Het is de mooiste prijs die hij ooit heeft gekregen, zegt Kees van de Veen nadat hij een schort met zijn foto aangetrokken heeft. Dat schort is een deel van de prijs die hij krijgt voor de allereerste Zilveren Kiek, de prijs voor de meest relativerende foto waarop minimaal een beroepsfotograaf, -filmer of -geluidsman te zien is. Voor de gelegenheid hebben de Hebbediekiekers Den Haag verlaten en zich verzameld in de Engelbewaarder in Amsterdam. Het is eigenlijk wat vreemd, want Hebbediekiek is toch vooral een Haagse bezigheid lijkt het. Hoewel, de site krijgt steeds meer aandacht en trekt ondertussen heel veel bezoekers. Steeds meer fotografen gaan elkaar ook fotograferen en zetten die foto’s online. Een hebbediekiek is al bijna een woord dat in de Van Dale komt, wat Bart Maat voorspelde in het interview met P/f (te lezen in nummer 1). “Alsof het de gewoonste zaak van de wereld is”, zegt Martijn Beekman in zijn welkomstwoord. Verbazing alom eigenlijk, want het initiatief is vooral begonnen als gein. Om wat humor in het vak te brengen, als tegenhanger van de overdosis aan analyses en gemopper.
Dat er behoefte is aan wat meer humor, blijkt ook uit de opkomst. Het is druk in het café waar geregeld foto-exposities worden gehouden. Gezellig druk vooral en iedereen lacht om de foto’s aan de muur. Zeker ook om de prijswinnende foto van Kees van de Veen. Zijn werk is sowieso al dikwijls voorzien van een gezonde dosis humor. Neem de foto waarmee hij zowel bij de Zilveren Camera als bij de World Press Photo in 2010 in de prijzen viel. De winnende foto “geeft een knipoog en biedt ook toekomst. Als dit Nederland is, kan het allemaal zo beroerd nog niet zijn”, meldt het juryrapport. Daarin wordt ook de draak gestoken met de Zilveren Camera. Beide wedstrijden zeggen: “de winnende foto geeft een glashelder beeld van Nederland anno 2012.” Alleen waar de Zilveren Camera verwijst naar de problemen, zegt Hebbediekiek over de situatie: “Een land waar alles geregeld is. Waar, ondanks de crisis, de bezuinigingen, de Elfstedentocht die er niet kwam en een meldpunt voor dronken Polen, nog hoop is.” Daarmee laat Hebbediekiek hun relativerend vermogen zien.
Niet iedereen is overigens onder de indruk van Hebbediekiek blijkt uit enkele reacties op facebook. Beekman haalt ook een criticaster aan in zijn toespraak (niet te lang, want fotografen hebben een hekel aan overloos speechen): “Er zijn onheilsprofeten, tot nu toe eigenlijk één, die Hebbediekiek een kort leven toedicht. Het wordt snel oubollig stelt de onheilsprofeet.” Het maakt de Hebbediekiekers eigenlijk niet zoveel uit. Zij hebben lol en voorlopig zijn ze nog niet klaar. Want na de Zilveren Kiek volgt later dit jaar nog de Gouden Grijns, waarvan de inzending opent op 1 april. Hebbediekiek heeft de prijs overgenomen via Marktplaats van de bedenkers Roger Cremers en Merlijn Doomernik. Voorlopig is er nog ruimte voor wat lol in de fotografie. Dat kunnen we wel gebruiken.