Fotograaf Herman van den Boom wil een zaak aanspannen tegen fotograaf Hans van den Meer, omdat de laatste onderwerp en stijl van de eerste zou hebben gekopieerd. Voor de Rijksmuseumopdracht heeft Hans van den Meer frontaal van voren tegen elkaar gebouwde huizen gefotografeerd, die elk een eigen stijl en vorm hebben. Van den Boom had dat al eerder ook gedaan. Er is een discussie losgebarsten met artikelen in de Volkskrant, De morgen en tevens op Facebook (zie alle links onderaan het artikel).

foto: Walker Evans
Sinds kort speelt in het Fotografietheater een komische operette: De Vlaamse Klucht. Hoofdrolspelers Herman van den Boom en Herman van den Boom. Voorzanger Lars Boering. In het koor zitten fotografen en critici, met op de voorste rij onder andere Taco Hidde Bakker, Ben Krewinkel, Martijn Kleppe en Rob Wetzer. Onderwerp Hans van den Meer. Locatie van opvoering: Facebook. Stil, het gaat al beginnen. Lars Boering is op de opening van de tentoonstelling van Hans van den Meer in het Rijksmuseum, en noemt het een prachtige presentatie. Hans van den Meer heeft voor de Rijksmuseumopdracht Document Nederland een serie gemaakt over de verschillen in bouwstijl en planologie tussen Nederland en België. Daarvoor heeft hij in België aanpandende huizen gefotografeerd, elk huis met een totaal andere bouwstijl, iets dat in Nederland niet mag. Strak van voren opgenomen en van een relatief hoog standpunt, vanaf een trapje .
Herman van den Boom komt op – en zal voor de rest van de klucht ook de enige speler blijven – en zegt venijnig: “Het zal vast internationaal worden opgepikt.” (in Vlaamse woordvolgorde). Hij krijgt 2 likes uit het publiek, dat nog niet door heeft waar de klucht naar toe gaat. Ben Krewinkel noemt de tentoonstelling erg mooi, want snapt het venijn in de opmerking nog niet.
Nu springt de foto-aap uit de mouw. Herman van den Boom heeft ongeveer dezelfde soort foto’s gemaakt: ook foto’s van twee-onder-een-kap huizen in België. Hij haalt een papierke uit zijn mouw waarop een aankondiging staat dat zijn advocaat Thomas Poels-Ryckeboer een zaak gaat aanspannen: “Iedereen mag foto’s maken van huizen. Dat is niet het probleem. Het gaat om de concrete uitwerking van de foto. Dat is waar mijn cliënt zich aan stoort.”
Uit zijn andere mouw haalt de Vlaming Herman van den Boom de Volkskrant, die een artikel wijdde aan het vermeende plagiaat. Hij leest hardop voor: “’Over het project op zich wil ik niets kwaads zeggen’, zegt Van den Boom. ‘Maar wel over die drie foto’s. Leg die foto’s van hem naast die van mij en je ziet niet meer wie welke foto’s heeft gemaakt. Ik kan niet accepteren dat men in de toekomst mijn werk met dat van Van der Meer zal verwarren.’ De Volkskrant, ook in de zaal, voegt eraan toe: “De fotograaf heeft een advocaat in de arm genomen en eist dat deze drie foto’s niet worden tentoongesteld in het museum en uit de collectie van Document Nederland worden gehaald. Daarnaast wil hij dat de Nederlanders hem een schadevergoeding betalen.”
Het wordt heet in de zaal. Vanaf de tribune verweert het Rijksmuseum zich. Zij denken er niet aan de foto’s van Hans van den Meer uit de expositie weg te halen. Nu wit geworden van woede roept Van den Boom: “Het is pure Hollandse arrogantie!” Lars Boering, altijd zot geweest van operettes, komt met een ironische dubbele bodem: “Je valt in herhaling Herman. Alles begint op elkaar te lijken zo.”
Ineens komt er een internationaal wending en krijgt de klucht een politieke lading. Herman van den Boom ziet een complot, gesmeed door Noord-Korea. Ben Krewinkel vanuit de koorbanken: “Beste Herman, nu gaat het zelfs over de DDR en Noord-Korea. Ik zou even de uitspraak van de rechter afwachten…al vrees ik, als het al tot een rechtszaak komt, dat deze door jou tot communist bestempeld gaat worden (mocht het Rijksmuseum óf Hans van der Meer winnen).”
De Belgische krant De morgen wordt erbij gepakt. Voorzanger Lars leest voor uit het artikel met de kop: Kan je een idee plagiëren?: “Klinkt aannemelijk (het vermeende plagiaat), alleen hebben Van den Boom en Van der Meer verschillende duowoningen gefotografeerd. Herman van den Boom claimt dus het idee van duowoningen te fotograferen, en ideeën zijn niet auteursrechtelijk beschermd, zeggen alle experts. “Als de fotograaf die ooit het idee had een blote vrouw te fotograferen, dat idee zou monopoliseren, zou zijn broodje nu wel gebakken zijn”, zegt Dieter Delarue, advocaat bij Van Innis & Delarue.” Applaus klinkt in de zaal.
Er wordt geroepen dat Herman over de rooie is, maar dat hij wel een punt heeft. Anderen roepen dat het een vorm van diefstal is. “Gekmakend om je werk zo gebruikt te zien worden, ” klinkt het uit de zaal. Foto-haarklover Martijn Kleppe begrijpt de commotie niet. “Mij valt het vooral op dat veel mensen ervan uitgaan dat het werk van Hans identiek is aan dat van Herman. Iedereen die de complete expositie heeft gezien zal observeren dat het twee andere verhalen zijn. Sterker nog het uitgangspunt van de serie van Herman wordt onderuit gehaald in de introtekst op de tentoonstelling van Hans. Daarmee zijn het voor mij 2 echt verschillende series. De crux voor mij bij dit soort zaken is hoe het werk gekaderd wordt door het hele verhaal (meestal verwoord in de begeleidende woorden). Pas dan zie ik het grote verhaal en dat hielp mij zeker om deze discussie te begrijpen maar vooral te verklaren. Kortom: wie zich mengt in de discussie doet er verstandig aan eerst beide series in zijn geheel te bekijken en de teksten te lezen.” Zo die zit. De zaal is weer even rustig, maar niet voor lang want Herman van den Boom roept luidkeels: “Het is ook onbegrijpelijk dat men in de beroepsgroep ook nog het opneemt voor het stelen van de rechten van een andere kunstenaar!” De zaal is nu echt verontwaardigd. Hoe durft de hoofdrolspeler nu al het woord diefstal te gebruiken, terwijl er nog niets is bewezen?
Taco Hidde Bakker roept: “Jongens, dit wordt een echte soap!” Lars maakt zich zorgen want het zou toch een klucht blijven was de afspraak. Ondertussen trekt Herman van den Boom de ene na de ander krant uit zijn wijde mouw, noemt talloze namen van fotografen, onder ander die van Thomas Ruff, De Bechers, en iedereen die ooit met een camera pal van voren heeft gefotografeerd, en ineens laat hij een klein afdrukje zien waar William Klein op staat die op zijn opening aanwezig was. De zaal veinst onder de indruk te zijn. Rob Wetzer staat op, wil bijna weglopen maar roept richting het toneel: “De verwijzing naar Ruff is me onduidelijk en veel te willekeurig. Omdat hij ook wel eens een gebouw heeft gefotografeerd? Waarom die kakofonie aan ongerelateerde namen en voorbeelden?” Van den Boom, eenzaam op het toneel: “Het gaat erom dat je het doet in de stijl van een internationaal gepubliceerd gekend en bekroond project en het je helemaal toe-eigent als eigen creatie en waarvan je het bestaan wist.” Rob Wetzer loopt nu de zaal uit en roept nog na: ”We moeten het aan de rechters overlaten.”
Nu wordt de halve fotografiegeschiedenis door de zaal opgerispt. Wat dacht Herman van den Boom van Walker Evans? Zijn beroemde foto van twee naast elkaar staande huizen met een muur vol reclameborden? Centraal standpunt, vlak licht, geheel onthoekt. Ineens gaat de achterdeur open en treedt Walker Evans zelf binnen. Hoed op, ingetogen blik, in het licht van een volgspot loopt hij met de langzame tred van een oude man naar het toneel. “Herman”, zegt hij, ”In 1936 maakte ik een foto van twee naast elkaar staande huizen, met een frontaal standpunt. Jij hebt mijn oorspronkelijke idee en werkwijze gebruikt in jouw werk. Dat heb ik nooit erg gevonden. Een kunstenaar citeert altijd vormen en thema’s van andere fotografen. Zo is de geschiedenis van de fotografie op een dynamische wijze ontstaan. Sommige fotografen worden geïnspireerd door anderen. En sommige onderwerpen hangen in de lucht, of beter gezegd staan in de Belgische straten. En bepaalde werkwijzen lenen zich nu eenmaal het beste bij een bepaald onderwerp, zoals het frontale standpunt. Sinds de Renaissance wordt deze werkwijze gebruikt door schilders. Jouw huizen zijn met een ander doel gefotografeerd dan de huizen van jouw collega. Het is de buitenkant die op elkaar lijkt maar niet de intentie en de thematiek van het werk. Als kunstenaar moet je toch weten dat het om de intentie en de context gaat. Begrijp dat kunst geen industrie is. Jij hebt toch ook geen octrooi aangevraagd op jouw foto’s? En je weet, ik heb altijd gezegd dat originaliteit voor mij een leeg begrip is.”
Als de volgspot dooft, is Evans weer in het niets verdwenen en kijkt de zaal vol spanning naar de hoofdrolspeler, die tevergeefs nog wat nawappert met zijn krantenartikelen en zijn advocatenbrieven. Dan zet het koor in met een vrolijk deuntje, onder leiding van Lars.

foto: Hans van der Meer – Document Nederland 2014
(H)eerlijk, Top Ton Hendriks. Rake klappen, grote halen. Expositie van Hans van der Meer …. bewonderenswaardig. Volgend jaar 2014 wellicht een nieuwe documentaire opdracht aan Hans van der Meer: de verschillende emoties tussen Zuid en Noord van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (1815-1830) 200 jaar na dato van het ontstaan. Misschien een volgende klucht. Overigens ben ik van mening dat België een heerlijk land is!!
Herman heeft geen kans in deze, gezien een idee van een onderwerp nooit geclaimd kan worden, wel als je zijn foto kopieert en gebruikt voor verkoop.
mage piracy
Scandal or contemporary?
Imagine, if you will, that photographer A knows the work of colleague B, who has been working for years on a long-term project, has received awards such as the Sony Award, and has been shown in exhibitions and has been published internationally.
This known history should prevent photographer A from photographing pictures for his own series in the same way as photographer B in such a way that they appear confusingly interchangeable. Legally, that’s one thing, but morally most artists would blush when the plagiarism could be be detected.
But this is not the end of the story.
Imagine that Photographer A takes his series to museum, which portends to launch a new era in photography, and that this museum, although it also knows the work of B, exhibits the entire series of A, despite the fact that is thoroughly familiar with the fact that these photographs are linked to those of B, the original author.
The museum has no inhibitions and uses a photograph that is adjusted to resemble even more exactly the work of B, as advertising.
A pirate tale one might think, but it is a bitter reality.
This story is not an invention and not pessimism, but it represents faithfully what has just happened in Amsterdam.
The Rijksmuseum reopened on November 1, and the Philips Wing of the museum presented in its new photography section an exhibition with the provocative the title, “Modern Times”.
The presentation of the collection includes “Document Nederland 2014 – The Netherlands – Belgium” with photographs by Hans van der Meer.
In this exhibition at the Rijksmuseum three images by Hans van der Meer, photographed in 2014, are presently displayed that are similar in spirit and format to the works of Herman van den Boom who has photographed such houses since 2011. [dates of hvdm’s pix?]
It is not the specific works of van den Boom that are at issue but rather his artistic conceptual overall project entitled “Arcadia Redesigned” that is the crux of the matter.
The semi-detached houses have become his “trademark” through publications, exhibitions and awards.
This established exhibition and publication history has prevented neither Hans van der Meer nor the museum from using these derivative images for their publicity purposes.
The negative consequences for Herman van den Boom and his work are obvious.
This photographic exhibition of houses imaged by Hans van der Meer and presented by the Rijksmuseum, linked by virtue of the museum’s authority and through such authority whereby the images are to be considered apart of the collection, may further be shown and loaned to other exhibitions around the world, will now be considered as works by Hans van der Meer.
Question: What does it mean for photographers and photography if a museum that wishes to create a special place for photography in the Netherlands, “where one can look on the medium of photography from inside and outside, where photography and its usages, is studied and documented, unlike any other European Institute, “(Photonews, no. 11/14, page 13) makes such an uninhibited use of photographers and photographic art?
Is this supposed to be the way a museum represents artists and wishes to maintain its reputation?
Of course, the Rijksmuseum Amsterdam is certainly unique and it has already achieved its unique reputation and, with it, a commercially valuable brand name in commercial market place.
Yet, to allow an artist’s works to be knowingly misrepresented is scandalous!
Anne Kotzan
Info: www.rijksmuseum.nl
www.hermanvandenboom.net
satzbau@anne-kotzan.de