorren van een man die bekneld is geraakt. En dan het beeld van die ene man die ondertussen zijn familie belt. “Dat vind ik een veel krachtiger verhaal dat uitstijgt boven het feit dat er mensen zijn omgekomen. Ik spring meteen naar de consequenties voor de familie, voor hen die achterblijven. Daar ben ik naar op zoek, waar die tragiek samenkomt.”
Het verhaal gaat verder, vertelt over hoe Van Wessel met zijn ene hand helpt en met zijn andere hand blijft fotograferen. Dan over de blikken die hij krijgt toegeworpen, vanwege zijn aanwezigheid en het vastleggen van hun doden. Over emotie, gevoelens en woede, die zich elk moment tegen hem kan keren. Het geeft op indringende wijze weer hoe het is voor een oorlogsfotograaf om, op de grens van leven en dood, te acteren.
Het boek heeft Van Wessel in eigen beheer uitgegeven. “Dat was in eerste instantie niet de bedoeling. Maar op deze wijze heb ik het boek precies zo kunnen maken als ik voor ogen had.” Aan een aantal foto’s is een QR-code toegevoegd. “Door deze te scannen met een mobiele telefoon krijg je of een filmpje met een uitleg van mij, of meerdere beelden van de plek te zien.”
De verkoop van het boek gaat goed. “Van de Nederlandstalige versie zijn nu ruim 800 exemplaren verkocht, van de Engelstalige ook. De Spaanse editie was een uitprobeersel, om te kijken of ik een Spaanse markt aan zou kunnen boren. Daar heb ik echter nog geen tijd voor gehad, dus dat blijft nog even op de plank liggen. Ik merk bij bijvoorbeeld lezingen die ik geef wel dat mensen geïnteresseerd zijn in het boek. Het is geen goedkoop gemaakt boek, maar kennelijk willen mensen wel voor kwaliteit betalen.”
Van Wessel komt net terug van het grensgebied tussen Syrië en Irak, het Sinjargebergte. “In het gebied wordt veel gevochten. Ik heb daar een frontlijnreportage gemaakt. Ruim een jaar geleden ben ik er ook geweest. De jezidi’s werden toen door ISIS de bergen ingedreven en waren aan alle kanten omsingeld. Ook nu nog worden ze van drie kanten bestookt door IS.”
Met alle brandhaarden in de wereld komt voorlopig aan het werk van Van Wessel geen einde. Een idee krijgen over wat hij tegenkomt? We kunnen dankzij ‘The Edge of Civilization’ veilig over zijn schouder meekijken. Meer informatie: www.edgeofcivilization.com.